Paaszondag – Verrijzenis van de Heer

Elkaar vandaag een gelukkige of zalige hoogdag toewensen is een mooie en zinvolle gewoonte. Deze paaszondag is immers dé Dag des Heren bij uitstek. Het is de ‘Dag die de Heer heeft gemaakt!’ Daarom kunnen wij blij zijn en jubelen: ‘Alleluia, Christus is verrezen, alleluia!’ Ook wijzelf kunnen delen in die vreugde. Hij, Christus Jezus, heeft ons immers radicaal nieuw gemaakt. Met Hem verrezen tot een nieuw leven, zijn wij ook uitgenodigd mét Hem te leven! Daarom kunnen wij vandaag, als dankbare, gelovige kinderen, de Vader jubelend danken voor zoveel goedheid.

Uit de Handelingen van de Apostelen 10, 34a + 37-43

Alleen een kleine groep mensen kon getuigen van het paasmysterie. Zij waren niet enkel de getuigen geweest van Jezus’ openbaar leven maar ook van zijn verrijzenis. En als wij vandaag geloven, dan is dat in de kracht van hun ervaring van hun geloof.

Petrus nam het woord en zei:
‘U weet wat er in heel het Joodse land is gebeurd, hoe het begon in Galilea, hoe God, na de doop waartoe Johannes opriep, Jezus van Nazaret met de heilige Geest heeft gezalfd en met kracht heeft bekleed. Hij trok als weldoener door het land en genas iedereen die in de macht van de duivel was, want God stond Hem bij. Wij zijn de getuigen van alles wat Hij gedaan heeft, in het land van de Joden en ook in Jeruzalem. Zeker, ze hebben Hem gedood door Hem aan een kruishout te hangen, maar God heeft Hem op de derde dag weer tot leven gewekt en Hem aan de mensen laten verschijnen, niet aan het hele volk, maar aan enkele getuigen die daartoe van tevoren door God waren aangewezen, aan ons namelijk, die samen met Hem gegeten en gedronken hebben nadat Hij uit de dood was opgestaan. Hij heeft ons opgedragen daarvan getuigenis af te leggen en aan het volk bekend te maken dat Hij het is die door God is aangesteld als rechter over de levenden en de doden. Van Hem getuigen alle profeten dat iedereen die in Hem gelooft door zijn naam vergeving van zonden krijgt.’

Gezongen antwoordpsalm 118

(tekst onder geluidsfragment)

Refr.: Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt. Wij zullen hem vieren in blijdschap.

Breng dank aan de Heer, want Hij is genadig,
eindeloos is zijn erbarmen!
Herhaal het, stammen van Israël:
eindeloos is zijn erbarmen!

De Heer greep in met krachtige hand,
de hand van de Heer heeft mij opgericht.
Ik zal niet sterven maar blijven leven
en alom verhalen het werk van de Heer.

De steen die de bouwers hebben versmaad,
die is tot hoeksteen geworden.
Het is de Heer, die dit heeft gedaan,
een wonder voor onze ogen.

Uit de brief van Paulus aan de Kolossenzen 3, 1-4

Voor de gedoopten heeft het eeuwig leven van de Verrezene nog niet zijn volle heerlijkheid bereikt. Maar vanaf vandaag, in het licht van het Koninkrijk waarnaar zij op weg zijn, moeten de christenen de ware zin van hun bestaan vinden.

Broeders en zusters,
als u nu met Christus tot leven bent gewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is. U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God. En wanneer Christus, uw leven, verschijnt, zult ook u in luister verschijnen, samen met Hem.

Vers voor het evangelie (1 Kor. 5, 7b-8a)

Alleluia.
Christus, ons pesachlam, is geslacht. 
Laten we daarom feest vieren in de Heer.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Johannes 20, 1-9

Jezus leeft! Petrus is als eerste het graf binnengegaan en heeft het officieel vastgesteld. Maar het is Johannes, de leerling die Jezus liefhad, die met zijn intuïtieve liefde het teken van het lege graf onmiddellijk verstaat.

Vroeg op de eerste dag van de week, toen het nog donker was, kwam Maria van Magdala bij het graf. Ze zag dat de steen voor het graf was weggehaald. Ze liep snel weg, naar Simon Petrus en de andere leerling, van wie Jezus veel hield, en zei: ‘Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald en we weten niet waar ze Hem nu neergelegd hebben.’ 

Petrus en de andere leerling gingen op weg naar het graf. Ze liepen beiden snel, maar de andere leerling rende vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. Hij boog zich voorover en zag de linnen doeken liggen, maar hij ging niet naar binnen. Even later kwam Simon Petrus en hij ging het graf wel in. Ook hij zag de linnen doeken, en hij zag dat de doek die Jezus’ gezicht bedekt had niet bij de andere doeken lag, maar apart opgerold op een andere plek. Toen ging ook de andere leerling, die het eerst bij het graf gekomen was, het graf in. Hij zag het en geloofde. Want ze hadden uit de Schrift nog niet begrepen dat Hij uit de dood moest opstaan. 

Van Woord naar leven

Vandaag heb ik me laten inspireren op een tekst van Vincenzo Paglia, ontleend aan ‘Het Woord van God elke dag – 2023’, uitgegeven bij Halewijn / Sant’Egidio

Het evangelie van Pasen begint met een vrouw, Maria Magdalena, die zich in de vroege morgen naar het graf begeeft, terwijl het nog donker is. Het was niet alleen donker buiten, maar vooral ook in haar hart. Zodra ze bij het graf aankomt, ziet ze dat de zware steen voor het graf is weggerold. Het was een steen zo zwaar als elke dood of elk verlies. Ze rent onmiddellijk naar Petrus en Johannes en schreeuwt buiten adem: ‘Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald’. Maria’s verdriet om het verlies van de Heer, alleen al om zijn dode lichaam, klaagt onze kilheid aan en onze vergetelheid van Jezus, zelfs als Hij nog leeft. Vandaag is deze vrouw een groot voorbeeld voor alle gelovigen. Alleen met de gevoelens die  leven in haar hart kunnen we de verrezen Heer ontmoeten.

Haar wanhoop beweegt Petrus en de andere leerling, die Jezus liefhad. Ze ‘rennen’ onmiddellijk naar het graf. Ook al hielden ze zich op de vlakte tijdens zijn lijdensweg (Joh 18, 15-16). Het is een lopen dat de ongerustheid uitdrukt van elke gelovige, van elke gemeenschap, die de Heer zoekt. Misschien moeten ook wij opnieuw beginnen te rennen. Ons tempo is traag geworden, misschien door teveel egoliefde of uit angst uit te glijden en iets van onszelf te verliezen uit vrees om vastgeroeste gewoonten te moeten verlaten. We moeten opnieuw proberen te rennen, die bovenzaal met gesloten deuren verlaten en naar de Heer gaan daar waar Hij is.

De leerling die Jezus liefhad, komt als eerste bij het graf: liefde doet sneller rennen. Maar ook het langzamere tempo van Petrus voert hem tot de drempel van het graf. Beiden gaan naar binnen. Eerst Petrus. Hij merkt de volkomen orde op: de doeken liggen zo alsof ze waren afgevallen van Jezus . De lijkwade lag netjes opgerold op een andere plek. Er was geen grafschennis en geen diefstal gepleegd. God had Jezus bevrijdt.
De andere leerling treedt ook binnen en zag hetzelfde tafereel: Hij zag en geloofde. Zien en geloven staan voor de tekenen van de opstanding. De twee leerlingen laten hun hart dáárdoor raken.

Tot dan, zo leert ons het evangelie, hadden ze nog niet begrepen wat de Schrift zei, namelijk dat Hij uit de dood zal opstaan. Zonder begrip van Pasen berust je in een soort van onwetendheid, van halve duisternis, van niet begrijpen.
Maar Pasen was, en is, een feit. Zo ook voor Maria Magdalena en onze twee leerlingen uit het evangelie van vandaag. En, voor allen, vanaf toen tot op heden en nog voor heel de verdere toekomst. Christus’ opstanding is een feit. De zware steen is weggerold, het graf is leeg, voor áltijd. De Heer heeft de dood overwonnen en leeft.

Als christen is ons leven betrokken bij de verrezen Jezus en neemt daarom deel aan de overwinning op ons onvermogen, op de de dood en het kwaad in de wereld. In eenheid met de Verrezene kunnen wij nu naar de wereld gaan en de zware stenen wegrollen die op het leven van zoveel mensen drukken. Het is onze roeping, onze zending, onze plicht.

Moge Pasen gebeuren.

Nogmaals een zalige hoogdag!

Laten wij bidden …

Vader,
moge uw licht doorbreken
als de frisheid van de dageraad;
levenwekkend voor al wie tot nu toe
leefden in de donkerte van het graf.
Mogen wij, als Kerk, uw instrumenten zijn
van uw Pasen in Christus gebeurd.
Moge Hij dit dóór ons doen,
mét ons, in ons.
Om deze genade bidden wij,
in zijn naam.
Amen.

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.