Pastor in de kijker: Elke Janssoone

Elisabeth is een interactieve website over pastorale zorg. Met regelmaat zetten zij een pastor uit de zorg in de kijker. Maak kennis met Elke Janssoone, werkzaam in de ouderenzorg.

ELISABETH: Wie ben je? Waar ben je pastor? Waar heb je gestudeerd?

Elke Janssoone: Ik ben Elke, gehuwd met Pieter en moeder van twee kinderen, Lars en Lisa. Sinds kort heb ik het onderwijs – waar ik vijftien jaar met hart en ziel heb lesgegeven aan jongeren met meervoudige beperkingen – omgeruild voor een job in de pastoraal. Het was een roeping die bleef klinken en nu de kinderen wat groter zijn was de overstap realistisch.
Ik werk nu in de ouderenzorg bij Mintus, het vroegere OCMW van Brugge. Mijn halftijdse job verdeel ik over twee woonzorgcentra. Op maandag kan je mij doorgaans vinden in WZC Van Zuylen en op donderdag in WZC De Vliedberg. Dinsdag wissel ik af. Daarnaast probeer ik ook tijd te maken om te studeren voor mijn opleiding gezondheidscoach, en voor mijn engagementen in de Lier en bij klimaatcontact Brugge.

ELISABETH: Waaraan heb je veel gehad in je opleiding tot pastor? Wat heb je gemist in je opleiding?

Elke Janssoone: In mijn opleiding aan het HDGI te Gent heb ik een stevige theoretische basis gekregen, afgewisseld met stages en het opdoen van ervaring in de (onderwijs)praktijk. Ook mijn opleiding Gezinswetenschappen heeft mijn kijk op mens en maatschappij enorm verruimd en heeft handvaten geboden die ik nu ook in het pastoraal werkveld kan toepassen.

Voor onze kinderen geboren werden combineerde ik mijn job in het onderwijs met vrijwilligerswerk in de palliatieve zorg. De basisopleiding die ik daarvoor volgde bij PANAL en de ervaring die ik mocht opdoen in de palliatieve zorgeenheid De Vlinder komen me nu ook goed van pas. 

Ik ben dankbaar dat ik als voorbereiding op de overstap naar de pastoraal stage kon lopen bij pastor Veronique in WZC Avondrust, waar ik zelf kon proeven van de job als pastor en ervaren heb dat dit werkgebied iets voor mij zou kunnen zijn. In de komende drie jaar zal ik mij ook via het vormingsaanbod van het bisdom verder bijscholen. Ik kijk er naar uit om mij samen met andere ‘zielsgenoten’ verder te verdiepen en ontplooien.

Ik voel dat ik nog wat ‘skills’ mis om mij te organiseren als pastor over twee zorgvoorzieningen maar vertrouw erop dat dit wel goed komt. Dit heeft natuurlijk met veel verschillende factoren te maken. Ook in het organiseren en praktisch uitwerken van de liturgie kruipt momenteel nog veel zoekwerk en tijd. Gelukkig is er de ondersteuning van collega-pastores en de dienst zorgpastoraat. Het doet me eraan denken dat ik mijn lidmaatschap van de beroepsvereniging nog moet regelen.

ELISABETH: Welk aspect uit jouw takenpakket doe je het liefst? Welk aspect vind je het meest uitdagend?

Elke Janssoone: Gesprekken met individuele bewoners doe ik heel graag. De diepgang en persoonlijke verbinding die in de intimiteit van een kamer tot stand kan komen is goddelijk. Het is soms wonderbaar hoe in een kort gesprek de diepe zielenroerselen van iemand boven komen. Je bent ook vaak aanwezig in momenten van uiterste kwetsbaarheid. Dat mensen je dan toelaten blijft me raken, en met een gevoel van schroom denk ik dan altijd aan het verhaal van Mozes en de brandende braamstruik: “Doe je sandalen uit want de grond waarop je staat is heilige grond”. Dit is ook wat ik voel als ik bij een stervensproces aanwezig ben. Het is een deel van mijn job waar buitenstaanders vaak verrast op reageren. De vervreemding van het stervensproces in onze huidige tijd en samenleving doet mensen soms huiveren bij het idee dat je op zo’n moment aanwezig bent, maar het is net op die momenten dat het er toe doet. Ik ben heel dankbaar als ik na een overlijden het gevoel kan hebben dat een leven mooi en zinvol is afgerond en dat familie in alle rust en sereniteit afscheid heeft kunnen nemen. Al loopt het niet altijd zoals je wenst en dan is het een hele uitdaging om hier mee om te gaan.

Verder vind ik het heel uitdagend om dagdagelijks geconfronteerd te worden met de – soms kleine maar soms ook heel grote – gevolgen van besparingen en het gebrek aan personeel in de zorg. Ik maak me grote zorgen bij het steeds meer kostenefficiënt werken en de voortdurende schaalvergroting van voorzieningen. Uiteraard moeten we inspelen op de groeiende bevolkingsgroep van ouderen met vaak ook grotere zorgvraag, maar dit zou niet ten koste mogen gaan van mensen en menselijke zorg.

Het gevoel hebben dat je als pastor dan soms maar een druppel op een hete plaat bent omdat je vanzelfsprekend niet iedereen met noden binnen de voorziening tegemoet kan komen, dat vind ik één van de moeilijkste zaken aan een job als pastor.

Ook is het een uitdaging om binnen onze gebouwen en infrastructuur letterlijk en figuurlijk ruimte te maken voor spiritualiteit en geloof. Het zoeken naar evenwicht tussen de pluralistische context waarbinnen ik werk en mijn eigen christelijke identiteit is niet gemakkelijk. Ik mis ook echt wel een stille ruimte in onze voorzieningen. Een plek om tot bezinning en gebed te komen en met mensen in alle rust naartoe te kunnen trekken zou een grote meerwaarde zijn.

ELISABETH: Wat is uitdagend voor jou vanuit de kant van de mensen die een beroep op je kunnen doen?

Elke Janssoone: In een WZC word je soms geconfronteerd met mensen die een heel eng of bestraffend godsbeeld hebben. Zeker in de palliatieve fase is het soms moeilijk om daar mee om te gaan. De angst die mensen soms hebben omdat ze het oordeel vrezen. Het is moeilijk om dat te rijmen met mijn eigen godsbeeld van een God die vergevingsgezind en liefdevol is.

Ik heb het er ook wel moeilijk mee als een bewoner met wie je een hele tijd een band hebt opgebouwd overlijdt op het moment dat je niet aanwezig bent. Geen afscheid kunnen nemen vind ik lastig. Maar het hoort er bij. En dan zoek ik een manier om voor mezelf toch nog een afscheidsmomentje te creëren. 

ELISABETH: Hoe staan je collega’s en directie tegenover jouw aanbod van spirituele en pastorale zorg?

Elke Janssoone: Ik ervaar een grote vrijheid binnen de pluralistische context waarin ik werk en een fijne samenwerking met mijn collega Inke die als moreel consulent in dezelfde voorzieningen werkt als mij. De directie en collega’s waarderen het werk dat ik doe maar ik merk dat het voor hen soms moeilijk is om er aan te denken een beroep te doen op mij. De collega’s die dagdagelijks instaan voor de zorg zijn voor mij een belangrijke schakel in het opmerken van spirituele noden van de mensen. Ik ben maar een beperkte tijd aanwezig en het is belangrijk dat zij dan vlot aan mij kunnen signaleren voor wie ik iets kan betekenen. Je merkt dat de een daar al een ‘gevoeliger antenne’ voor heeft dan de ander. 

Ik mis wel een ‘structureel ingebed’ zijn. Als pastor hoor ik overal en nergens bij. Doordat ik halftijds in twee voorzieningen werk is het niet gemakkelijk om mij in alle afdelingen te integreren. Het zou fijn zijn mocht er in de toekomst een overkoepelend pastoraal overleg komen met geïnteresseerde collega’s. Gelukkig heb ik wel een fijn contact met collega-pastores (uit de andere Mintus huizen). Ook fijn dat er vanuit het bisdom initiatieven zijn om pastores samen te brengen. Daar heb ik als beginnende pastor veel aan.

ELISABETH: Wat was het best geslaagde initiatief dat je ooit hebt genomen? Wat was je grootste ontgoocheling?

Elke Janssoone: Ik ben nog niet lang aan de slag maar heb al heel wat mooie ervaringen achter de rug. Zo vonden er al enkele mooie vieringen plaats. Ook het herdenkingsmoment voor familie van overleden bewoners dat deels door ging rond de vijver in ons WZC was een deugddoende en zinvolle avond.
Als ik terugblik op de afgelopen periode dan ervaar ik ook veel vreugde uit de kleine geslaagde initiatieven. Zo kon ik een dame met dementie haar angst laten overwinnen om naar buiten te gaan en was er een deugddoend moment toen haar zoon bij ons in de tuin kwam zitten en er een mooi verbindend gesprek plaatsvond. 

Mijn grootste ontgoocheling voelde ik onlangs bij het overlijden van een bewoner. Iemand die bedlegerig was bij wie ik heel vaak langs was geweest. Hij stierf een paar minuten voor ik in het WZC aankwam. Er was op dat moment personeel tekort en ik hield geen goed gevoel over bij de manier van afscheid nemen. 

ELISABETH: Wie is jouw favoriete (pastoraal)theoloog?

Elke Janssoone: Mijn favoriete pastoraaltheoloog is Jezus van Nazareth. Hij inspireert me al van kind af aan om te leven naar Zijn voorbeeld. Het is bijzonder hoe het Goddelijke vorm krijgt in het leven van een eenvoudige, gewone man ten dienste van de mensen. 

Als kind voelde ik me ook heel erg aangesproken door figuren als Mahatma Gandhi en Martin Luther King. Mensen die kiezen voor geweldloos verzet. Ik wou dat ik zelf wat vaker op de barricade durfde te staan.

Verder laat ik me graag inspireren door mensen die in tijden van oorlog toch hoop en inspiratie blijven vinden in hun geloof en mildheid blijven bewaren tegenover de mens die het kwade belichaamt. Zoals Dietrich Bonhoeffer en Edith Eger. Ze inspireren me om in moeilijke tijden toch te blijven zoeken in geloof.

Franciscus van Assisi is dan weer een inspiratiebron als het gaat om het omgaan met en respect voor de schepping. In deze tijden van klimaatverandering en ongebreideld consumentisme zeker een welkome inspiratiebron. De huidige paus heeft zijn naam goed gekozen. En met Laudato Si en alle andere mooie initiatieven stuurt hij een krachtige boodschap de wereld in. Hij maakt het ideaal van het Tweede Vaticaans concilie – luisteren naar de tekenen van de tijd en ze lezen in het licht van het Evangelie – waar op een authentieke en krachtige manier, en is zo een voorbeeld voor velen. Paus Franciscus, een heel inspirerend en bewonderenswaardige mens.

Een onmisbare en belangrijke inspiratiebron is voor mij ook de gemeenschap van de Lier, waar Bijbellezing en liturgie à la Huub Oosterhuis centraal staan. Zijn hertalingen van de Bijbelse geloofstraditie zijn een appel voor het omzetten van geloof in daden. Het is een actuele vertaling van het geloofsverhaal en roept op tot engagement en weloverwogen geloofsbeleving.  Het samen zingen van die teksten en liederen samen met een gemeenschap van mensen die deze inspiratiebron delen geeft me heel veel energie. 

Verder zou ik me graag nog meer verdiepen en laten inspireren door de Ignatiaanse spiritualiteit. Ik hoop binnenkort de mogelijkheid te hebben om de geestelijke oefeningen te volgen.

En zo kan ik nog wel even doorgaan als je vraagt naar inspiratiebronnen…

ELISABETH: Als je zou willen dat de mensen die je spiritueel/pastoraal ondersteunt één gedachte meenemen voor de rest van hun leven, wat zou dit dan zijn?

Elke Janssoone: Dat vind ik geen evidente vraag. Ik vind het belangrijk om mijn pastorale ondersteuning altijd af te stemmen op wat de ander nodig heeft op dat specifieke moment waar wij elkaar ontmoeten. Maar ik moet nu spontaan denken aan het lied ‘Ploegsteert’ van Het Zesde Metaal. Dat lied vertelt het verhaal van een wielrenner die heel wat meegemaakt heeft in zijn leven. Op het einde laat Wannes Cappelle God aan het woord, die aan de wielrenner – en aan elke mens – zegt: “kom mo were, ‘k ga der staan…”. Als ik erin zou slagen in mijn pastorale contacten iets van dat godsbeeld te laten doorschemeren, dat zou ik heel tevreden zijn.

ELISABETH: Kies een quote uit die jou inspireert in het leven en in jouw pastorale praktijk en leg uit waarom.

Elke Janssoone: Een gedachte die ik ook vaak uitspreek bij bewoners is: ‘waar twee of drie verzameld zijn in mijn naam, daar ben ik midden onder u’. Dat heb ik al vaak mogen ervaren. God die zichtbaar wordt tussen mensen.

Ik heb het geluk dat ik opgegroeid ben op de parochie Sint-Baafs, waar Carlos Desoete op dat moment pastoor was. Ik mocht er het verhaal van Jezus verder verdiepen en ik leerde er een geloofsbelijdenis uitspreken waar ik me echt kon in vinden. De kern ervan voor mij is : God die heet ‘ik zal er zijn voor u… en ik weet, Hij is te doen’. 

Bron: Elisabeth

Elke Janssoone