Paus Franciscus spreekt zijn dankbaarheid uit aan alle vrijwilligers voor hun tijd, talenten en de warme betrokkenheid waarmee zij talloze mensen ondersteunen.
Onderstaande Angelustoespraak en homilie werden door paus Franciscus voorbereid vanuit het ziekenhuis, waar hij nog altijd herstelt van een longontsteking. Hij dankte de vrijwilligers voor hun belangeloze inzet en riep op tot gebed voor vrede en solidariteit met mensen in nood. In de homilie, die voorafging aan de angelustoespraak tijdens de Mis op het Sint-Pietersplein, nodigde hij uit om Jezus gedurende deze veertigdagentijd te volgen naar de woestijn: een periode van bezinning en verdieping van het geloof.
“Beste broeders en zusters,
Afgelopen woensdag begon de veertigdagentijd met het opleggen van de as. Dit is een periode waar we worden uitgenodigd ons hart te vernieuwen en ons voor te bereiden op de vreugde van Pasen. Laten we deze tijd benutten als een moment van bezinning, geestelijke verdieping en groei in geloof, hoop en liefde.
Vanmorgen werd op het Sint-Pietersplein een speciale mis gehouden voor vrijwilligers, ter gelegenheid van dit Jubeljaar. In onze maatschappij, waar alles steeds meer draait om winst en eigenbelang, is vrijwilligerswerk een krachtig teken van hoop. Vrijwilligers tonen dat belangeloze inzet, solidariteit en dienstbaarheid aan mensen in nood belangrijker zijn dan economische belangen. Mijn dank gaat uit naar alle vrijwilligers: bedankt dat jullie jullie tijd, talent en vooral jullie warmte geven aan mensen die dit zo hard nodig hebben!
Broeders en zusters, tijdens mijn verblijf in het ziekenhuis ervaar ik zelf ook dagelijks de warme aandacht en liefdevolle zorg van artsen en verpleegkundigen. Ik dank hen vanuit het diepst van mijn hart. Tegelijkertijd denk ik aan iedereen die dicht bij zieke mensen staat, want zij zijn een teken van Gods nabijheid in moeilijke tijden. We hebben allemaal dit ‘wonder van tederheid’ nodig, deze zachte aanwezigheid die licht brengt in de donkere momenten van het leven.
Hartelijk dank ook aan iedereen die voor mij bidt en met mij meeleeft. Ik bid ook voor jullie. In gedachten sluit ik me ook aan bij degenen die de komende dagen deelnemen aan de geestelijke oefeningen van de Romeinse Curie.
Laten we blijven bidden voor vrede, vooral voor landen die zo zwaar getroffen worden door geweld, zoals Oekraïne, Palestina, Israël, Libanon, Myanmar, Soedan en Congo. Ook maak ik me zorgen om het nieuwe geweld in bepaalde gebieden in Syrië. Mijn hoop is dat dit geweld definitief stopt en dat er respect komt voor elke bevolkingsgroep, bijzonder voor onschuldige burgers.
Ik vertrouw jullie allemaal toe aan de zorg van Maria, onze moeder. Een gezegende zondag gewenst en tot ziens!”
Voorafgaand aan de Angelustoespraak vond op het Sint-Pietersplein een Mis plaats, waarbij honderden vrijwilligers samenkwamen ter gelegenheid van het Jubeljaar. De homilie van paus Franciscus werd voorgelezen door kardinaal Michael Czerny.
“Jezus wordt door de Geest naar de woestijn geleid (vgl. Lc 4, 1). Onze vastentijd begint elk jaar opnieuw met de tocht van de Heer naar de woestijn, waarin wij Hem mogen vergezellen. Jezus maakte de woestijn tot een bijzondere plek: wat een plek van stilte was, werd een plek van aandachtig luisteren. In de woestijn wordt ons luistervermogen beproefd, omdat we moeten kiezen tussen twee heel verschillende stemmen. Het evangelie vertelt dat Jezus zijn tocht begint vanuit luisteren en gehoorzaamheid aan de Heilige Geest, Gods eigen kracht, die Hem naar een plek brengt waar niets vanzelfsprekend is: geen voedsel uit de aarde, geen regen uit de hemel. In de woestijn ervaren wij materiële en geestelijke armoede, onze behoefte aan brood én aan Gods woord.
Jezus, die volledig mens was, ervoer die honger (vgl. vers 2). Gedurende veertig dagen werd Hij uitgedaagd door de woorden van de duivel. Aan het begin van deze vastentijd realiseren wij ons dat ook wij verleid worden, maar nooit alleen zijn. Jezus begeleidt ons in onze woestijntochten. De mensgeworden Zoon van God geeft ons meer dan alleen een voorbeeld hoe we het kwaad kunnen overwinnen. Hij schenkt ons kracht om tegen aanvallen van het kwaad bestand te zijn en vol te houden op onze weg.
Laten we drie aspecten van Jezus’ verleiding én van onze eigen verleidingen overwegen: hoe ze beginnen, hoe ze plaatsvinden en wat het resultaat ervan is. Zo vinden wij inspiratie voor onze eigen bekering.
Ten eerste het begin. Jezus’ verleiding is bewust gekozen. Hij gaat niet naar de woestijn om zijn kracht te demonstreren, maar uit liefdevolle gehoorzaamheid aan de Geest van de Vader. Hij vertrouwt zich vrijwillig toe aan Gods leiding. Onze verleiding daarentegen is niet vrijwillig gekozen; het kwaad is er al vóór onze vrijheid en bedreigt ons voortdurend van binnenuit, als een schaduw die ons volgt. Wanneer wij God bidden dat Hij ons niet in beproeving brengt (vgl. Mt 6, 13), moeten wij ons realiseren dat Hij dit gebed al heeft verhoord in Jezus, zijn mensgeworden Woord, die altijd aan onze zijde blijft. Vooral in tijden van beproeving en onzekerheid is de Heer dicht bij ons en zorgt Hij voor ons, juist wanneer de verleider spreekt. Deze verleider is de vader van de leugen (vgl. Joh 8, 44), die Gods woord verdraait. Zoals hij vanaf Adam in het paradijs deed (vgl. Gen 3, 1-5), zo probeert hij het ook met Jezus, de nieuwe Adam, in de woestijn.
We zien hoe Christus op bijzondere wijze wordt verleid, namelijk via zijn relatie met God, zijn Vader. De duivel verdeelt en scheidt, terwijl Jezus juist verenigt en verbindt tussen God en mens. De duivel probeert deze relatie kapot te maken en Jezus ertoe te brengen misbruik te maken van zijn bijzondere positie: “Als u de Zoon van God bent, verander deze steen dan in brood” (Lc 4, 3), en opnieuw: “Als u de Zoon van God bent, spring dan naar beneden” (vers 9) vanaf het hoogste punt van de tempel. Geleid door de Geest kiest Jezus ervoor zijn relatie met de Vader op een nieuwe manier gestalte te geven. Zijn unieke verbondenheid met God wordt een gave die aan iedereen, zonder uitzondering, wordt aangeboden. Deze bijzondere band met de Vader gebruikt Jezus niet om populariteit of volgelingen te vergaren, maar schenkt Hij als een geschenk aan de wereld, gericht op onze verlossing.
Ook wij ervaren verleidingen in onze relatie met God, maar op een andere manier. De duivel fluistert ons in dat God ons niet werkelijk liefheeft, dat Hij ons heeft verlaten. Satan probeert ons ervan te overtuigen dat er geen brood voor de hongerigen zal komen, zeker niet uit stenen, dat engelen ons niet zullen helpen als we vallen en dat de wereld overheerst wordt door kwaad en geweld. Juist wanneer de duivel ons wil doen geloven dat God ver weg is, komt God ons juist dichterbij door zijn leven voor ons te geven en de wereld te redden.
Het derde aspect betreft de uitkomst van deze verleidingen. Jezus, Gods Gezalfde, overwint het kwaad; Hij drijft de duivel weg, al zal deze terugkeren op een ander moment (vgl vers 13). Het evangelie wijst ons hierop, vooral wanneer Jezus op Golgota opnieuw wordt uitgedaagd: “Als u de Zoon van God bent, kom dan van het kruis af” (Mt 27, 40; vgl. Lc 23, 35). De overwinning van Christus in de woestijn is echter nog niet definitief; die komt pas met zijn dood en verrijzenis.
Terwijl wij ons voorbereiden op deze kern van ons geloof, beseffen we dat onze eigen beproevingen soms anders eindigen. We vallen soms in de verleiding; wij zijn allemaal zondaars. Maar onze val is nooit definitief, want telkens tilt God ons op met zijn grenzeloze liefde en vergeving. Onze beproevingen eindigen niet in mislukking, want in Christus zijn wij verlost van het kwaad. Door samen met Hem door de woestijn te trekken, bewandelen we een nieuwe weg van bevrijding en hoop. Door Jezus in geloof te volgen, veranderen we van dwalers in pelgrims.
Beste broeders en zusters, ik nodig jullie uit om zo deze vastentijd te beginnen. En omdat wij onderweg steeds opnieuw de goede wil nodig hebben die de Heilige Geest in ons voedt, begroet ik met grote vreugde alle vrijwilligers die vandaag in Rome zijn gekomen voor hun jubileum-pelgrimage. Hartelijk dank voor jullie onvermoeibare dienstbaarheid aan je naaste, naar het voorbeeld van Jezus. Jullie vrijgevigheid en inzet bieden hoop aan onze samenleving. In de woestijnen van armoede en eenzaamheid zorgen jullie kleine gebaren ervoor dat een nieuwe mensheid groeit, precies zoals God altijd en overal voor ogen heeft.”
Bron: Vatican-news