Paus Franciscus: “Vraag de Heer om genade Gods dromen te dromen en Christus te verwelkomen”

Tijdens zijn wekelijkse woensdagcatechese met als thema ‘Jezus Christus, onze hoop’, sprak paus Franciscus gisteren over de rol van Jozef in Gods heilsplan. Hij benadrukte hoe Jozef, ondanks zijn beproevingen, vertrouwde op Gods leiding en gehoorzaam de belofte omarmde, waardoor hij een voorbeeld werd van geloof, hoop en liefde.

“Beste broeders en zusters, goedemorgen!

Vandaag blijven we stilstaan bij het mysterie van Jezus’ oorsprong, zoals verteld in de evangelies over zijn kindertijd. Waar Lucas het verhaal benadert vanuit Maria’s perspectief, richt Matteüs zich op Jozef. Hij is degene die Jezus wettelijk als zijn zoon erkent en zo verbindt met de afstamming van Isaï en de belofte aan David.

Jezus is immers de vervulling van Israëls hoop: Hij is de beloofde nakomeling van David (vgl. 2 Sam 7, 12; 1 Kron 17, 11), degene die zijn huis ‘voor altijd gezegend’ maakt (2 Sam 7, 29). Hij is de twijg die ontspruit uit de stam van Isaï (vgl. Jes 11, 1), de ‘rechtvaardige spruit’ die als een ware koning zal regeren, in recht en gerechtigheid (vgl. Jer 23,5 33, 15).

In het evangelie van Matteüs leren we Jozef kennen als de verloofde van Maria. In de Joodse traditie was een verloving een juridisch bindende overeenkomst, een voorbereiding op het huwelijk dat ongeveer een jaar later werd voltrokken. Pas dan ging de vrouw bij haar man wonen en werd ze klaar geacht voor het moederschap.

Juist in deze periode ontdekt Jozef dat Maria zwanger is. Zijn liefde wordt zwaar op de proef gesteld. In zo’n situatie, die normaal gesproken zou leiden tot het verbreken van de verloving, bood de Joodse wet twee mogelijkheden: een openbare aanklacht via de rechtbank of een discrete scheiding via een scheidingsbrief.

Matteüs noemt Jozef een ‘rechtvaardig’ man (zaddiq), iemand die leeft volgens Gods wet en zich in alles door Hem laat leiden. Daarom reageert Jozef niet impulsief of uit angst, maar handelt hij wijs. Hij kiest ervoor om Maria stilletjes te verlaten, zonder schandaal (vgl. Mt 1, 19). Dit is Jozefs wijsheid: hij oordeelt niet overhaast, maar blijft open en ontvankelijk voor Gods stem.

Jozef uit Nazaret doet denken aan een andere Jozef: de zoon van Jakob, ‘de meester van de dromen’ (vgl. Gen 37, 19). Hij werd door zijn vader geliefd, door zijn broers gehaat, maar door God verheven tot een hoge positie aan het hof van de farao.

En wat droomt Jozef uit Nazaret? Hij droomt van het wonder dat God in Maria’s leven verricht, maar ook van het wonder dat Hij in zijn eigen leven bewerkt: de roeping om een vader te zijn die waakt, beschermt en iets waardevols doorgeeft, zowel op geestelijk als op menselijk vlak. Maria’s schoot draagt Gods belofte, een belofte die een naam krijgt: de naam die redding brengt aan iedereen (vgl. Hand 4, 12).

In zijn slaap hoort Jozef deze woorden: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang om Maria, je vrouw, bij je te nemen. Want het kind in haar is verwekt door de Heilige Geest. Ze zal een zoon baren en jij moet Hem de naam Jezus geven, want Hij zal zijn volk redden van hun zonden.‘ (Mt 1,20-21)
Na deze openbaring vraagt Jozef geen verdere bewijzen. Hij vertrouwt. Hij vertrouwt op God en aanvaardt Gods droom voor zijn leven en dat van Maria. Zo leeft hij in de genade van iemand die Gods belofte omarmt met geloof, hoop en liefde.

Jozef zegt in dit alles geen woord, maar hij gelooft, hoopt en bemint. Hij spreekt niet met loze woorden, maar met daden. Hij hoort bij de mensen die de apostel Jakobus “doeners van het Woord” noemt (vgl. Jak 1,’22): mensen die Gods woord omzetten in daden, in leven. Jozef vertrouwt op God en gehoorzaamt. “Zijn innerlijke waakzaamheid voor God … wordt vanzelf gehoorzaamheid.” (Benedictus XVI, De kinderjaren van Jezus).

Laten wij, broeders en zusters, ook de Heer vragen om de genade om meer te luisteren dan te spreken, om te dromen van Gods plannen en om Christus te verwelkomen, die sinds ons doopsel in ons leeft en groeit.

Ik dank jullie wel !”


Na de catechese

Paus Franciscus groette de aanwezigen in de zaal, vele pelgrims en groepen met name noemend. Verder sprak hij zijn bezorgdheid uit over het geweld in Congo en riep hij op tot vrede wereldwijd.

“Ik spreek mijn bezorgdheid uit over de verslechterende veiligheidssituatie in de Democratische Republiek Congo. Ik roep alle partijen in het conflict op om zich in te zetten voor een stopzetting van de vijandelijkheden en voor de bescherming van de burgerbevolking in Goma en andere gebieden die getroffen worden door de militaire operaties. Met ongerustheid volg ik ook de situatie in de hoofdstad Kinshasa, in de hoop dat alle vormen van geweld tegen mensen en hun eigendommen zo snel mogelijk ophouden. Terwijl ik bid voor een spoedig herstel van vrede en veiligheid, doe ik een dringende oproep aan de lokale autoriteiten en de internationale gemeenschap om zich maximaal in te spannen om dit conflict op vreedzame wijze op te lossen.

En laten we niet vergeten te bidden voor vrede: in Palestina, Israël, Myanmar en in zoveel andere landen die door oorlog worden geteisterd. Oorlog is altijd een nederlaag! Laten we bidden voor vrede.

Tot slot gaat mijn gedachte uit naar de jongeren, de zieken, de ouderen en de pasgetrouwden. Aanstaande vrijdag vieren we de liturgische gedachtenis van de heilige Johannes Bosco, priester en opvoeder. Laat hem een voorbeeld voor jullie zijn als meester in het leven en leer uit zijn spirituele ervaring om in alle omstandigheden op God, de barmhartige Vader, te vertrouwen.

Mijn zegen voor jullie allen !”

Bron: Vatican-news