Paus in angelustoespraak: advent is een tijd van onthechting

In zijn angelustoespraak van zondag 6 december herinnerde Franciscus eraan dat de advent een tijd is voor bezinning op onze zondigheid en onze gehechtheid aan het wereldse.

Zoals gewoonlijk reflecteerde paus Franciscus in zijn angelustoespraak op de evangelielezing van die zondag. Op de tweede zondag van de advent komt die lezing uit het eerste hoofdstuk van het Marcusevangelie (Mc 1,1-18). Volgens de paus toont de evangelist daar het pad dat de gelovige moet inslaan als hij zich ernstig wil voorbereiden op de komst van de Keer met Kerstmis. Johannes de Doper roept daarin op tot bekering. En die bekering behelst volgens de paustwee dingen: In de Bijbel betekent het in de eerste plaats om van richting en oriëntatie te veranderen; en dus ook om onze manier van denken te veranderen. Het andere aspect van de bekering is het zoeken naar God en zijn Koninkrijk. Bekering betekent dat je boete moet doen voor de zonden die je hebt begaan: Het verlangen om je daarvan te bevrijden, de intentie om de zonde voor altijd uit je leven te bannen. Daarbij is het volgens de paus noodzakelijk dat je alles wat met zonde verband houdt, verwerpt: De wereldse mentaliteit, de overmatige achting voor comfort, plezier, welzijn en rijkdom. Afstand doen van een wereldse mentaliteit is wel geen doel op zich. Het is allereerst gericht op het verkrijgen van iets groters: Het Koninkrijk van God, gemeenschap met God, vriendschap met God.

Drijfzand van de middelmatigheid

Het geheel toegewijd zijn aan de zoektocht naar het Rijk Gods is niet eenvoudig, onderstreepte de paus, omdat er veel banden zijn die ons dicht bij de zonde houden: wisselvalligheid, ontmoediging, ongezonde omgevingen, slechte voorbeelden. Bovendien is het steuntje in de rug richting de Heer soms moeilijk voelbaar, zodat het erop lijkt dat God zwijgt. Gods beloften van vertroosting lijken dan ver weg en onwerkelijk. Daarom is het gemakkelijk om in de verleiding te komen om te zeggen dat het onmogelijk is om ons werkelijk te bekeren, en in plaats van ons van de wereld af te keren naar God, lopen we gevaar om in het drijfzand van een middelmatig bestaan te blijven steken. Op de vraag wat we in dat geval kunnen doen, antwoordde de paus: Vergeet niet dat bekering een genade is, en dat je er God met standvastigheid om moet bidden.

Paus Franciscus nodigde de gelovigen tot slot uit om zich open te stellen voor de schoonheid, de goedheid en de tederheid van God. God is immers geen lelijke vader, geen slechte vader, neeHij is teder, Hij houdt heel veel van ons, zoals de Goede Herder, die op zoek is naar de laatste van zijn kudde.

Bron: Kerknet.be

Foto VaticanMedia