Pinksteren (hoogfeest)

Uit de Handelingen van de Apostelen 2, 1-11

De vijftigste dag na Pasen – wat Pinksteren betekent – herdachten de Joden de overhandiging van de Wet op de berg Sinaï. In deze context plaatst Lucas de gave van de Geest, de geboorte van de Kerk en het heil voor gans het heelal in Christus. Zo ziet de schrijver het christelijke Pinksteren als de afkondiging van de nieuwe Wet en het begin van de universele zending.

Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.
In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen? Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, en ook Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, Joden en proselieten, mensen uit Kreta en Arabië–wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.’

Uit de brief van Paulus aan de Galaten 5, 16-25

De vruchten van de Geest

Broeders en zusters,
laat u leiden door de Geest, dan bent u niet gericht op uw eigen begeerten. Wat wij uit onszelf najagen is in strijd met de Geest, en wat de Geest verlangt is in strijd met onszelf. Het een gaat in tegen het ander, dus u kunt niet doen wat u maar wilt. Maar wanneer u door de Geest geleid wordt, bent u niet onderworpen aan de wet.
Het is bekend wat onze eigen wil allemaal teweegbrengt: ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, afgoderij en toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie en woede, gekonkel, geruzie en rivaliteit, afgunst, bras- en slemppartijen, en nog meer van dat soort dingen. Ik herhaal de waarschuwing die ik u al eerder gaf: wie zich aan deze dingen overgeven, zullen geen deel hebben aan het koninkrijk van God. Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Er is geen wet die daar iets tegen heeft.
Wie Christus Jezus toebehoort, heeft zijn eigen natuur met alle hartstocht en begeerte aan het kruis geslagen. Wanneer de Geest ons leven leidt, laten we dan ook de richting volgen die de Geest ons wijst. 

Alleluia.
Kom heilige Geest,
vervul het hart van uw gelovigen,
en ontsteek in hen het vuur van uw liefde.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Johannes 20, 19-23

Ontvang de heilige Geest

Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: ‘Ik wens jullie vrede!’ Na deze woorden toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen. Nog eens zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader Mij heeft uitgezonden, zo zend Ik jullie uit.’
Na deze woorden blies Hij over hen heen en zei: ‘Ontvang de heilige Geest. Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven.’

Van Woord naar leven

Geliefde mensen,
een zalige hoogdag voor ieder van u.

Ieder van ons staat af en toe in brand. Ik bedoel daarmee: soms zijn er van die momenten dat we van binnenuit enorm enthousiast kunnen zijn voor iets. Met volle goesting en met een vurige passie geven we ons aan datgene dat we tot stand willen brengen of willen beleven.

Pinksteren is iets soortgelijks, met dit verschil dat het enthousiasme dat in je brandt, puur gave is. Ja, de heilige Geest wordt ons gegeven.
Dat is wat Maria en de leerlingen is overkomen: zij ontvingen de heilige Geest. De Heer had het hen beloofd. Ze moesten wachten en bidden. Aan dit laatste gaven ze gehoor en het beloofde is aan hen gebeurd.

Het wachten en bidden van Maria en de apostelen leert ons dat het gebed de grondhouding zou moeten zijn van ons leven, willen we leven in Gods Geest. Met grondhouding bedoel ik: leven in openheid, in ontvankelijkheid, in armoede, in verlangen, in leegte; leven met open handen, met open hart, je innerlijk richtend op God van wie je ontvangt.

Wat we nog kunnen leren van het feit dat Maria en de apostelen samen waren, is het belang van gemeenschap. Pinsteren gebeurt nooit aan het individu alleen. Het is in wezen een gemeenschapsgebeuren, zoals ook de Kerk dat is. In die zin is het de Geest die de gelovigen tot gemeenschap maakt. Hij brengt de gelovigen bij elkaar door hen deelgenoot te maken van hetzelfde innerlijke enthousiasme.

Nog een belangrijk feit in het Pinksterverhaal is de aanwezigheid van Maria. Dat zij erbij was is geen toevalligheid. Zij bad met de apostelen, en ging hen voor in het gebed. Zo ook wanneer ieder van ons, of de Kerk, bidt om Gods Geest. Maria gaat ons voor in het bidden, en bidt met ons, en wel als Moeder. Wanneer wij de Geest ontvangen is dat altijd mét haar. Dit is niet onbelangrijk. Het is goed je ervan bewust te zijn dat Maria bij je is wanneer je bidt. Ontvang haar. Wees blij en dankbaar om haar aanwezigheid. Wanneer je bewust met haar bidt, is je gebed zoveel voller, of zelfs sterker. Echt waar.

Paulus spreekt in de tweede lezing over de vruchten van de Geest. Het is goed een onderscheid te maken tussen de heilige Geest en de vruchten. Uiteraard zijn deze twee in wezen met elkaar verbonden, maar de vruchten zijn de Geest niet. De vruchten zijn de gevolgen van het ontvangen en dragen van de Geest.
De vruchten, zou je kunnen zeggen, is je leven ‘in Christus’. Hij, de Geest, maakt je tot deelgenoot van het leven in Christus, met de gekende mooie gevolgen van dien: liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.

De Geest is de ademstroom van God. Zijn waaien brengt ons in beweging en voert ons in Christus. Hij schenkt ons het innerlijk verlangen te leven in de Heer. Zijn gloed wekt ons, drijft ons, doet ons verlangen, enthousiasmeert ons. Wanneer wij ons toevertrouwen aan Christus, is dat omdat de Geest ons daartoe beweegt. Hij stuwt ons in de Heer. Hij geleidt ons in onze overgave. Hij is het inwendig vuur van ons geloof, de stuwkracht van ons ja-woord, het goddelijk liefdevol duwke in de rug dat we zo nodig hebben om ons te kunnen schenken aan Jezus.

Wie deze stroom van liefde toelaat, zal ervaren dat de Heer met hem, en in hem, werkzaam wordt. Vanuit Christus’ inwoning zal je inderdaad een liefdevol en vreugdevol leven leiden, getekend door vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, zachtmoedigheid,… de vruchten van de Geest, zoals we die vandaag hoorden opsommen door Paulus.

Lieve mensen,
laten we ons openen voor Gods Geest, bijzonder op deze Pinksterdag. Open je handen, open je hart, open je hele zijn, opdat je instrument mag worden of zijn van de Heer, God lovend in uw liefde-vol leven voor allen u gegeven. Laten we dit doen als gemeenschap; warm, fris en blij.

Nogmaals een zalige hoogdag !

kris

Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heilige Geest,
liefdevolle adem van de Vader, vervul ons met Gods warmte, zet ons hele zijn in vuur en vlam, om Gods Liefde in Christus te worden.
Kom Heilige Geest, schenk ons dat innerlijk enthousiasme dat ons doet werpen in de armen van de Heer, opdat wij door ons ja-woord aan Hem, Gods minne mogen zijn; Christus in ons, door ons, met ons.
Kom heilige Geest, stuw ons in het hart van ons bestaan; in God zelf.
Amen. Ja amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.