Tuinvriendin

Over een wederzijdse glimlach

Onze kinderen hebben de gewoonte om – met de beste en liefste intenties – her en der bloemen te plukken die ze dan met veel enthousiasme komen afgeven aan en voor mama of papa. We zetten ze dan in glaasjes water en plaatsen ze netjes naast elkaar op de vensterbank in de keuken. Het heeft iets fris en fleurigs, iets feestelijks, zeker wanneer de zon hen vanachter het glas beschijnt. In het beste geval hebben we per vaasje verschillende dagen ‘genot’.

Maar diep in mezelf denk ik dan: ‘Jammer toch voor die bloemen… in de weide zouden ze veel langer staan, ze maken de oevers van onze beken zo mooi, ze doen de natuur glimlachen’.

Gezien het enthousiasme van onze kinderen maken bloemen in eigen tuin dus weinig kans. Doch één bloem blijft – nu al gedurende enkele weken – staan. Aan de kinderen heb ik uitdrukkelijk gevraagd van deze bloem af te blijven. Het gaat om een paarse Hyacinthoides Non Scripta, ook wel een Wilde Hyacint genaamd. Het is een kleine, nederige bloem; eigenlijk een geheel van kelkjes. Zo mooi wanneer je haar in detail bewondert.

Met regelmaat staan we er met z’n allen rond, koesterend met onze ogen en vol zelfbeheersing haar niet te plukken. Ze is een soort tuinvriendin geworden.

Telkens wanneer we naar de composthoop lopen werpen we een blik op haar, met een inwendige knipoog.
En je mag daar nu van denken wat je wil, maar in onze beleving knipoogt ze terug.

Mooi om zien hoe Ward gisteren voor hij naar school vertrok even naar onze hyacint liep.

Wat hij precies tegen haar zei, of hoe intens hij glimlachte… Ik weet het niet. Maar ze hebben iets met elkaar, da’ s duidelijk.

Heerlijk toch.

Dank U, Moeder natuur !

kris

Onze tuinvriendin, de Hyacinthoides Non Scripta