‘Vreugde van mijn hart’ – Jo Hanssens

Wie Jo Hanssens zegt, zegt Pax Christi; een levenslang engagement voor vrede en gerechtigheid. Vijf korte fragmenten uit ‘Vreugde van mijn hart’.

Dit boek is één lange geloofsbelijdenis van een man met een passie voor geweldloosheid, zo schrijft Mark Van de Voorde in het voorwoord van Vreugde van mijn hart. Hij leerde Jo Hanssens lang geleden kennen, niet toevallig op een vredesmanifestatie. Die geweldloosheid omschrijft de priester zelf als ‘de weerloze kracht van het Lam dat mij indringend aankijkt’. In zijn boek citeert Hanssens uitvoerig uit de Bijbel en auteurs die hem inspireren: heel vaak paus Franciscus, maar ook bevrijdingstheologen en de thematiek van de Holocaust komen geregeld aan bod.

Uit ‘Vreugde van mijn hart’

1. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben nog andere christenen zoals Roger Schutz Joodse burgers in bescherming genomen en gered. Na de oorlog bouwde hij als frère Roger in het Bourgondisch dorpje Taizé verder aan een nieuwe oecumenische gemeenschap. Bij een bezoek aan die gemeenschap in 1962 werd ik getroffen door een zin die ik blijf koesteren: ‘Strijd en aanbidding putten uit éénzelfde bron, de gekruisigde en opgestane Christus die liefde is.’ Aanbidding is geen vlucht, wel een dankbare wijze van leven, gedragen door een volgehouden inzet voor gerechtigheid en vrede. De oecumenische gemeenschap van Taizé is tot op vandaag een kostbaar teken van vreugde en hoop, vrucht van de niet-aflatende werking van de Geest.
Na het Tweede Vaticaans Concilie droomde ik zoals velen van een arme en dienende Kerk. Ik vond onder meer inspiratie bij Hélder Câmara, de Braziliaanse bisschop die opriep tot een geweldloze revolutie voor vrede en rechtvaardigheid. In zijn musical Symfonie van de Twee Werelden riep hij uit, en zijn roep klinkt nog steeds: ‘Mens, mijn broeder, heel de schepping kijkt naar jou. De Geest waait. Wie zal het halen mens, mijn broeder? De Geest waait midden in de nacht.’

2. De eerste vrijheid die iedere mens bij zijn geboorte meekrijgt, is de vrijheid van geweten. Niemand kan zich ontplooien onder dwang en vervolging. We hebben de mogelijkheid om te handelen in eer en geweten. Wat een buitengewoon geschenk is dit voor ons als mens. […] Soms vraagt dit veel moed en innerlijke kracht. Wie tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn geweten volgde en weigerde om Joodse burgers uit te leveren aan de nazi’s, deed dit op risico van eigen leven. De Oostenrijkse boer Franz Jägerstätter bijvoorbeeld weigerde trouw te zweren aan Hitler en werd terechtgesteld op 9 augustus 1943. Nog anderen ondergingen eenzelfde lot.
Hoe consequent beleef ik de vrijheid die mij geschonken is? Wat doe ik bijvoorbeeld ten aanzien van mensen die niet of nauwelijks tot hun recht komen: mensen op de vlucht, mensen die gevangen zijn en gefolterd worden, mensen die misbruikt worden en met de dood bedreigd zijn? […]
Tijdens de jaarlijkse paasviering beloof ik mij te verzetten tegen onrecht en kwaad en de naaste van harte lief te hebben. Mijn naaste is niet alleen degene die mij welgezind is, maar evenzeer de vijand die mijn pad kruist. Mij verzetten tegen onrecht en kwaad kan ook betekenen dat ik in geweten inga tegen onrechtvaardige en misdadige bevelen.

3. De laatmiddeleeuwse Vlaamse schilders Jan en Hubert Van Eyck hebben het ‘Lam Gods’ op onnavolgbare en sublieme wijze uitgebeeld. Wie vandaag naar dit meesterwerk kijkt, wordt geraakt door de unieke schoonheid ervan. Er is echter meer dan schoonheid. Het Lam van God dat op een altaar staat en te midden van een menigte van engelen en heiligen en het pelgrimerende volk aanbeden wordt, kijkt de toeschouwer indringend met mensenogen aan. Het Lam interpelleert ieder die ernaar kijkt en vraagt: ‘Wat doet u zelf om kwaad, tirannie en geweld te keren?’

4. Ik herinner mij hoe ik door mijn ouders werd gestimuleerd om zorg te dragen voor de kleinste dingen. ‘Eén graantje kan duizend graantjes voortbrengen’, werd mij en mijn broers en zussen op het hart gedrukt.
Paus Franciscus noemt de noodzakelijke ommekeer niets minder dan een ecologische bekering, gevoed door de grote spirituele bronnen van de mensheid. ‘Deze bekering houdt het liefdevolle bewustzijn in dat men niet gescheiden is van de andere schepselen, maar met de andere wezens van het heelal een schitterende universele gemeenschap vormt. Een gelovige kijkt niet van buitenaf, maar van binnen uit naar de wereld en erkent daarbij de banden waarmee de Vader ons heeft verenigd met alle wezens’ (Laudato Si’, nr. 220).

5. ‘Ontwapenen om te ontwikkelen’, een eis die de vredesbeweging lanceerde tijdens de Koude Oorlog in de jaren 80 van vorige eeuw, is nog altijd niet gerealiseerd. Integendeel, de uitgaven voor bewapening op wereldvlak zijn sinds 1989, na het einde van de Koude Oorlog, meer dan verdubbeld. Waarop wordt gewacht om de beschikbare middelen anders te oriënteren en in te zetten voor een rechtvaardiger wereld en voor de bewoonbaarheid van onze aarde? Tijdens de coronacrisis werden we er elke dag aan herinnerd: ‘Draag zorg voor je medemens, draag zorg voor jezelf’. Waarom is het zo moeilijk om onze zorg te verbreden naar ons gemeenschappelijk huis, de aarde? Wie of wat houdt ons tegen?

Jo Hanssens, Vreugde van mijn hart. Hoop voor de wereld, Halewijn, Antwerpen, 2021

Bron: Kerknet.be