vrijdag in de 2e paasweek
Mooi toch, de lezingen in deze paastijd. Ze getuigen stuk voor stuk van Gods werkende kracht door mensen heen. Zijn Pasen door ons, met ons, in ons. Niet wij zijn de bouwers van zijn Rijk, maar Hij die door ons heen werkt. Zo ook vandaag: apostelen die blijven spreken ondanks tegenstand, en Jezus die met vijf broden een menigte voedt – door de gave van een kleine jongen. Moge het Woord ons ook vandaag in blijde overgave brengen aan Hem, Hij die met het geven van onszelf zijn liefde groot maakt in deze wereld.
Uit de Handelingen van de Apostelen 5, 34-42
De apostelen staan voor het Sanhedrin, maar het is duidelijk: het vuur van de Verrijzenis, dat in hen brandt, laat zich niet doven.
Een farizeeër die Gamaliël heette en die als wetsleraar bij het hele volk in aanzien stond, stond op. Hij gaf opdracht de apostelen een ogenblik naar buiten te brengen en zei vervolgens: ‘Israëlieten, overweeg nog eens goed wat u van plan bent met deze mensen te doen. Immers, enige tijd geleden wierp Teudas zich op als een man die het volk zou leiden, en ongeveer vierhonderd mensen sloten zich bij hem aan; hij werd gedood, zijn aanhang viel uiteen en verdween in het niets. Na hem was er Judas de Galileeër, die ten tijde van de volkstelling met zijn volgelingen in opstand kwam; ook hij ging ten onder, en al zijn volgelingen werden uiteengedreven. Daarom zeg ik u: houd u afzijdig van deze mensen en laat hen begaan, want als het mensenwerk is wat ze nastreven, zal het op niets uitlopen, maar als het Gods werk is, zult u niets tegen hen kunnen uitrichten, of het zou weleens kunnen blijken dat u tegen God strijdt.’
De leden van het Sanhedrin stemden met hem in en riepen de apostelen weer binnen. Ze lieten hen geselen, bevalen hun de naam van Jezus niet meer te gebruiken en lieten hen vrij.
De apostelen verlieten het Sanhedrin, verheugd dat ze waardig bevonden waren deze vernedering te ondergaan omwille van de naam van Jezus. Ze bleven dagelijks onderricht geven in de tempel of bij iemand thuis en gingen door met het verkondigen van het goede nieuws dat Jezus de messias is.
Tussenzang: Ps 27, 1 + 4 + 13-14
Refr.: Ik vraag aan de Heer één ding, het enige wat ik verlang: wonen in het huis van de Heer.
De Heer is mijn licht, mijn behoud,
wie zou ik vrezen?
Bij de Heer is mijn leven veilig,
voor wie zou ik bang zijn?
Ik vraag aan de Heer één ding,
het enige wat ik verlang:
wonen in het huis van de Heer
alle dagen van mijn leven,
om de liefde van de Heer te aanschouwen,
Hem te ontmoeten in zijn tempel.
Mag ik niet verwachten
de goedheid van de Heer te zien
in het land van de levenden?
Wacht op de Heer,
wees dapper en vastberaden,
ja, wacht op de Heer.
Vers voor het evangelie
Alleluia.
Christus stond op uit het graf
en werd een Licht voor allen
die Hij vrijkocht in zijn bloed.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Johannes 6, 1-15
Het evangelie voert ons naar een heuvel bij het meer van Galilea, waar Jezus oog krijgt voor een hongerige menigte. Wat volgt, is geen logistieke oplossing, maar een teken van Gods overvloed, geboren uit een klein gebaar dat Hij in handen neemt.
Jezus ging naar de overkant van het Meer van Galilea (ook wel het Meer van Tiberias genoemd). Een grote menigte mensen volgde Hem, omdat ze gezien hadden welke tekenen Hij bij zieken verrichtte.
Jezus ging de berg op, en ging daar met zijn leerlingen zitten. Het was kort voor het Joodse pesachfeest.
Toen Jezus om zich heen keek en zag dat die menigte naar Hem toe kwam, vroeg Hij aan Filippus: ‘Waar kunnen we brood kopen om deze mensen te eten te geven?’
Hij vroeg dat om Filippus op de proef te stellen, want zelf wist Hij al wat Hij zou gaan doen.
Filippus antwoordde: ‘Zelfs tweehonderd denarie zou niet voldoende zijn om iedereen een klein stukje brood te geven.’
Een van de leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, zei: ‘Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen – maar wat hebben we daaraan voor zoveel mensen?’
Jezus zei: ‘Laat iedereen gaan zitten.’
Er was daar veel gras, en ze gingen zitten; er waren ongeveer vijfduizend mensen.
Jezus nam de broden, sprak het dankgebed uit en verdeelde het brood onder de mensen die er zaten. Hij gaf hun ook vis, zo veel als ze wilden. Toen iedereen volop gegeten had zei Hij tegen zijn leerlingen: ‘Verzamel nu de overgebleven stukken brood, zodat er niets verloren gaat.’
Dat deden ze en ze vulden twaalf manden met wat overgebleven was van de vijf gerstebroden die men had gegeten.
Toen de mensen het teken zagen dat Hij verricht had, zeiden ze: ‘Hij moet wel de profeet zijn die in de wereld zou komen.’
Jezus begreep dat ze Hem wilden dwingen mee te gaan, om Hem dan tot koning uit te roepen. Daarom trok Hij zich terug op de berg, alleen.
Van Woord naar leven
GESCHILDERD DOOR GENADE
De eerste lezing van vandaag neemt ons mee naar de begindagen van de Kerk. We zijn in het Sanhedrin, waar de apostelen terechtstaan. Met twaalf waren ze. Ongewapend. Onbeduidend in de ogen van hun tijdgenoten. En toch konden ze niet zwijgen over wat ze hadden gezien en gehoord. Niet omdat ze zichzelf wilden bewijzen, maar omdat er iets groters in hen brandde: de kracht van de Verrijzenis.
Zelfs na een geseling verlieten ze het Sanhedrin met vreugde. Niet omdat ze pijn wilden, maar omdat ze zich opgenomen voelden in het werk van God. Ze hadden Jezus ontmoet. Ze konden niet anders meer dan Hem verkondigen.
In het evangelie zien we iets soortgelijks gebeuren. Een menigte stroomt toe, hongerig naar woorden en brood. Jezus wendt zich tot Filippus, die meteen rekent: tweehonderd denarie zijn niet genoeg. Menselijke logica botst op de realiteit van tekorten. Ook wij kijken vandaag vaak naar onszelf en onze beperkte mogelijkheden, en zeggen: wat wij kunnen is te weinig, onze middelen zijn ontoereikend, onze woorden te zwak. Er zijn steeds minder priesters, en de enkelen die overblijven hollen van parochie naar parochie. De eucharistie raakt uit beeld. Het doopsel wordt een zeldzaamheid. Pasen lijkt soms herleid tot paaseitjes en lentefeesten. In parochieploegen zoeken mensen vergeefs naar opvolgers. Jongeren vinden nauwelijks aansluiting. En dan klinkt het in ons hoofd: wat kunnen we doen? Maar Jezus zegt: rustig, laat iedereen gaan zitten. Breng wat je hebt. Ik doe de rest.
Het Rijk van God groeit niet door wat wij bedenken, plannen of controleren. Het ontstaat waar mensen zich toevertrouwen aan Gods werk. Zoals het was in de jonge Kerk. Gamaliël begreep het goed: wat van mensen komt, vergaat. Wat van God komt, houdt stand.
De Geest werkt vaak in het verborgene – als gist in het deeg. Zoals die jongen zijn vijf broden gaf, zo mogen ook wij het kleine brengen dat we hebben. Niet omdat het op zichzelf volstaat, maar omdat God het aanraakt en vermenigvuldigt.
God vraagt van zijn Kerk niet dat ze een gemeenschap van helden is. Wel mensen die zich durven toevertrouwen. Die met open handen en een warm hart hun plaats innemen in Gods verhaal. Jezus wil leven en werken door ons heen – dáárover gaat het. Laat dat ons gebed zijn: dat Hij door ons heen zijn Koninkrijk bouwt. Laat ons medescheppers zijn, maar altijd in verbondenheid met Hem. Anders loopt het vroeg of laat vast.
En als het kan: vreugdevol. Evangelische vreugde is geen oppervlakkig enthousiasme, maar de diepe vreugde van wie weet: ik hoef het niet alleen te doen. Hij is het die leeft en werkt in mij. En dat is genoeg – voor mij, en voor ons als Kerk.
Laten we bidden
Heer,
wij hoeven het niet alleen te doen.
U bent het die leeft en werkt in ons.
Leer ons te vertrouwen op uw Geest.
Laat ons vreugde vinden in uw nabijheid
en moed in onze overgave.
Bouw uw koninkrijk door ons heen,
zoals de Vader het bedoelt.
In uw naam.
Amen.
Geliefde mensen, laat ons blijde penselen zijn in Gods hand. Moge Hij met ons de kleuren van zijn liefde schilderen op het doek van deze dag.
Alle Goeds, kris
Om mee op weg te gaan
Sta eens stil bij de vraag: leef ik als een instrument in Gods hand, of probeer ik zelf de held van mijn verhaal te zijn? Durf ik mezelf aan Hem toe te vertrouwen, in plaats van alles per se te willen doen vanuit mijn eigen ik? Mag Hij vandaag door mij heen aanwezig zijn – in wat ik zeg, wat ik kies en hoe ik er ben voor anderen?
Blog ‘Van Woord naar leven’
Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.
Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.