vrijdag in week 27 door het jaar

Uit de brief van Paulus aan de Galaten 3, 7-14

We zijn geroepen dienaars van de Geest te zijn, en geen slaven van de wet.

Broeders en zusters,
u ziet dat zij die geloven kinderen van Abraham zijn. En de Schrift, die voorzag dat God ook de andere volken door geloof rechtvaardig zou verklaren, verkondigde het evangelie al lang tevoren aan Abraham: ‘In jou zullen alle volken gezegend worden.’ En dus wordt iedereen die gelooft samen met Abraham, de gelovige, gezegend. 
Maar wie zijn vertrouwen stelt in het naleven van de wet, leeft onder een vloek, want er staat geschreven: ‘Vervloekt is eenieder die zich niet houdt aan alles wat in het boek van de wet geschreven staat.’ Dat niemand voor God als rechtvaardig geldt omdat hij de wet naleeft, is volkomen duidelijk, want ‘de rechtvaardige zal leven door geloof’. Bij de wet daarentegen gaat het niet om geloof, want er staat: ‘Wie doet wat de wet voorschrijft, zal leven.’ 
Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons vervloekt te worden, want er staat geschreven: ‘Vervloekt is ieder mens die aan een paal hangt.’ Zo zouden in Christus Jezus alle volken delen in de zegen van Abraham en zouden wij, zoals is beloofd, door geloof de Geest ontvangen.


Psalm 111, 1-6

Refr.: Eeuwig gedenkt God zich zijn verbond.

Ik wil de Heer loven met heel mijn hart
in de grote kring van oprechten.
Machtig zijn de werken van de Heer,
wie ze liefheeft, onderzoekt ze.

Zijn daden hebben glans en glorie,
zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor altijd.
Hij stelde een gedenkdag in voor zijn wonderen,
genadig en liefdevol is de Heer.

Hij gaf voedsel aan wie Hem vrezen,
eeuwig gedenkt Hij zijn verbond.
Hij toonde zijn volk de kracht van zijn daden
en gaf hun het land van andere volken.


Vers voor het evangelie

Alleluia.
Uw woorden, Heer, zijn geest en leven;
uw woorden zijn woorden van eeuwig leven.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Lucas 11, 15-26

Jezus drijft een duivel uit. Tegen de aantijging, dat Hij dit door Beëlzebul, de vorst der duivelen, zou hebben gedaan, getuigt Jezus dat wel degelijk God hiervan aan de oorsprong ligt. Voor Hem is dat een teken dat het messiaanse Rijk gekomen is.

Toen Jezus eens een duivel had uitgedreven zeiden enkelen: ‘Dankzij Beëlzebul, de vorst der demonen, kan Hij demonen uitdrijven.’ Anderen verlangden van Hem een teken uit de hemel om Hem op de proef te stellen. 
Maar Hij kende hun gedachten en zei tegen hen: ‘Elk koninkrijk dat innerlijk verdeeld is gaat te gronde, en huis na huis stort in. Als ook Satan innerlijk verdeeld is, hoe kan zijn koninkrijk dan standhouden? Toch zeggen jullie dat Ik dankzij Beëlzebul demonen uitdrijf! Als Ik inderdaad dankzij Beëlzebul demonen uitdrijf, door wie drijven jullie eigen mensen ze dan uit? Zij zullen dan ook jullie rechters zijn! Maar als Ik door Gods hand demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God bij jullie gekomen. Wanneer een sterk, goed bewapend man zijn domein bewaakt, dan zijn zijn bezittingen veilig. Maar zo gauw iemand die sterker is hem aanvalt en hem overwint, dan neemt die sterkere hem de wapenrusting waarop hij vertrouwde af en verdeelt hij de buit. 
Wie niet met Mij is, is tegen Mij, en wie niet met Mij samenbrengt, drijft uiteen.
Wanneer een onreine geest iemand verlaat, trekt hij door dorre oorden, op zoek naar een rustplaats. Maar als hij die niet vindt, zegt hij: “Ik zal terugkeren naar mijn huis, dat ik verlaten heb.” En wanneer hij terugkeert, merkt hij dat het schoongemaakt is en op orde gebracht. Dan gaat hij weg en haalt er zeven andere demonen bij, slechter dan hijzelf, en ze nemen daar blijvend hun intrek. En zo is de mens bij wie de demon intrekt er ten slotte veel slechter aan toe dan voorheen.’

Van Woord naar leven

Wie niet met Mij is, is tegen Mij, en wie niet met Mij samenbrengt, drijft uiteen. Zo horen we vandaag uit de mond van Jezus.

Vandaag wordt er wereldwijd nogal wat uiteengedreven. Terwijl de mens geroepen is om samen te brengen en gemeenschap te beleven; als het kan in Jezus’ naam. De huidige oorlog in Oekraïne is daar een mooi voorbeeld van. Maar ook dichterbij, en misschien wel in onze eigen onmiddellijke omgeving, zien we het dagdagelijks gebeuren.

Er zijn twee oorzaken die gewoonlijk aan de basis liggen van dit fenomeen. Dat is menselijk onvermogen, én het kwaad. Onvermogen en kwaad zijn niet per definitie synoniemen. Wanneer bijvoorbeeld een koppel het niet klaar speelt om liefdevol met elkaar om te gaan kan het zijn dat onvermogen hier aan de basis ligt. Niet kunnen beminnen, de ander niet kunnen ontvangen, en daardoor geen relatie in stand kunnen houden, kan puur onvermogen zijn waarvan de oorzaak niet altijd even duidelijk is. We moeten daar altijd met veel begrip en barmhartigheid naar kijken.

Maar het kwaad kan dus ook een oorzaak zijn van uiteendrijven. Dit kan binnen relaties zijn. Ook de huidige crisis in Oekraïne vind ik daar persoonlijk een mooi voorbeeld van. Of hoe Islamistische Staat enige tijd geleden te werk ging. Soms gebeuren er zaken die – misschien zeg ik het wat kort door de bocht – een belichaming zijn van het kwaad, alsof de satan zelf ermee gemoeid is.

Ik krijg wel eens de vraag: ‘Kris, geloof je in het bestaan van de duivel?’ Dan zeg ik altijd dat ik er geen voorstelling van kan maken, maar wel dat ‘hem’ bezig zie in de wereld, in de zin van: er zijn inderdaad zaken die op een soort bezetenheid lijken van het kwade. Alsof het kwaad bezit neemt van mensen of van situaties. Het goede lijkt afwezig terwijl het kwade hoogtij viert. Ik weet dat je voorzichtig moet zijn met oordelen, en al zeker met veroordelen. Maar vaststellen is niet verboden. En onderscheid maken mag ook. Vaststellen en onderscheiding heeft niets met oordelen te maken, maar met het gebruik van gezond waarmee je de wereld inkijkt. En dan zie je soms het kwaad aanwezig met als symptoom: verdeeldheid en uiteendrijving.
Ook in jezelf: ook daar kan chaos ontstaan omdat het kwaad je hart – bij wijze van spreken – uit elkaar rukt omdat het kwade alle ruimte krijgt. Het verhaal van de balk en de splinter mogen we hier gerust in het achterhoofd houden.

Vraag is: hoe gaan we om met de aanwezigheid van het kwaad, zowel in de grote wereld, als in onze kleine omgeving, alsook het kwaad in onszelf?
Als Bijbelcitaat (via de dagelijkse e-mail) had ik gekozen: ‘Laten we ons ontdoen van de praktijken van de duisternis en ons omgorden met de wapens van het licht’ (Rom.13,12b). Twee sleutels van hoe we kunnen omgaan met het kwade: ons ontdoen van duistere praktijken, en ons omgorden met de wapens van het licht.

Ons ontdoen van duistere praktijken: Kiezen dus. Duidelijk kiezen om zelf te stoppen met kwaad te doen, of het kwade in onszelf of in ons gedrag toe te laten. Heiligen zullen we niet meteen zijn, maar kiezen ons best te doen niet toe te geven aan neigingen om op welke wijze ook het kwade toe te laten is wel degelijk mogelijk. Niet uit angst, niet omdat het moet, maar uit liefde voor God, uit liefde voor de waarheid, uit liefde voor de liefde, goed wetend dat de weg van het kwaad enkel miserie brengt en de weg van het goede enkel heil; zowel voor de ander alsook voor jezelf. En bovenal: goed wetend dat je hierdoor werkt aan Gods Rijk op deze wereld door het volbrengen van zijn wil.

Je omgorden met de wapens van het licht: gebed en liefdevol leven. Gebed bedoeld als het ontmoeten van de Heer, je laten opnemen door Hem, je wentelen in zijn aanwezigheid, én de wereld biddend neerleggen in de schoot van de Heer. Een liefdevol leven is alles wat je doet trachten te doen in de Vrede van God, vanuit je biddende overgave aan Hem, wakker kijkend waar je zijn liefde concreet gestalte kan geven: in stille bezigheden én naar mensen toe.

Gebed en naastenliefde: twee wapens van het licht waarmee we het kwade kunnen verdrijven, waarmee we eenheid en gemeenschap kunnen scheppen.

Laten we er ons van harte aan geven.

Een mooie vrijdag,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Vader,
mogen wij leven als kinderen van U, kinderen van het licht, de liefde erend door haar te belichamen in al ons doen en laten. Mogen wij zo gemeenschap vormen met allen, opdat uw goedheid een gezicht mag krijgen in de wereld waarin wij leven.
Door Christus, onze Heer. Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.