vrijdag in week 28 door het jaar

Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 4, 1-8

Wanneer Paulus de eerste christenen tracht duidelijk te maken wat geloven is, verwijst hij naar het geloof van Abraham. Onze godsdienst is immers geen systeem dat keurig omschrijft en bepaalt wat geloven is. Het is veeleer een ontmoeting met een persoonlijke God waarvoor men zich persoonlijk inzet.

Broeders en zusters,
wat moeten wij nu zeggen over Abraham, de stamvader van ons volk? Wat heeft hij ondervonden? Indien hij rechtvaardig verklaard zou zijn op grond van zijn daden, dan had hij zich daarop kunnen laten voorstaan. Maar niet tegenover God, want wat zegt de Schrift? ‘Abraham vertrouwde op God, en dat werd hem als rechtvaardigheid toegerekend.’ Iemand die werkt, krijgt zijn loon niet als een gunst maar als een recht. Maar als iemand zelf niets inbrengt, maar wel zijn vertrouwen stelt in Hem die de schuldige vrijspreekt, dan wordt zijn vertrouwen hem als rechtvaardigheid toegerekend. Zo prijst ook David de mens gelukkig die, zonder eigen inbreng, door God rechtvaardig wordt verklaard: ‘Gelukkig de mens wiens onrecht is vergeven, wiens zonden zijn bedekt; gelukkig de mens wiens zonde de Heer niet telt.’ 

Psalm 32, 1 + 2 + 5 + 11

Refr.: Verheug u in de Heer, rechtvaardigen, en juich!

Gelukkig de mens wiens ontrouw wordt vergeven,
wiens zonden worden bedekt.
Gelukkig als de Heer zijn schuld niet telt,
als in zijn geest geen spoor van bedrog is.

Toen beleed ik U mijn zonde,
ik dekte mijn schuld niet toe,
ik zei: ‘Ik beken de HEER mijn ontrouw’,
en U vergaf mij mijn zonde, mijn schuld.

Verheug u in de Heer,
rechtvaardigen, en juich,
zing het uit,
u die oprecht bent van hart.

Vers voor het evangelie (Ps 111, 7)

Alleluia.
Rechtvaardig en eerlijk

is het werk van Gods handen;
uit al zijn regels blijkt zijn trouw.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Lucas 12, 1-7

Als de indruk die mensen op anderen maken goed is, lijkt hen alles in orde. Wat zullen ze wel denken van mij als dat moest uitkomen. Ze zorgen er voor dat het niet uitkomt, en denken dat ze dan verder kunnen. Zo bedriegen ze zichzelf, want niets blijft verborgen. Ze zijn wat ze zijn, en wat anderen daarover denken verandert hen niet.

Er had zich een enorme menigte verzameld. De mensen verdrongen elkaar, maar Jezus richtte zich eerst tot zijn leerlingen: ‘Hoed je voor de zuurdesem, dat wil zeggen de huichelarij van de farizeeën. Niets is verborgen dat niet onthuld zal worden, en niets is geheim dat niet bekend zal worden. Alles wat jullie in het donker zeggen, zal in het licht worden gehoord, en wat jullie binnenskamers in iemands oor fluisteren, zal van de daken geschreeuwd worden. Tegen jullie, mijn vrienden, zeg Ik: wees niet bang voor degenen die wel je lichaam kunnen doden, maar daarna niets meer tegen je kunnen uitrichten. Ik zal jullie zeggen voor wie je bang moet zijn. Wees bang voor Hem die de macht heeft om iemand niet alleen te doden maar daarna ook in de Gehenna te werpen. Ja, Ik zeg jullie: wees bang voor Hem! Wat kosten vijf mussen? Bijna niets. Toch wordt er niet één door God vergeten. Zelfs de haren op jullie hoofd zijn alle geteld. Wees niet bang, jullie zijn meer waard dan een hele zwerm mussen.’

Van Woord naar leven

ALERTHEID VOOR DE LIEFDE
(Bij Lc 12, 1-7)

‘Wees bang voor Hem die de macht heeft om iemand niet alleen te doden maar daarna ook in de Gehenna te werpen. Ja, Ik zeg jullie: wees bang voor Hem!’

Deze woorden uit het evangelie doen ons schuifelen op onze stoel of ons gebedsmatje. Ze maken het ons ongemakkelijk. Zo vaak wordt er gezegd dat angst een slechte raadgever is, en nu komt Jezus met die woorden: ‘Wees bang voor Hem!’

Het gaat hier niet zozeer over angst hebben voor God, voort de hel of wat dan ook. Het gaat over op je hoede zijn. Zijn er zaken in mijn leven die mij doen wegdrijven van God? Dat vraagt waakzaamheid, oplettendheid, alertheid. Het gaat hier over een ‘vrees’ die zijn fundament heeft in de liefde tot God en medemens. Geen angst die me doet wegkwijnen uit schrik voor een dreigende Godsvinger boven mijn leven. Het gaat veeleer over een ontzag voor God die – bij wijze van spreken – niet kan verdragen dat we afdwalen van de liefde.

Als uitspraken van Jezus ons stroef overkomen, of het ons ongemakkelijk maken, is het goed deze woorden in stilte te bemediteren.

God, wat wilt U me zeggen? Help mij U te begrijpen. Sta me bij uw Woord te doorgronden.

Tijd en stilte koesteren om in de Geest te verwijlen bij het Woord is van fundamenteel belang. Het zal ons niet enkel doen begrijpen, maar het zal ons ook in innige relatie brengen met de Heer, de grond van ons gebeds- en biddend leven.

Wel, wie in stilte de woorden van de Heer van vandaag ‘Wees bang voor Hem!’ welkom heet en ze ontvangt als woorden van God, zal niet anders kunnen dan ze beluisteren uitgesproken in liefde. Alle woorden van Jezus zijn immers in liefde uitgesproken. Ook deze van vandaag.

In zijn Woord wil Jezus ons optillen, ons bevrijden uit dat kleine wereldje van onszelf dat zo vaak met zijn eigen handeltje bezig is. ‘Wees op je hoede’, zegt Jezus. Leef aandachtig, waakzaam voor de liefde die je voortdurend uitnodigt in haar te leven.

Laten we bidden

Vader,
vervul ons met ontzag voor U,
oplettend en aandachtig
voor uw uitnodiging tot liefde.
Mogen wij ons kleine ja
leggen in het grote ja van uw Zoon.
Opdat we, vervuld van zijn genade,
uw lied van liefde mogen zingen,
als een lofzang zonder ophouden.
In Christus, onze Broer en Heer.
Amen.

Moge het Woord ook vandaag onze gids zijn in het leven.
Een mooie vrijdag voor ieder van jullie.

kris

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.