vrijdag in week 29 door het jaar

Vanaf vandaag is er de mogelijkheid om, voor wie dit wenst, deze pagina af te printen zonder afbeeldingen. Op je print krijg je dan de ‘Lezingen van de dag’, ‘Van Woord naar leven’, en ‘Laat ons bidden’. Klik daarvoor op het icoontje naast ‘vrijdag in week 29 door het jaar’. Van harte, kris

Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 7, 18-25a

Paulus drukt in deze lezing een diep menselijke ervaring uit. Dikwijls lukken wij niet in het goede dat we willen terwijl het kwade – dat we niet willen – steeds weer opduikt. Paulus biedt hiervoor een oplossing: Jezus Christus, onze Heer. God zij gedankt!

Broeders en zusters,
ik besef dat in mij, in mijn aardse natuur, het goede niet aanwezig is. Ik wíl het goede wel, maar het goede doen kan ik niet. Want ik doe niet wat ik wil, het goede, maar juist wat ik niet wil, het kwade, dat doe ik. Maar wanneer mijn daden in strijd zijn met mijn wil, ben ik daar niet meer zelf de oorzaak van, maar de zonde die in mij woont. Ik ontdek in mezelf dus de wetmatigheid dat het kwade zich aan mij opdringt, ook al wil ik het goede doen. Innerlijk stem ik vol vreugde in met de wet van God, maar in alles wat ik doe zie ik die andere wet. Hij voert strijd tegen de wet waarmee ik met mijn verstand instem en maakt van mij, in heel mijn doen en laten, een gevangene van de wet van de zonde. Wie zal mij, ongelukkig mens, redden uit dit bestaan dat beheerst wordt door de dood? God zij gedankt, die ons redt door Jezus Christus, onze Heer. 

Psalm 119, 66 + 68 + 76 + 77 + 93 + 94

Refr.: God, onderwijs mij in uw wetten.

Leer mij goed oordelen en onderscheiden,
ik heb vertrouwen in uw geboden.
U bent goed en U doet goed,
onderwijs mij in uw wetten.

Moge uw liefde mij vertroosten,
zoals U aan uw dienaar hebt beloofd.
Heb mededogen met mij, en ik zal leven,
uw wet verheugt mij.

In eeuwigheid zal ik uw regels niet vergeten,
daardoor houdt U mij in leven.
Ik ben van U, red mij,
want steeds zoek ik uw regels.

Alleluia. (ps. 119, 105)
Uw woord is een lamp voor mijn voet, Heer,
een licht op mijn pad.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Lucas 12, 54-59

Zien wij ook in deze tijd de tekenen van de Heer?

Jezus sprak tot de menigte:
‘Wanneer jullie een wolk zien opkomen in het westen, zeggen jullie meteen dat er regen op komst is, en dat is ook zo. En wanneer jullie merken dat de wind uit het zuiden komt, zeggen jullie dat er hitte op komst is, en dat is ook zo. Huichelaars! De aanblik van de aarde en de hemel kunnen jullie duiden, hoe kan het dan dat jullie deze tijd niet kunnen duiden? Waarom bepalen jullie niet uit jezelf wat juist is? Als je met je tegenstander op weg bent naar een hoge autoriteit, doe dan moeite om nog onderweg tot een vergelijk met hem te komen, anders sleept hij je voor de rechter, en de rechter zal je uitleveren aan de gerechtsdienaar, en die zal je in de gevangenis gooien. Ik zeg je: dan kom je niet vrij voor je ook de laatste cent betaald hebt.’

Van Woord naar leven

Vandaag lezen we bij Paulus: ‘Ik doe niet wat ik wil, het goede, maar juist wat ik niet wil, het kwade, dat doe ik.’

Heerlijke Paulus. Zo menselijk. Zo herkenbaar. Ja, ik ben blij en dankbaar te lezen dat ook de grote Paulus hiermee vocht. Want voeren we niet allen die strijd? Diep vanbinnen weten we hoe het moet, en dragen we zelfs de oprechte intentie hieraan gehoor te geven… de praktijk echter leert ons dat het gebeurt dat we niet doen wat we willen. De mens is, wat dit betreft, een merkwaardig wezen.

Het zegt iets over de innerlijke strijd tussen het volgen van ons ego versus het volgen van Gods stem. Een inwendig oorlogje dat ieder – de ene allicht al meer dan de andere – dagelijks moet uitvechten.

Hoewel… uitvechten… Moeten we dit echt zelf uitvechten?
In zekere zin toch wel, ja. Zoals we gisteren zeiden: we moeten bereid zijn de keuze te maken voor God, tegen het kwaad. De keuze om te leven in Christus. Die keuze moet ieder van ons maken, en daar zijn wij als persoon geheel verantwoordelijk voor.
Anderzijds moeten we de Heer zijn werk laten doen, en moeten wij gaan staan in de stroom van zijn genade, zodat de omvorming naar Gods liefde meer en meer vorm kan krijgen.

Ja, vorm krijgen. Want gewoonlijk gebeurt dit gestaag, van dag op dag, met veel vallen en telkens opnieuw weer opstaan, ons hand leggend in Gods hand, ons toevertrouwend aan zijn Zoon.

Het dagelijks gebed, het stil verwijlen in de Heer, is de sleutel om in Gods genade te kunnen staan.
Laat toe dat Hij je aanraakt, je optilt, je opneemt in Zichzelf.
Vraag om innerlijke groei, rustend in Hem.

Ik wens je alvast een mooie en diepe gods-ontmoeting.

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer God,
wij danken U om uw hand die Gij voortdurend naar ons uitstrekt doorheen uw Zoon. Geef ons de nederigheid en de liefde onze hand in de uwe te leggen, ons ten diepste toevertrouwend aan Christus. Opdat wij die weg mogen gaan die Hij met ons wilt gaan.
In zijn naam. Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.