vrijdag in week 31 door het jaar

Uit de brief van Paulus aan de christenen van Rome 15, 14-21

Paulus schetst hier zijn ambt als apostel. Op hun wijze delen de priesters in dit ambt. God geeft hun de genade om dienaren van Christus te zijn onder de heidenen, opdat deze een welgevallige offerande worden, gewijd door de heilige Geest.

Broeders en zusters,
ik ben er vast van overtuigd dat u inderdaad niets dan het goede wilt en dat uw inzicht nergens tekortschiet, zodat u ook in staat bent om elkaar terecht te wijzen. Ik heb u hier en daar nogal vrijmoedig geschreven, maar alleen om u te herinneren aan wat u al weet. Ik doe dat vanwege de genade die God mij geschonken heeft: ik moet in volledige toewijding aan zijn evangelie een dienaar van Christus Jezus voor de heidense volken zijn, zodat zij een God welgevallig offer kunnen worden, geheiligd door de heilige Geest. 
Dat ik trots kan zijn op mijn werk voor God, dank ik aan Christus Jezus. Ik mis de vrijmoedigheid om over iets anders te spreken dan wat Christus met het oog op de gehoorzaamheid van de volken door mij tot stand heeft gebracht – door wat ik heb gezegd en gedaan, door krachtige tekenen en wonderen die ik heb verricht door de macht van Gods Geest. Zo heb ik vanaf Jeruzalem tot aan Illyrië overal het evangelie van Christus verspreid. Daarbij heb ik er altijd een eer in gesteld het niet op plaatsen te verkondigen waar Christus al bekend was. Ik wilde niet op het fundament van een ander bouwen, want er staat geschreven: ‘Zij aan wie Hij niet verkondigd is, zullen zien; zij die niet over Hem hebben gehoord, zullen tot inzicht komen.’ 

Psalm 98, 1-4

Refr.: Juich de Heer toe, heel de aarde !

Zing voor de Heer een nieuw lied:
wonderen heeft Hij verricht.
Zijn rechterhand heeft overwonnen,
zijn heilige arm heeft redding gebracht.

De Heer heeft zijn overwinning bekendgemaakt,
voor de ogen van de volken zijn gerechtigheid onthuld.
Hij heeft gedacht aan zijn liefde en trouw
voor het volk van Israël.

De einden der aarde hebben het gezien:
de overwinning van onze God.
Juich de Heer toe, heel de aarde,
juich en jubel, zing het uit.

Alleluia. (Joh. 14, 23)
Wanneer iemand Mij liefheeft, zegt de Heer,
zal hij zich houden aan wat Ik zeg,
mijn Vader zal hem liefhebben
en mijn Vader en Ik zullen bij hem komen
en bij hem wonen. 
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Lucas 16, 1-8

Men is verwonderd de Heer de oneerlijkheid van de rentmeester te horen prijzen. Het is eerder de handigheid waarmee deze man zich uit zijn hachelijke situatie redt, die wordt geprezen. Elke christen zou even handig moeten zijn om het heil te bereiken dat hem wordt aangeboden.

Jezus richtte zich tot zijn leerlingen:
‘Er was eens een rijke man die een rentmeester had en te horen kreeg dat de rentmeester zijn eigendommen verkwistte. De rijke man riep de rentmeester bij zich en zei tegen hem: “Wat hoor ik over jou? Leg verantwoording af van je beheer, want je kunt niet langer rentmeester blijven.” Toen zei de rentmeester bij zichzelf: Wat moet ik doen nu mijn heer mij het beheer afneemt? Werken op het land kan ik niet, en voor bedelen schaam ik me. Maar ik weet al wat ik moet doen om ervoor te zorgen dat de mensen, wanneer ik van mijn beheerderstaak ben ontheven, mij bij hen thuis ontvangen. Een voor een riep hij de schuldenaars van zijn heer bij zich. De eerste vroeg hij: “Hoeveel bent u mijn heer schuldig?” “Honderd vaten olijfolie,” antwoordde de schuldenaar. De rentmeester zei tegen hem: “Hier is uw schuldbewijs, ga zitten en maak er gauw vijftig van.” Daarna vroeg hij aan de volgende schuldenaar: “En u, hoeveel bent u schuldig?” “Honderd balen graan,” luidde het antwoord. De rentmeester zei: “Hier is uw schuldbewijs, maak er tachtig van.” En de heer prees de oneerlijke rentmeester omdat hij slim had gehandeld.
De kinderen van deze wereld gaan immers slimmer met elkaar om dan de kinderen van het licht. 

Van Woord naar leven

Jezus roept op om een voorbeeld te nemen aan de slimheid van zij die alles en allen misbruiken om hun eigen ego te strelen. En dan gaat het natuurlijk niet om wat zij doen, maar wel om de wijze waarop zij hun ding doen: slim, vastberaden, creatief, ervoor gaan, zich gevend aan de zaak.

Het is uit je comfortzone treden, kiezen om Kerk te zijn, vastberaden en verstandig, geen cocooning, maar als katholiek de wereld omarmen, met een bijzondere genegenheid voor wat verloren dreigt te lopen; naar het voorbeeld van Jezus, die niet gekomen is voor de zieke maar voor de zondaar. Het is oog en hart hebben voor het broze in de wereld, in ieder ander, ook in jezelf.

Het is leven in een voortdurende houding de ander de voeten te willen wassen.

Laat de medemens (iedere medemens, zonder enig onderscheid) de zin zijn van je bestaan, als een oproep van God de liefde te bezingen.

Kom mensen, laten we als Kerk creatief in het leven staan, ons hele zijn gevend aan de liefde, vanuit onze innige gehechtheid aan de Heer.

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God,
geef dat wij steeds in Christus mogen handelen; slim, eerlijk en rechtvaardig. Moge uw heilige Geest daarbij onze leidsman zijn, uw warme stuwing die ons in overgave brengt aan de Heer.
Om deze genade bidden wij, in Christus, onze Heer. Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.