vrijdag na 1 jan

Ofschoon het vandaag 6 januari is – Openbaring van de Heer – is dit feest verschoven naar volgende zondag.

Uit de eerste brief van Johannes 5, 5-13

De Geest getuigt in ons dat Jezus de Zoon van God is, en dat God ons zijn eigen leven meedeelt in Jezus. Wie leeft in de Geest draagt de zekerheid in zich dat hij deel neemt aan het ware leven.

Vrienden,
wie anders kan de wereld overwinnen dan iemand die gelooft dat Jezus de Zoon van God is? Hij, Jezus Christus, is gekomen door water en bloed – niet door het water alleen, maar door het water en het bloed. En de Geest getuigt ervan, omdat de Geest de waarheid is. Er zijn dus drie getuigen: de Geest, het water en het bloed, en het getuigenis van deze drie is eensluidend. 
Als we het getuigenis van mensen aannemen, zullen we zeker het getuigenis van God aannemen, dat zoveel meer gezag heeft, want het is het getuigenis dat God over zijn Zoon gegeven heeft. 1
Wie in de Zoon van God gelooft, draagt het getuigenis in zich. Wie God niet gelooft, maakt Hem tot leugenaar, omdat hij geen geloof hecht aan het getuigenis dat God over zijn Zoon gegeven heeft. Dit getuigenis luidt: God heeft ons eeuwig leven geschonken en dat leven is in zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven. Wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet.
Dit alles schrijf ik u omdat u moet weten dat u eeuwig leven hebt, u die gelooft in de naam van de Zoon van God.



Psalm 147, 12-15 + 19-20

Refr.: Prijs Jeruzalem, prijs de Heer!

Prijs, Jeruzalem, prijs de Heer,
loof, Sion, loof je God.
Hij heeft de grendels van je poorten versterkt,
het volk binnen je muren gezegend.

Hij geeft je vrede en veilige grenzen,
met vette tarwe stilt Hij je honger.
Hij zendt zijn bevelen naar de aarde,
vlug als een renbode gaat zijn woord.

Hij maakt zijn woorden aan Jakob bekend,
zijn wetten en voorschriften aan Israël.
Met geen ander volk heeft Hij zich zo verbonden,
met zijn wetten zijn zij niet vertrouwd.


Vers voor het evangelie (Heb 1, 1-2a)

Alleluia.
Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen
heeft God in het verleden
tot de voorouders gesproken door de profeten;
nu, aan het einde van de tijd,
heeft Hij tot ons gesproken door zijn Zoon.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Marcus 1, 6-11

Bij het doopsel van Jezus in de Jordaan, getuigt God uit de hemel door zijn Zoon. De stem van God is een bevestiging van Jezus’ heilzending, en tevens van de woorden van de Doper.

Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij leefde van sprinkhanen en wilde honing. Hij verkondigde: ‘Na mij komt iemand die machtiger is dan ik; ik ben het zelfs niet waard om voor Hem te bukken en de riemen van zijn sandalen los te maken. Ik heb jullie gedoopt met water, maar Hij zal jullie dopen met de heilige Geest.’

In die tijd kwam ook Jezus daarheen, vanuit Nazaret, dat in Galilea ligt, en liet zich door Johannes dopen in de Jordaan. Op het moment dat Hij uit het water omhoogkwam, zag Hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in Jou vind Ik vreugde.’

Van Woord naar leven

Op het moment dat Jezus uit het water omhoogkwam, zag Hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in Jou vind Ik vreugde.’

In de doop daalt Jezus af om samen met allen die verlangden naar bekering het doopsel van bekering te ontvangen. In se had Jezus dit doopsel natuurlijk niet nodig. Maar daarin bestaat juist zijn afdaling. Hij stelt zich solidair op met ieder mens, tot de grootste zondaar toe. Het is voor Hem een keuze om met hen verbonden te zijn, om mens te zijn met hen, en wel ten volle, tot in de zonde toe. En dáárin vindt de Vader ‘vreugde’.

Hij vindt er vreugde in dat Jezus gehoor geeft aan wie Hijzelf ten diepste is. Het beeld van ‘afdalen’ wil Hij in Christus leggen, en Christus belichaamt dan ook onaangetast dit beeld, en wel in de liefde van de Geest. Deze doorleefde eenheid (tussen de Vader, Zoon en Geest) geeft God vreugde. Het is de vreugde, de diepe innerlijke blijheid, van de Drie-eenheid.

Beslist kunnen ook wij God vreugde geven wanneer we gehoor geven aan zijn wil in ons leven. Namelijk door – net zoals de Heer – te belichamen wie we moeten zijn: Gods liefde.

Ja, Gods liefde!! Het is onze roeping. We mogen het in álles leggen. We mogen er van doordrongen zijn. We mogen het uitzingen doorheen ons doen en laten, doorheen woorden en gebaren, doorheen onze blik en aanraking. De liefde… oh heilige liefde!

Moge de hemel diep in onze ziel doorbreken, elke dag opnieuw, Gods stem vertolkend: ‘Jij bent mijn geliefd kind, in jou vind Ik vreugde’.

Een liefde-volle vrijdag,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Jezus,
dans met ons.
Dans met ons uw liefde.
Neemt Gij de leiding.
We leggen ons in U,
U omhelzend,
ons toevertrouwend aan U.
Weest Gij ons zijn.
Ten diepste.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.