vrijdag na aswoensdag

Uit de profeet Jesaja 58, 1-9a

De profeet Jesaja reageert tegen elke vorm van veinzerij en boetepraktijken. Echt vasten is zichzelf bevrijden uit de boeien van zondigheid. Het is ook: bevrijding brengen aan medemensen. Dan alleen zal ons gebed verhoord worden.

Zo spreekt God de Heer:
‘Roep luidkeels, zonder je in te houden, verhef je stem als een ramshoorn. Maak aan mijn volk zijn misdaden bekend, aan het volk van Jakob zijn zonden. Zeker, ze zoeken Mij dag aan dag, vol verlangen om mijn wegen te kennen, zoals een vreemd volk dat rechtvaardig leeft en het recht van zijn goden niet verzaakt. En ze vragen naar mijn rechtvaardige voorschriften en verlangen naar Gods nabijheid.
‘Waarom ziet U niet dat wij vasten, en merkt U niet op dat wij ons onthouden?’ Omdat jullie op je vastendagen nog handeldrijven en jullie arbeiders afbeulen, omdat jullie onder het vasten strijden en ruziën en er gewelddadig op los slaan. Als je op die manier vast, wordt je stem niet gehoord in de hemel.
Zou dat het vasten zijn dat Ik verkies? Is dat een dag van onthouding: dat iemand het hoofd buigt als een riet en zich met een rouwkleed neerlegt in het stof? Noemen jullie dat soms vasten, is dat een dag die de Heer behaagt?
Is dit niet het vasten dat Ik verkies: misdadige ketenen losmaken, de banden van het juk ontbinden, de verdrukten bevrijden, en ieder juk breken? Is het niet: je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt is, je bekommeren om je medemensen?
Dan breekt je licht door als de dageraad, je zult spoedig herstellen. Je gerechtigheid gaat voor je uit, de majesteit van de Heer vormt je achterhoede.
Dan geeft de Heer antwoord als je roept; als je om hulp schreeuwt, zegt Hij: ‘Hier ben Ik.’

Psalm 51, 3 + 4 + 5+ 6a + 18 + 19

Refr.: Het offer voor God is een gebroken geest; een gebroken en verbrijzeld hart zult U, God, niet verachten.

Wees mij genadig, God, in uw trouw,
U bent vol erbarmen, wis mijn wandaden uit,
was mij schoon van alle schuld,
reinig mij van mijn zonden.

Ik ken mijn wandaden,
ik ben mij steeds van mijn zonden bewust,
tegen U, tegen U alleen heb ik gezondigd,
ik heb gedaan wat slecht is in uw ogen.

U wilt van mij geen offerdieren,
in brandoffers schept U geen behagen.
Het offer voor God is een gebroken geest;
een gebroken en verbrijzeld hart
zult U, God, niet verachten.

Vers voor het evangelie (Ps 130, 5 + 7)

Ik zie uit naar de Heer,
en verlang naar zijn woord.
Bij de Heer is genade,
bij Hem is bevrijding, altijd weer.

Uit het evangelie volgens Matteüs 9, 14-15

De leerlingen hadden Jezus in hun midden en waren verheugd om zijn aanwezigheid. Voor ons is boetvaardigheid ruimte scheppen voor de Heer, ingaan tegen onze zelfgenoegzaamheid.

De leerlingen van Johannes kwamen bij Jezus en vroegen: ‘Waarom vasten wij en de farizeeën wel regelmatig, en uw leerlingen niet?’ 
Jezus antwoordde: ‘Bruiloftsgasten kunnen toch niet treuren zolang de bruidegom bij hen is? Maar er komt een dag dat de bruidegom bij hen wordt weggehaald, dan zullen ze vasten. 

Van Woord naar leven

Vasten op voeding en drank is goed en heilzaam. Soberder eten, of enkel water en brood, een maaltijd overslaan, geen alcohol, geen gesnoep,… het is goed hieraan aandacht te geven tijdens de veertigdagentijd. De fysieke honger, en die vele goestingen naar lekkere dingen, die bovenkomen bij het vasten, mogen we in gebed ombuigen naar geestelijke honger, naar dorst naar God, naar verlangen naar Hem. Het gaat niet om de prestatie of de eer tijdens het vasten. Het gaat over het aanscherpen van ons verlangen naar God.

Fysiek vasten plaatst ons ook voor onze innerlijke spiegel, tenminste – en dit is zó belangrijk! – als we ons niet-kunnen onder ogen durven zien.

Gisteren hadden we het hier nog over het maken van onderscheid, en wel als gave van de Geest. Wel, fysiek vasten maakt plaats voor deze door God geschonken gave. Daarom is het zo belangrijk om ons fysiek vasten altijd te koppelen aan stil en lang gebed, juist om ons verlangen naar God aan te scherpen en het aanvoelen waar het op aankomt, en waar we falen, op het spoor te komen. Om dán de Heer welkom te heten, in de wonde, zodat Hij, in zijn barmhartigheid, helend en optillend werkzaam kan zijn.

Maar het zou een zéér grote vergissing zijn een hele veertigdagentijd enkel daarmee bezig te zijn zonder gevolgen. Dan lijkt het op geestelijke egotripperij. Het zou wel eens kunnen zijn dat de ware bedoeling van het vasten geen kansen krijgt.

Jesaja windt er geen doekjes om. Luisteren we naar woorden die hij legt in de mond van God: ‘Ze zoeken Mij dag aan dag, vol verlangen om mijn wegen te kennen. Ze vragen naar mijn rechtvaardige voorschriften en verlangen naar Gods nabijheid. Jullie blijven op vastendagen handeldrijven en jullie arbeiders afbeulen, jullie blijven onder het vasten strijden en ruziën en er gewelddadig op los slaan. Noemen jullie dat soms vasten, is het dat wat de Heer behaagt? Is dit niet het vasten dat Ik verkies: misdadige ketenen losmaken, de banden van het juk ontbinden, de verdrukten bevrijden, en ieder juk breken? Is het niet: je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt is, je bekommeren om je medemensen?’

Liefde, geliefde mensen, moet áltijd een vrucht zijn van het vasten. Méér: het leven náár de liefde is het wáre vasten. Het fysieke vasten scherpt ons geestelijk aan, maar het beleven van de liefde is het hart van het vasten.

Laten we deze belangrijk levensles – die Jesaja vandaag aanbiedt – áltijd goed voor ogen houden. Het zal ons behoeden in heilige hoekjes te kruipen, met vrome teksten en mooi opgestelde gebeden, met sfeerschepping van kaarsjes en iconen, zonder de liefde gestalte te geven.

Wanneer we dit laatste in ’t oog houden zal je licht doorbreken als de dageraad, en zal je spoedig herstellen. Je gerechtigheid zal voor je uitgaan, de majesteit van de Heer zal je achterhoede vormen. 

Dán, zo zegt Jesaja verder, geeft de Heer antwoord als je roept; als je om hulp schreeuwt, zal Hij zeggen: ‘Hier ben Ik.’
Dus de Heer aanroepen los van de beleving van de liefde heeft weinig zin. Het licht van de dageraad, waarnaar je zo verlangt, zal niet of moeilijk kunnen doorbreken.

Liefde beoefenen – liefde zijn – als het hart van je vasten, zal je ten diepste genezen en uiteindelijk brengen in Christus’ Pasen.

Laten wij bidden …

Vader,
zoals het lichaam dood is zonder geest
zo is ons geloof dood zonder daden.
Moge de concrete liefde
het hart van ons leven zijn.
Door Christus, onze Heer.
Amen.

Een liefde-volle vrijdag voor ieder van u,
kris

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.
Omdat er soms niet toelaatbare berichten werden achtergelaten, zal je reactie na acceptatie worden geplaatst.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.