Waarom we de heilige Antonius aanroepen bij verloren zaken

13 juni is de feestdag van Sint-Antonius van Padua. Deze gekende en populaire heilige wordt vaak aanroepen wanneer men iets verloren is. Wat is hier de oorsprong van?

Sint-Antonius van Padua (1195-1231) was geen Italiaan, maar een Portugees,  in Lissabon geboren als Fernando Martins de Bulhões. Op 25-jarige leeftijd sloot hij zich aan bij de minderbroeders, daarbij onder meer gesterkt door de marteldood van vijf Portugese missionarissen in Marokko. In Italië ontmoette hij Franciscus van Assisi, op wiens vraag hij in Bologna Theologie ging doceren.

Tijdens een verblijf in Frankrijk ontstond het verhaal dat van Sint-Antonius de patroonheilige van verloren zaken maakt.

Antonius had een schrift bij zich waarin hij de psalmen eigenhandig had gekopieerd en van aantekeningen had voorzien om te gebruiken bij het lesgeven. Dat boek bleek op een dag verdwenen en Antonius bad vurig om het terug te vinden. Enkele dagen later stond een novice aan de deur van het klooster in Montpellier waar Antonius verbleef: de jongeman had willen uittreden en had het boek meegenomen naar huis. Van beide zaken had hij intussen spijt.

Er valt ook nog een bijkomende verklaring te vinden. Antonius stond bekend om zijn geestdriftige preken en zijn overtuigingskracht. In een middeleeuwse tekst werd hij geprezen omdat hij mensen de ‘verloren zeden’ bijbrachtDat zou foutief zijn vertaald als ‘verloren zaken’ en zich zo hebben verspreid.

Sint-Antonius van Padua stierf op 36-jarige leeftijd, werd een jaar later heilig verklaard en in 1946 tot kerkleraar uitgeroepen.

Bron: Van Afra tot de Zevenslapers, Louis Goosen, Uitgeverij Sun, 1992