“Wie bij Mij komt zal Ik niet wegsturen.”

Het maandelijkse Woord van leven is een zin uit de Bijbel met een uitleg die wil helpen om de woorden in concreet leven om te zetten. De tekst wordt in 90 talen door de Focolarebeweging uitgegeven en bereikt wereldwijd miljoenen mensen. Hieronder het Woord van leven voor deze maand februari.

“Wie bij Mij komt zal Ik niet wegsturen.” Johannes 6:37

Deze woorden van Jezus komen uit zijn dialoog met het volk na de wonderbare broodver­menig­vuldiging. De mensen zoeken Hem en vragen om nog een ander teken om in Hem te kunnen geloven. Jezus openbaart hun dat Hij zelf het teken is van Gods liefde. Meer nog: Hij is de Zoon die van de Vader de opdracht heeft gekregen om ieder schepsel op te nemen en terug te brengen naar het huis van de Vader, met name ieder mens, die immers geschapen is naar zijn beeld en gelijkenis. Want de Vader zelf heeft het initiatief al genomen en trekt iedereen naar Jezus (1). Hij legt in ons hart het verlangen naar het volle leven, dat wil zeggen: naar de gemeenschap met God en met alle medemensen. Jezus zal dus niemand afwijzen, hoe ver hij zich ook van God verwijderd mag voelen, want dit is de wil van de Vader: niemand verliezen.

“Wie bij Mij komt zal Ik niet wegsturen.”

Dat is echt goed nieuws: God houdt zielsveel van iedereen. Zijn tederheid en barmhartigheid zijn gericht op iedere man en vrouw. Hij is de geduldige en barmhartige Vader die wacht op iedereen die op weg gaat, op ingeving van zijn innerlijke stem. Het ontbreekt ons vaak aan vertrouwen: waarom zou Jezus mij welkom heten? Wat wil Hij van mij? In werkelijkheid vraagt Jezus ons in alle vrijheid alleen om zijn liefde te ontvangen en ons hart te bevrijden van alles wat in de weg zit. Maar het is ook een uitnodiging die vraagt om onze verantwoordelijkheid te nemen. Als we zo’n overvloed aan tederheid van Jezus ervaren, voelen wij ons op onze beurt geroepen om Hem te verwelkomen in iedere naaste, man of vrouw, jong of oud, gezond of ziek, uit onze eigen cultuur of niet … En we wijzen niemand af.

“Wie bij Mij komt zal Ik niet wegsturen.”

In Québec (Canada) zet een christelijke gemeenschap die het Woord leeft zich in voor de opvang van veel gezinnen die vanuit de hele wereld naar hun land komen: Frankrijk, Egypte, Syrië, Libanon, Congo… Iedereen wordt verwelkomd en geholpen, ook bij hun eventuele integratie. Dit houdt in: het beantwoorden van hun vele vragen, het invullen van formulieren in verband met de vluchtelingenstatus of de status van ingezetene, alles coördineren met de school van de kinderen, hen begeleiden bij het verkennen van hun buurt. En daarbij zijn ook belangrijk de inschrijving voor cursussen Frans en het zoeken naar werk. Guy en Micheline schrijven: “Een Syrisch gezin dat naar Canada was gekomen om aan de oorlog te ontsnappen, ontmoette een ander gezin dat net was aangekomen en nog erg gedesoriënteerd was. Via hun sociale contacten activeerden zij een netwerk van solidariteit, en vele vrienden zorgden voor de nodige spullen: bedden, banken, tafels, stoelen, serviesgoed, kleding, boeken en spelletjes voor de kinderen, spontaan aangeboden door andere kinderen in onze gezinnen, bewust gemaakt door hun ouders. Zij kregen meer dan zij nodig hadden en hielpen op hun beurt andere arme gezinnen in hun opvanghuis. Het Woord van leven van die maand was: “Heb je naaste lief als jezelf!”

“Wie bij Mij komt zal Ik niet wegsturen.”

Zo kunnen wij dit Woord van God omzetten in leven: getuigen van de nabijheid van de Vader bij elke medemens als individu en als deel van een gemeenschap. De volgende meditatie van Chiara Lubich over de liefde van barmhartigheid kan ons hierbij helpen. “Deze liefde – schrijft Chiara – is een liefde die hart en armen opent voor de mensen die in ellende verkeren, voor hen die verscheurd zijn door het leven, voor berouwvolle zondaars. Een liefde die medemensen weet te verwelkomen, vriend, familielid of vreemdeling, en vele malen vergeeft. Een liefde die niet meet en niet gemeten zal worden. Het is een naastenliefde die overvloediger, algemener en concreter opbloeit dan voorheen. In feite worden gevoelens merkbaar die vergelijkbaar zijn met die van Jezus. Goddelijke woorden kent deze liefde voor allen die zij ontmoet: ‘Ik heb medelijden met deze menigte’ (vgl. Mat. 15:32). Barmhartigheid is de hoogste uitdrukking van de naastenliefde, de vervulling ervan. En de naastenliefde overtreft de pijn, omdat die alleen iets is van dit leven, terwijl de liefde ook in het volgende leven blijft bestaan. God geeft de voorkeur aan barmhartigheid boven offers.”(2)

Letizia Magri

(1): Vgl. Mat. 25:45.
(2): C. Lubich, “Quando si è conosciuto l’amore”, in La dottrina spirituale, Città Nuova, Roma 2006, pp. 140-141

Bron: Focolarebeweging