“Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk van de hemel.”

Het maandelijkse ‘Woord van leven’ is een zin uit de Bijbel met een uitleg die wil helpen om de woorden in concreet leven om te zetten. De tekst wordt in 90 talen door de Focolarebeweging uitgegeven en bereikt wereldwijd miljoenen mensen.

“Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk van de hemel.” (Mt.18,4)

Wie is de grootste, de machtigste, de winnaar in de maatschappij, in de Kerk, in de politiek, in de economie? Deze vraag loopt door alle relaties heen, bepaalt keuzes van mensen, legt strategieën vast. Het is de overheersende logica waar wij ongemerkt ook aan meedoen, al was het maar vanuit het verlangen om positieve resultaten te bereiken voor de mensen naast ons.

Het evangelie van Matteüs presenteert ons hier de leerlingen van Jezus, die na de aankondiging van het Rijk der Hemelen, willen weten hoe zij de belangrijkste posities kunnen krijgen binnen het nieuwe volk van God. Ze vragen: “Wie is de grootste?”

Om daarop te antwoorden doet Jezus een van die dingen die totaal onverwacht zijn: Hij plaatst een kind in hun midden. En Hij doet dat met niet mis te verstane woorden:

“Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk van de hemel.”

Tegenover een mentaliteit van competitie plaatst Jezus een element dat de zwakste positie heeft in de maatschappij. Een kind heeft geen rol waarop het zich kan laten voorstaan of die het moet verdedigen. Het is in alle opzichten afhankelijk en vertrouwt op de hulp van anderen. Zo moeten wij ook zijn. Natuurlijk gaat het er niet om dat we ons passief opstellen, het initiatief aan anderen overlaten en onze verantwoordelijkheid van ons afschuiven, maar Jezus vraagt van ons dat we onszelf klein maken, niet haantje de voorste willen spelen, maar dat we ons inzetten uit dienstbaarheid.

“Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk van de hemel.”

Chiara Lubich omschrijft de kenmerken van het kind uit het Evangelie als volgt: “Een kind vertrouwt helemaal op zijn vader en moeder, want het gelooft in hun liefde. Ook een christen gelooft als een kind in de liefde van God. Hij werpt zich in de armen van de hemelse Vader en stelt in Hem een grenzeloos vertrouwen. Kinderen zijn in alles afhankelijk van hun ouders. Ook wij, ‘kinderen van het Evangelie’, zijn in alles afhankelijk van de Vader. Hij weet wat we nodig hebben nog voordat we het Hem vragen, en Hij geeft het ons. En dat Rijk van God hoeven we niet te veroveren. We ontvangen het als een geschenk uit de handen van de Vader. Een ‘kind van het Evangelie’ vertrouwt op de barmhartigheid van God en begint iedere dag een nieuw leven, vergeet het verleden en staat open voor de ingevingen van de Geest, die altijd creatief is. Een kind kan niet in zijn eentje leren spreken. Het heeft mensen nodig die hem dat bijbrengen. Een leerling van Jezus leert alles van het Woord van God, ook het spreken en het leven volgens het Evangelie.

Een kind doet na wat zijn vader doet. Zo ook het ‘kind van het Evangelie’. Het heeft liefde voor iedereen, omdat ook de hemelse Vader de zon laat schijnen over goede en slechte mensen, en het laat regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Het bemint als eerste, omdat de Vader ons heeft liefgehad toen we nog zondaars waren. Het bemint belangeloos, omdat ook de hemelse Vader dat doet.” (1)

“Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk van de hemel.”

Vincent en zijn gezin kregen te maken met een quarantaine vanwege corona. Hij schrijft: “Toen die regels en de avondklok werden ingesteld, veranderde het dagelijks leven plotseling helemaal. Mijn vrouw en onze twee kinderen moesten een paar examens voorbereiden, maar de jongste kon maar niet wennen aan onderwijs op afstand. Niemand in huis had tijd om zorg te dragen voor de ander. Bij het constateren van deze chaos die op het punt stond te exploderen begreep ik dat dit een gelegenheid was om de evangelische kunst van het liefhebben in ons ‘nieuwe leven’ concreet te maken. Ik ben toen begonnen de keuken op te ruimen en het eten beter te organiseren. Ik ben niet zo’n goede kok en ook niet handig in schoonmaken, maar ik begreep dat daardoor de dagelijkse stress minder zou kunnen worden. En wat begon als een daad van liefde voor één dag heeft zich enkele maanden lang steeds weer herhaald. Ook de andere leden van ons gezin begonnen na hun examens met schoonmaken van het huis, de was op te ruimen en te koken. En samen hebben we geconstateerd dat de woorden van het Evangelie waar zijn en dat de liefde ons ertoe kan brengen om creatief te zijn en te zien hoe we alles in orde kunnen brengen.”

Letizia Magri

(1) Chiara Lubich, Woord van leven van oktober 2003.

Bron: Focolare