Wie zijn de christenen in Afghanistan en wat is hun lot?

De meeste christenen in Afghanistan zijn expats en religieuzen. Ze delen de bezorgdheid over de mensenrechten en toekomst van de hele bevolking.

De autochtone christelijke aanwezigheid in Afghanistan is gering of, officieel alleszins, onbestaand. Op het verlaten van de islam staat immers de doodstraf. Het aantal katholieken, geschat op enkele honderden, bestaat dan ook vooral uit expats. Het hele land telt maar één katholieke kerk, in de jaren 1930 gebouwd bij de Italiaanse ambassade in Kabul. Die kapel wordt bediend door Giovanni Scalese, een Italiaanse pater barnabiet.

De barnabieten werden in 1922 door de toenmalige Afghaanse regering toegelaten om het katholieke ambassadepersoneel te bedienen. Er werd een missie sui iurdis (onafhankelijke missie, in een gebied met zeer weinig katholieken) ingesteld. Onder de eerste talibanregering (1995-2001) werd die opgeheven, maar nadien door paus Joannes Paulus II terug opgericht.

De enige buitenlandse katholieke aanwezigheid in het land ten tijde van de eerste talibanregering, bestond uit kleine zusters van Jezus. De zusters werden zelfs door de taliban gerespecteerd, vertelde pater Scalese in een interview uit 2018. Elke vrijdag trokken ze naar de kapel van de Italiaanse ambassade om er te bidden. De politie zag hen, maar liet hen begaan. Ze hadden de kapel kunnen vernietigen, maar dat is nooit gebeurd. In 2017 werd de missie stopgezet, na ruim zestig jaar belangeloze inzet.

Caritas Italiana lanceerde in het begin van de jaren 2000 een groot programma van noodhulp, rehabilitatie en ontwikkeling met onder meer de bouw van vier scholen in de Ghor-vallei, de terugkeer van 483 vluchtelingengezinnen in de Panshir-vallei, de bouw van 100 woningen voor de armste gezinnen gebouwd en hulp aan gehandicapten. Vandaag vreest de organisatie dat haar werk snel verloren zal gaan. De activiteiten worden opgeschort en of ze in de toekomst hervat kunnen worden, is maar zeer de vraag.

De enkele priesters en religieuzen die zich verder nog in Kabul bevinden, bereiden zich voor op hun evacuatie. Onder hen is er een viertal zusters van Naastenliefde (van Moeder Teresa). Ze kwamen in 2004 uit Calcutta naar Afghanistan, runden er een weeshuis voor gehandicapte kinderen en hielpen meer dan 300 arme gezinnen.

Verder zijn er twee jezuïeten, die zich jarenlang vanuit de Jesuit Refugee Service (JRS, de internationale vluchtelingenorganisatie van de orde) inzetten voor ontheemden en etnische minderheden in Kabul en verder het onherbergzame land in. Ook hun opdracht is opgeschort. JRS doet er intussen alles aan om hen uit het land te krijgen. Een van hen is pater Jerome Sequeira. Hij weet: Ze doen de burgers op dit moment nog geen kwaad, maar dat zal komen zodra ze alle systemen van het land volledig hebben veroverd. Op sommige plaatsen zijn ze begonnen met huis-aan-huisonderzoek naar het personeel van organisaties.

Enkele dagen geleden was pater Scalese nog op Radio Vaticana, waar hij de luisteraars dringend opriep om voor Afghanistan en zijn bevolking te bidden.

° Bron: Kerknet.be