woensdag in week 29 door het jaar – C

Uit de brief van Paulus aan de Efeziërs 3, 2-12

Het mysterie van Christus is de uitwerking van Gods liefde voor de mensen. In de persoon van zijn Zoon staat God open voor alle mensen. Ieder mens wil Hij de volheid van het goddelijk leven brengen. Wat waar is in de hemel, mogen de mensen op aarde helpen verwerkelijken.

Broeders en zusters,
u hebt gehoord dat God zijn plan verwezenlijkt door de genade die ik met het oog op u ontvangen heb. Mij is het geheim geopenbaard waarover ik hiervoor in het kort heb geschreven. Aan de hand daarvan kunt u zich, wanneer u dat leest, een beeld vormen van mijn inzicht in dit geheim van Christus. 
Het is onder vorige generaties niet aan de mensen onthuld, maar nu door de Geest geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten: ook mensen uit andere volken delen door hun eenheid met Christus Jezus in de erfenis, zij maken deel uit van hetzelfde lichaam en hebben ook deel aan de belofte, door middel van het evangelie. 
Van dat evangelie ben ik dienaar geworden door de gave van Gods genade, die ik ontvangen heb door zijn kracht, die in mij werkt. Mij, de allerminste van alle heiligen, is de genade geschonken om de heidense volken de ondoorgrondelijke rijkdom van Christus te verkondigen, en voor allen in het licht te stellen hoe het geheim dat in alle eeuwen verborgen was in God, de schepper van alle dingen, verwezenlijkt wordt. Zo zal nu door de kerk de wijsheid van God in al haar schakeringen bekend worden aan alle vorsten en heersers in de hemelsferen, naar het eeuwige voornemen dat Hij ten uitvoer heeft gebracht in Christus Jezus, onze Heer. 
Door onze eenheid met Hem hebben wij vrijelijk toegang tot God; door ons geloof in Hem mogen wij daarop vertrouwen. 


Jes. 12, 2-6

Refr.: Vol vreugde zullen jullie water putten uit de bron van de redding.

God, Hij is mijn redder.
Ik heb een vast vertrouwen,
ik ben niet bang,
want de Heer is mijn sterkte,
Hij is mijn beschermer,
Hij heeft mij redding gebracht.

Vol vreugde zullen jullie water putten
uit de bron van de redding.
Op die dag zullen jullie zeggen:
Loof de Heer, roep zijn Naam uit.
Maak alle volken zijn daden bekend,
verkondig zijn verheven Naam.

Zing een lied voor de Heer,
machtig zijn zijn daden.
Laat heel de aarde dit weten.
Jubel en juich, inwoners van Sion,
want groot is de Heilige van Israël,
die in jullie midden woont.


Vers voor het evangelie

Alleluia.
De God van onze Heer Jezus Christus
moge ons innerlijk oog verlichten,
om te zien, hoe groot de hoop is
waartoe Hij ons roept.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Lucas 12, 39-48

Aan iedereen heeft God mogelijkheden en talenten toevertrouwd, waarop we ook door Hem worden aangesproken. Zowel de talenten als het aangesproken worden, moeten we ernstig nemen.

Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Besef wel: als de heer des huizes had geweten op welk uur de dief zou komen, dan zou hij niet in zijn huis hebben laten inbreken. Ook jullie moeten klaarstaan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet verwacht.’
Petrus vroeg: ‘Heer, is deze gelijkenis alleen voor ons bedoeld of voor iedereen?’ 
De Heer antwoordde: ‘Wie is de betrouwbare en verstandige rentmeester die de heer zal aanstellen over zijn knechten om hun op tijd het eten te geven dat hun toekomt? Gelukkig de dienaar die daarmee bezig is wanneer zijn heer komt. Ik verzeker jullie: hij zal hem aanstellen over alles wat hij bezit. Maar als die dienaar bij zichzelf zegt: Mijn heer komt maar niet, en als hij de knechten en dienstmeisjes gaat slaan, en zich te buiten gaat aan voedsel en drank, dan komt de heer van die dienaar op een dag waarop hij het niet verwacht en op een tijdstip dat hij niet kent, en dan zal hij hem de zwaarste straf opleggen en hem het lot van de trouwelozen doen ondergaan. De dienaar die weet wat zijn heer wil, maar geen voorbereidingen treft en niet overeenkomstig zijn wil handelt, zal veel slagen te verduren krijgen. Maar wie niet weet wat zijn heer wil en zo handelt dat hij slaag verdient, zal weinig slagen te verduren krijgen.
Van iedereen aan wie veel gegeven is, zal veel worden geëist, en hoe meer aan iemand is toevertrouwd, des te meer zal van hem worden gevraagd.’

Van Woord naar leven

Van het evangelie ben ik dienaar geworden door de gave van Gods genade, die ik ontvangen heb door zijn kracht, die in mij werkt.
Zo lezen we bij Paulus vandaag.

Je kan het evangelie handen en voeten geven op twee manieren: los van de Heer, of vanuit de Heer. Het mag duidelijk zijn dat we geroepen zijn tot het tweede. Wanneer we het trachten te doen los van de Heer, eigenen we in feite ‘het handen en voeten geven’ ons toe. We maken er iets ‘van ons’ van. Het gevaar bestaat er al snel in dat we ons heer en meester gaan weten over wat we doen, vaak met heel specifieke verlangens (ook al ontkennen we ze): waardering, applaus, respect,…
Wie het evangelie beleeft vanuit Christus’ inwoning, vanuit Gods genade, heeft lief zonder eigenbelang. Dan gaat het om liefde, om de ander graag zien, om (gods)dienst; los van welke vorm van eigenbaat ook.

Dit is natuurlijk zeer zwart-wit gesteld. De realiteit leert ons dat er méér dan vijftig tinten grijs zijn in ons leven. Onze liefde is niet altijd zo zuiver. We dragen de intentie vanuit de Heer lief te hebben, we slagen daar voor een groot stuk ook in, maar dat tikkeltje eigenbelang, de begeerte naar waardering, speelt zo vaak mee. Ach ja… des mensen.

Toch is het niet verboden te willen groeien. Dat leert het evangelie ons ook, én de Heer is – onder andere – daarvoor bij ons. Sleutel is ons biddend toevertrouwen aan Christus’ aanwezigheid, met de uitdrukkelijke vraag dat Hij ons wil genezen van welke vorm van eigenbelang ook. Om uiteindelijk met Paulus te kunnen zeggen: ‘Ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij’ (Gal.2,20a). Natuurlijk leef je zelf nog, maar het oppervlakkige ik dat zo streeft naar het krijgen van waardering en applaus is gestorven in de Heer, opdat het ware ik – waarvan God heeft gezegd dat Hij het geschapen heeft naar zijn beeld en gelijkenis – ten volle tot leven kan komen.

Van het evangelie ben ik dienaar geworden door de gave van Gods genade, die ik ontvangen heb door zijn kracht, die in mij werkt. Een citaat met heel veel diepgang. Om mee te nemen doorheen de dag. Moge het ons aanzetten ons biddend en dankbaar toe te vertrouwen aan Christus’ aanwezigheid in en onder ons, zodat we inderdaad kunnen leven ‘door zijn kracht die in ons werkt’.

Een gezegende woensdag,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Vader,
genees ons wanneer we het moeilijk klaarspelen om zuiver te beminnen. Mogen we ons toevertrouwen aan Jezus die zo graag door ons heen uw liefdeslied wil zingen.
Om deze genade bidden wij, in zijn naam.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.