Worden als Christus

De gemeenschap van Taizé stelt maandelijks een Bijbeltekst voor om het zoeken naar God ook in het dagelijks leven door stilte en gebed te ondersteunen. Voor deze maand augustus werd gekozen voor een perikoop uit de eerste brief van Johannes.

Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Wij worden kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook. Dat de wereld ons niet kent, komt doordat de wereld hem niet kent. Geliefde broeders en zusters, wij zijn nu al kinderen van God. Wat we zullen zijn is nog niet geopenbaard, maar we weten dat we aan hem gelijk zullen zijn wanneer hij zal verschijnen, want dan zien we hem zoals hij is. Ieder die dit vol vertrouwen van hem verwacht maakt zich rein, zoals ook Jezus rein is. (1 Joh 1, 1-3)

De Heilige Irenaeus was bisschop van Lyon in de tweede eeuw na Christus, en hij vatte de betekenis van de incarnatie (de ’menswording’) als volgt samen: God werd mens opdat de mens God zou kunnen worden. De komst van God naar de aarde is dus de voorbode van een andere gebeurtenis – één die zelfs nóg verbazingwekkender is: de mens wordt God. Maar dan wel een God die zich manifesteert als een behoeftige God, een God van onschuld en de machteloosheid van een baby of een gekruisigde.

We zijn dus onderweg: van een oorsprong die we niet helemaal kunnen bevatten en een bestemming die te groot is voor onze verbeelding. Deze transitie vraagt onze actieve medewerking. We worden meer onszelf als we ons bewust zijn van de aanwezigheid van Christus in ons hart, voorbij aan alles wat in ons leven een onbegaanbare en afgesloten weg lijkt als gevolg van onze angst, mislukkingen, boosheid of vernedering. Hij geeft ons zijn vrede en zendt ons uit om dat te leven, temidden van het ’gedoe’ van menselijke relaties, temidden van een wereld die is gebrandmerkt door ongerechtigheid en geweld. Ja, als we zijn vrede en vergeving toelaten in ons leven, is Zijn Geest in ons en in de wereld aan het werk en kan het leven tot bloei komen.

We zijn dus niet gewoon maar ergens een willekeurige persoon, we vallen niet samen met ons CV, ons medisch dossier of onze bankrekening; het zijn niet onze plannen, onze mislukkingen, onze weigeringen of onze overtuigingen die ons bepalen. Nee. Onze identiteit wordt geopenbaard in een verlangen dat aan niets gebonden is. Waarin we open en bereidwillig zijn, omdat dit verlangen is geworteld in de roeping en de gave van een Ander. Wat we zullen zijn is nog niet geopenbaard, zegt de eerste brief van Johannes, maar we weten dat we aan Hem gelijk zullen zijn wanneer Hij zal verschijnen, want dan zien we Hem zoals Hij is. We zijn al bekleed met Christus, we hebben een naam en een gebod ontvangen die ervoor zorgen dat we ons openstellen voor nieuwe relaties. De wortels die ons voeden zijn niet alleen cultureel erfgoed, een familiegeschiedenis, een schat die is doorgegeven door degenen die ons zijn voorgegaan op die weg. Er ligt ook iets voor ons in het verschiet. Iets wat we nog niet zien, maar waar onze bestemming ligt. Alles wat er speelt in de samenleving is hier minder schadelijk voor dan als we ons overgeven aan een bepaalde lethargie of een achterover leunen, wat ervoor zorgt dat we ons distantiëren van een levende gemeenschap met God.

Bron: Gemeenschap Taizé