zaterdag in week 17 door het jaar

Uit de profeet Jeremia 26, 11-16 + 24

De profeet Jeremia wordt, om zijn profetieën tegen de stad, voor de rechters gesleurd. Ze geven hem de schuld van het onheil dat hij heeft voorzegd. Het ging hem om de mensen tot bekering te brengen, zodat zij hun leven zouden beteren en naar de Heer hun God zouden luisteren. Sommigen zien dit in en redden Jeremia.

De priesters en de profeten namen het woord. Ze zeiden tegen de leiders en alle andere aanwezigen: ‘Deze man verdient de dood. U hebt zelf kunnen horen wat hij over deze stad heeft geprofeteerd.’
Jeremia antwoordde: ‘Het is de Heer die mij gezonden heeft om te profeteren wat u over deze tempel en deze stad hebt gehoord. Beter daarom uw leven en luister naar de Heer, uw God, opdat Hij afziet van het onheil dat Hij u heeft aangekondigd. Wat mijzelf betreft: ik ben in uw handen, u kunt met mij doen wat u goed en rechtvaardig acht. Maar besef wel dat u door mij te doden onschuldig bloed vergiet, waarvoor uzelf, deze stad en haar inwoners zullen boeten, want werkelijk, de Heer heeft mij gestuurd om u te waarschuwen.’ 
Toen zeiden de leiders en de andere aanwezigen tegen de priesters en de profeten: ‘Deze man kan niet ter dood gebracht worden, want hij heeft in de naam van de Heer, onze God, tot ons gesproken.’ 
Maar Jeremia werd beschermd door Achikam, de zoon van Safan, zodat hij niet werd uitgeleverd aan het volk, dat hem wilde doden.


Psalm 69, 15 + 16 + 30 + 31 + 33 + 34

Refr.: Mijn gebed, Heer, richt ik tot U.

Trek mij uit het slijk voordat ik wegzink,
laat mij ontkomen aan wie mij haten,
haal mij uit dit diepe water.

Laat de stroom mij niet meesleuren,
de diepte mij niet verzwelgen,
de afgrond zijn muil niet boven mij sluiten.

Ik ben verzwakt, ik ben verwond,
maar uw hulp, o God, zal mij beschermen.
De naam van God wil ik loven met een lied,
zijn grootheid met een lofzang prijzen.

De nederigen zien het en verheugen zich,
wie God zoeken, hun hart zal opleven.
Want de Heer hoort de armen,
zijn gevangen volk verwerpt Hij niet.


Vers voor het evangelie (Ps 130, 5)

Alleluia.
Ik zie uit naar de Heer,
mijn ziel ziet uit naar Hem
en verlangt naar zijn woord.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Matteüs 14, 1-12

Mensen die het gedrag van anderen ontmaskeren en aanklagen worden niet zelden letterlijk of figuurlijk uit de weg geruimd. Johannes de Doper sprak ook te vrijmoedig over het wangedrag van Herodes en de zijnen. Herodes liet hem onthoofden.

In die tijd hoorde ook Herodes, de tetrarch, over Jezus vertellen, en hij zei tegen zijn hovelingen: ‘Dat moet Johannes de Doper zijn; hij is opgewekt uit de dood en daardoor beschikt hij over zulke wonderbaarlijke krachten.’ Herodes had Johannes destijds laten arresteren en in de boeien laten slaan en hem in de gevangenis geworpen vanwege Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus. Johannes had namelijk tegen hem gezegd: ‘U mag haar niet tot vrouw nemen.’ En hoewel hij hem wilde doden, deed hij dat niet uit vrees voor het volk, dat hem voor een profeet hield.
Toen Herodes een feest gaf ter gelegenheid van zijn verjaardag, danste de dochter van Herodias te midden van de aanwezigen, en dat viel bij Herodes in de smaak. Daarom beloofde hij haar te geven wat ze maar zou vragen, en hij bezegelde die belofte met een eed. Door haar moeder daartoe aangezet zei ze: ‘Breng me dan op een schaal het hoofd van Johannes de Doper.’ Dit bedroefde de koning, maar omdat hij in het bijzijn van zijn gasten een eed gezworen had, beval hij dat men het haar zou brengen, en hij gaf opdracht Johannes in de gevangenis te onthoofden. Het hoofd werd op een schaal binnengebracht en aan het meisje gegeven, en zij bracht het naar haar moeder. 
Zijn leerlingen kwamen het lijk halen, begroeven het en gingen daarna naar Jezus om het Hem te vertellen.

Van Woord naar leven

Laat ons nogmaals kijken naar de eerste lezing uit de profeet Jeremia. Jeremia laat zich niet intimideren. Hij is er zich zeer goed van bewust dat wat hij verkondigt in opdracht gebeurt van de Heer. En als dat tot gevolg heeft dat daardoor zonde, ongerechtigheid en leugens aan het licht komen… dan is dat zo.

Een profetie is heel vaak lichtend voor ons leven, aangenaam om te horen. Maar heel dikwijls confronteert een profetie ook, en kan ze best lastig overkomen, omdat ze ons voor een spiegel plaatst. We kunnen ons dan blind staren op het ‘lastige’ karakter van zo’n profetie, of we kunnen van mening zijn dat zo’n profetie enkel met veroordeling te maken heeft. Wie echter zo naar profeten kijkt blijft aan de oppervlakte. Een profetie is vooral een sterke uitnodiging om ons hart en ons gedrag fundamenteel te veranderen. ‘Beter daarom uw leven en luister naar de Heer, uw God’, zegt Jeremia heel duidelijk. En daar gaat het ook over. God wil altijd het ware welzijn voor zijn kinderen en daarom spreekt Hij soms harde woorden. Maar dit is altijd met de bedoeling dat wij ons leven veranderen, dat we het laten zuiveren, opdat ons leven ‘goede vruchten’ voortbrengt, thuishorend in Gods wil.

Tot zo ver heb ik me laten inspireren aan woorden van Vincenzo Paglia.
In alle bescheidenheid wil ik er nog iets aan toevoegen.

Profeten zijn doorheen heel de geschiedenis aanwezig geweest. Al snel denken wij aan de gekende profeten uit het Oude Testament, maar er zijn doorheen de geschiedenis ontelbare profeten geweest die minder of zelfs helemaal niet bekend zijn geworden. Meer: vandaag de dag lopen er nog steeds tal van profeten rond die ons oproepen ons leven te richten naar Gods wil, naar Gods liefde. Deze profeten zijn zelfs aanwezig in ons eigen leven.

Je moet – als je wil – de leestip van vandaag er eens op nalezen. Madeleine Kievits, een geestelijk verzorger in een verpleegtehuis in Nederland (in Vlaanderen zouden wij spreken van een pastoraal medewerker in een woonzorgcentrum), spreekt over haar werk. De mensen met dementie, waarmee zij werkt, roepen het beste in haar naar boven. Zij zijn de zingevers van haar werk. Religieus geduid zou je kunnen stellen dat God doorheen deze mensen haar en de andere medewerkers oproept het beste van zichzelf te geven. Deze mensen zijn, doorheen hun broosheid, spreekbuizen van God. Ze zijn als het ware kleine profeten die de mensen rondom hen oproepen zich te richten naar God, naar het goede, naar het ware. En zoals bij elke profetie ‘hoor’ je dat, of hoor je dat niet. Of ‘wil’ je dat horen, of wil je dat niet horen. En vraag is dan: ben je bereid dat zulke profetieën het toelaten dat je inderdaad je hart en je gedrag verandert…? Want daar gaat het natuurlijk om. Een profetie staat nooit op zichzelf, ze heeft altijd een goed bedoeld doel. Want als God iets doet, of als Hij doorheen mensen spreekt, bedoelt Hij dat altijd goed, met het oog op ons diepste welzijn.

Als wij heel oprecht rondom ons kijken zullen we vele profeten ontdekken. Mensen die, hoe dan ook, oproepen, en ons doorheen hun woorden of gedrag iets van God laten zien; God die een bepaalde levenshouding van ons vraagt. Het is kwestie daar oog voor te (willen) hebben. En laat het maar vruchtbaar zijn.

In religieuze gemeenschappen kunnen dat medezusters of -broeders zijn, binnen het gezin kan dat je partner of je kinderen zijn, als kind kan dat je ouder of grootouder zijn, in schoolverband kan dat een leerkracht zijn. Het kan een buurman zijn, een toevallige ontmoeting met iemand in het park. Zelfs een artikel in een dagblad kan Gods oproep in zich dragen.
Ik denk ook aan de Kerk die vanuit haar inhoud een heel sterke oproep betekent voor haar gelovigen en in se voor de mensheid in z’n geheel. Naast het geloofsgoed van de Kerk denk ik ook aan onze huidige paus Franciscus die niet nalaat bijna dagelijks een halte toe te roepen aan het wapengekletter in Oekraïne.
Maar ik denk ook – zoals het voorbeeld van mensen met dementie – aan al degenen die met een zekere broosheid door het leven gaan. Doorheen hen roept God heel bijzonder de mensheid op zich te richten naar zorg en liefde.

Laat ons de profetieën die in deze tijd tot ons komen welkom heten en serieus nemen; ook al ervaren we ze soms als lastig omdat ze van ons een zekere verandering vragen. Dat kan lastig zijn, maar in de diepte is dat een mooi gebeuren. Niet?

Een vredevol weekend voor u allen,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Vader,
wij bidden dat uw Geest ons de profeten mag doen zien dat Gij naar ons toezendt. Moge ons hele zijn geopend zijn om uw mogelijke oproep tot verandering van leven ter harte te nemen. Dankbaar zijn om uw komen, uw spreken.
In Christus’ naam. Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.