zaterdag in week 2 door het jaar (oneven jaren)

Uit de brief van Paulus aan de Hebreeën 9, 2-3 + 11-14

Christus is zo ver gegaan in zijn gegeven-zijn aan de anderen, dat Hij er zelfs zijn leven voor over had. Dit was zijn offer. In vergelijking met de offers van het oude Verbond, de offers van bokken en stieren, ligt het grote verschil hierin dat Hij zichzelf geeft. Dit kon omdat Hij trouw wilde zijn aan de Geest die Hem hiertoe aanzette.

Broeders en zusters,
De voorste tent, die is ingericht met de lampenstandaard en de tafel voor de toonbroden, wordt het heilige genoemd. Achter het tweede voorhangsel bevindt zich de tent die het allerheiligste genoemd wordt.
Christus daarentegen is aangetreden als hogepriester van al het goede dat ons is toebedacht: Hij is door een indrukwekkender en volmaakter tent – die niet door mensenhanden gemaakt is en niet behoort tot onze schepping – voor eens en altijd het hemelse heiligdom binnengegaan, en dan niet met bloed van bokken en jonge stieren maar met zijn eigen bloed. Zo heeft Hij een eeuwige verlossing verworven. Want als het lichaam van wie onrein is al wordt gereinigd en geheiligd wanneer het besprenkeld wordt met het bloed van bokken en stieren of bestrooid met de as van een jonge koe, hoeveel te meer zal dan niet het bloed van Christus, die dankzij de eeuwige Geest zichzelf heeft kunnen opdragen als offer zonder smet, ons geweten reinigen van daden die tot de dood leiden, en het heiligen voor de dienst aan de levende God?

Psalm 47, 2 + 3 + 6 + 7 + 8 + 9

Refr.: Juich God toe met jubelzang.

Klap in de handen, o volken,
juich God toe met jubelzang.

Geducht is de Heer, de Allerhoogste,
machtige koning van heel de aarde.

Onder gejuich steeg God omhoog,
de Heer steeg op bij hoorngeschal.

Zing voor God, zing een lied,
zing voor onze koning, zing Hem een lied.

God is koning van heel de aarde.
Zing een feestelijk lied.

God heerst als koning over de volken,
God zetelt op zijn heilige troon.

Uit het evangelie volgens Marcus 3, 20-21

Jezus’ optreden wekte heel wat verwondering en ergernis, zelfs bij zijn familieleden. Zijn belangloze inzet en zijn verregaande dienst om niet, konden ze niet vatten. Ook voor hen was alléén geloof de norm om Hem te begrijpen. Verhalen die laten verstaan dat mensen uit Jezus’ onmiddellijke omgeving alles direct vernamen, vertekenen de waarheid en maken Jezus’ familie onecht.

Jezus ging terug naar huis, en weer verzamelde zich een menigte, zodat ze zelfs niet de kans kregen om te gaan eten.
Toen zijn verwanten hiervan hoorden, gingen ze op weg om Hem, desnoods onder dwang, mee te nemen, want volgens hen had Hij zijn verstand verloren.

Van Woord naar leven

Jezus ging terug naar huis, en weer verzamelde zich een menigte, zodat ze zelfs niet de kans kregen om te gaan eten. Toen zijn verwanten hiervan hoorden, gingen ze op weg om Hem, desnoods onder dwang, mee te nemen, want volgens hen had Hij zijn verstand verloren.

Volgens hen had Jezus dus zijn verstand verloren…

Wie leeft in de geest van Jezus zal beslist voor velen in ‘de wereld’ ook z’n verstand verloren hebben. Voor ‘de wereld’ is het immers heel dikwijls niet meer dan normaal dat je die dingen nastreeft die het eigenbelang dienen. Terwijl het evangelie oproept het gemeenschappelijk belang te dienen, of nog beter gezegd: Gods belang. En het belang van God gaat over de medemens, de hele mensheid, heel de schepping. En dan hebben we het over het leven in zijn liefde, over zijn voortdurende oproep tot vergeving en verzoening, over een eerlijk economisch systeem, over delen met hen die minder hebben, over geweldloosheid, gemeenschap, verkondiging.
Wie deze weg gaat, zwemt, jammer genoeg, dikwijls tegen de grote stroom in. Laten we echter ieder die deel uitmaakt van deze stroom ten diepste beminnen, door er als christen middenin te staan; nederig en sterk, bereid zijnde te werken en geen angst te hebben onze handen vuil te maken. God, en de Kerk, is onze woonst, de wereld is ons leef- en werkterrein.

Durven we als gelovigen de moedige keuze maken de Heer en het evangelie écht te volgen, ons gevend aan de Hem, aan zijn weg van liefde, de weg van het kruis, gelovend dat deze weg langzaam maar zeker de wereld brengt in het Pasen van de Heer?

Moge ons hart geopend zijn voor God en gericht naar de wereld. Mogen we bescheiden zijn maar niet laf, klein maar niet weggedoken, liefdevol en dapper. Mogen we op de eerste plaats biddende mensen zijn; mensen die vanuit het ontmoeten van God zich engageren in de wereld; ieder naar zijn roeping en mogelijkheden.

Moge de Heer het levend hart zijn van deze weg.

kris

Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer,
schenk aan ieder van ons de moed de weg van de liefde trouw te volgen, ook al verliezen we hierdoor voor ‘de wereld’ ons verstand. Wees met ons, wijs ons op onze zending en leidt ons op de weg die Gij met ons wilt gaan.
Kom Heer Jezus, kom.
Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.