zaterdag in week 2 van de advent

Uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach 48, 1-4 + 9-11

Rond de persoon van de profeet Elia ontstonden heel wat verhalen. Hij liet een verterend vuur uit de hemel neerdalen ten tijde van koningin Jezabel. In een wervelstorm van vuur werd hij opgenomen in de wolken, op een wagen met vurige paarden. Hij zou er bij zijn als de beloofde Messias zou komen. Voor Jezus’ tijdgenoten bleef hij een raadsel.

Toen kwam Elia, een profeet als een vuur, zijn woorden brandden als een fakkel. Hij bracht hongersnood over het volk, door zijn inzet voor de Heer maakte hij het klein in aantal. Op bevel van de Heer hield hij de regen tegen en liet hij driemaal vuur uit de hemel komen. Hoezeer werd u geroemd, Elia, om uw wonderdaden, wie kan zich in roem met u vergelijken? U werd weggenomen in een wervelwind van vuur, in een wagen met vurige paarden. Over u staat geschreven dat u klaarstaat voor de vastgestelde tijd, om de toorn te stillen vóór hij razernij wordt, de ouders te verzoenen met de kinderen, de stammen van Jakob te herstellen.
Gelukkig zijn zij die u gezien hebben en in liefde zijn gestorven; ook wij zullen zeker leven.


Psalm 80, 2 + 3 + 15 + 16

Refr.: God, leg uw hand op uw beschermeling.

Hoor ons, herder van Israël,
die Jozef leidt als een kudde.
U die troont op de cherubs, verschijn in luister
aan Efraïm, Benjamin en Manasse.
Laat uw kracht ontwaken, kom, en red ons.

God van de hemelse machten, keer U tot ons,
kijk neer uit de hemel en zie,
bekommer U om deze wijnstok,
de stek die uw hand heeft geplant,
het kind dat U zelf hebt grootgebracht.


Vers voor het evangelie

Alleluia.
De dag van de Heer is nabij;
zie, Hij komt ons bevrijden.
Alleluia.



Uit het evangelie volgens Matteüs 17, 10-13

Voor de leerlingen is de situatie niet duidelijk. Als Jezus van Nazaret de Mensenzoon is, wie is dan Elia? Hij moest dus al gekomen zijn. Johannes de Doper is de verwachte Elia. Hij onderging het lot van elke profeet. Ook de Mensenzoon zal moeten lijden.

De leerlingen vroegen Jezus: ‘Waarom zeggen de schriftgeleerden dat Elia eerst moet komen?’
Hij antwoordde: ‘Elia komt inderdaad en herstelt alles. En Ik zeg jullie dit: Elia is al gekomen, maar in plaats van hem te erkennen hebben ze met hem gedaan wat ze wilden. Zo zal ook de Mensenzoon door hun toedoen moeten lijden.’ 
Toen begrepen de leerlingen dat Hij op Johannes de Doper doelde.

Van Woord naar leven

Elia was een typisch profeet zoals wij ze dikwijls voorstellen, en kennen uit het Oude Testament. Vurig, en radicaal. Ze voelden zich verantwoordelijk om in een onheilige wereld het heilige aanwezig te stellen. Ze spraken, of riepen, met een vurige begeestering, oordelend en oproepend. Ze wilden het volk op deze wijze tot luisteren dwingen, omwille van God die in het dagelijks leven zo dikwijls verloochend werd. Zo was Elia, en met hem vele profeten. Ook Johannes de Doper was niet anders. Hoewel deze laatste ook nog een specifiek zending vervulde, namelijk voorloper te zijn van de Komende.

Die Komende, Jezus, ja, die kwam ook met vuur, maar – zo mogen we zeggen – Hij kwam met een geheel nieuw vuur. Geen vernietigend vuur, geen oordelend vuur, maar een innerlijk vuur, een mild vuur, een zacht vuur. Jezus kwam met het vuur van de heilige Geest; een vuur dat de mens tot gebed zal aanzetten, een vuur dat de mens in ware Godsontmoeting zal brengen, een zachte gloed dat de hele mens van binnenuit voort-durend zal wenden naar zijn Schepper, een vuur dat de mens in staat zal stellen vlam van Gods vlam te worden, zijn liefde barend in Kerk en wereld.

Het is een vuur dat warmte geeft aan de mensheid, aan de samenleving, in onze straten en onze huizen. Het is het vuur dat vrede heet, een vuur dat leven geeft; een vuur dat ‘hoop’ in zich draagt die aanzet tot engagement in de liefde.

Dit is oproep én zending. En we moeten niet vragen in deze zending te mogen staan, want we staan er namelijk al in. Leven in hoop is je namelijk bewust zijn dat je als christen gezonden bent, en dat je gezegend bent in je zending; Gods vuur in ons dragend.

Laten we Gods Geest, Gods heilig vuur, aan ieder van ons geschonken, diep koesteren, opdat het ons in waarachtig gebed mag brengen, in innige vereniging met de Heer, om samen met Hem Gods liefde te zijn.

En laat de Doper in deze advent maar roepen… Meer dan de wereld vermoedt hebben we zijn ‘roepen’ nodig. In de lezingen van zondag (morgen) wordt dit heel concreet.

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Vader,
beziel ons met het vuur waarmee Gij uw Zoon bezielt, opdat wij – in Hem – die warme gloed mogen zijn die de aarde het nieuwe aanzicht geeft dat Gij voor haar droomt.
Om deze genade bidden wij U, in Christus, onze Broeder en Heer.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.