zaterdag in week 25 door het jaar

Uit het boek Prediker 11, 9 – 12, 8

Laten we onze gaven ten volle tot ontwikkeling komen. Laten we geen tijd verliezen, dat zou alleen maar jammer zijn; voor onszelf en de mensen rondom ons.

Geniet, beste vriend, van je jonge jaren, haal je hart op aan de dagen van je jeugd. Volg de wegen die je hart wil gaan, gun je ogen wat ze wensen. En onthoud bij alles wat je doet dat God je aan zijn oordeel onderwerpt. Belast je hart niet met verdriet en houd je lichaam vrij van kwalen, want je jeugd en jonge jaren zijn al snel voorbij.
Gedenk daarom je schepper in de dagen van je jeugd – voordat de slechte dagen komen en de jaren naderen waarvan je zegt: In deze jaren vind ik weinig vreugde meer.
Voordat de zon verduistert, de sterren en de maan niet langer stralen, de lucht ook na de regen grauw van wolken wordt. De dag waarop de wachter trillend voor het huis staat, de soldaten kromgebogen voortgaan, de maalsters langzaamaan verdwijnen, de vrouwen uit het venster staren en een schaduw lijken. Wanneer de deuren naar de straat worden gesloten, de molen geen geluid meer maakt, het fluiten van de vogels ijl van toon wordt, wanneer hun lied versterft. Je durft geen heuvel te beklimmen, de weg is vol gevaar. De amandelboom behoudt zijn wintertooi, de sprinkhaan sleept zich voort, de kapperbes droogt uit. Een mens gaat naar zijn eeuwig huis, een klaagzang vult de straat. Voordat het zilverkoord wordt weggenomen, de gouden lamp gebroken, de kruik bij de bron in stukken valt, het scheprad bij de put wordt stukgebroken.
Wanneer het stof terugkeert naar de aarde, weer wordt zoals het was, wanneer de adem van het leven weer naar God gaat, die het leven heeft gegeven.
Lucht en leegte, zegt Prediker, alles is leegte.


Psalm 90, 3-6 + 12-14 + 17a

Refr.: Laat ons uw genade zien, Heer, onze God.

U doet de sterveling terugkeren tot stof
en zegt: ‘Keer terug, mensenkind.’
Duizend jaar zijn in uw ogen
als de dag van gisteren die voorbij is,
niet meer dan een wake in de nacht.

U vaagt ons weg als slaap
in de morgen, als opschietend gras
dat ontkiemt in de morgen en opschiet,
en ’s avonds verwelkt en verdort.

Leer ons zo onze dagen te tellen
dat wijsheid ons hart vervult.
Keer u tot ons, Heer – hoe lang nog?
Ontferm u over uw dienaren.

Vervul ons in de morgen met uw liefde,
laat ons van blijdschap juichen, al onze dagen.
Laat ons uw genade zien, Heer, onze God.
Bevestig het werk van onze handen.


Vers voor het evangelie (Heb 4, 12)

Alleluia.
Het woord van God is levend en krachtig,
het dringt diep door
tot waar ziel en geest elkaar raken.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Lucas 9, 43b-45

Zelfs in het tweede gedeelte van het openbaar leven begrepen de leerlingen nog niet welke de draagwijdte was van Jezus’ Messias-zijn. De voorspellingen over zijn lijden bleven voor hen omsluierd.

Terwijl iedereen nog onder de indruk was van zijn daden, zei Jezus tegen zijn leerlingen: ‘Onthoud wat Ik tegen jullie zeg: de Mensenzoon zal aan de mensen uitgeleverd worden.’ 
Maar ze begrepen deze uitspraak niet; de betekenis bleef voor hen verborgen, en ze durfden Hem er niet naar te vragen.

Van Woord naar leven

‘De Mensenzoon zal aan de mensen uitgeleverd worden’, zei Jezus tot zijn leerlingen. Zij begrepen dit niet, zo staat er, omdat de betekenis voor hen verborgen bleef.

En maar goed ook. Wie weet wat hadden de leerlingen misschien uitgespookt om hun Heer te verdedigen.

We lezen dit trouwens op meerdere plaatsen in het evangelie. Wanneer de Heer sprak over zijn vervolging die Hem te wachten stond, over zijn kruisdood dus, moesten de leerlingen zwijgen. Voorlopig toch. Er zal een tijd komen dat ze juist zullen moeten gaan getuigen van het kruis. Maar nu dus nog niet.

Er zijn ook heel wat genezingsverhalen waar Jezus vraagt aan de genezene zijn genezing niet aan de grote klok te hangen. In de diepte om dezelfde reden. Men zou een Jezus verkondigen zonder kruis; Jezus als een soort wonderdoener met wat mooie woorden en niet meer dan dat. Nee, het meest belangrijke moest nog gebeuren, namelijk zijn dood en opstanding. Jezus verkondigen zonder kruis zou absoluut onvolledig zijn. Beter nog zwijgen dan iets onvolledigs verkondigen.

Wij leven in de tijd na de verrijzenis, de tijd ook na Pinksteren. Elke christen, tot op vandaag, wordt vanuit de Geest aangeraakt met de genade van Pasen, geroepen als men is een gekruisigde Christus te verkondigen die opgestaan is uit de dood; een Christus die de mensheid verlost heeft van de zonde door voor ieder mens te sterven op het kruis. In zijn opstanding heeft Hij iedere zondige mens in Hem mee doen opstaan op, verlost en bevrijd van het kwaad, om de weg van het volle leven te bewandelen.

Deze Christus verkondigen wij. In deze Christus bewegen wij, zijn wij, hebben wij lief. Tot deze Christus roepen wij elkaar, en ieder mens, op in Hem te leven.

Laat ons beminnen vanuit Christus’ inwoning. Opdat bij het opnemen van het kruis van de liefde het lied van Gods opstanding mag klinken, tot aan de einden der aarde.

Een mooi weekend voor ieder van u.

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer,
leer ons uw kruis ten diepste te aanbidden, om in staat te zijn te leven in uw Paasgenade; U dragend en barend is al ons doen en laten.
In uw naam.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.