zaterdag in week 28 door het jaar

Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 4, 13 + 16-18

De belofte die God deed aan Abraham en aan zijn volk steunt niet op prestaties van hun kant. Tegen alle hoop in heeft Abraham geloofd. Daarom werd hij onze vader in het geloof.

Broeders en zusters,
niet door de wet ontvingen Abraham en zijn nageslacht de belofte dat ze de wereld zouden erven, maar door de rechtvaardigheid die het geloof schenkt. De belofte berust op geloof, omdat ze een geschenk van God moest zijn. Want zo is ze van kracht voor heel het nageslacht, niet alleen voor hen die de wet hebben maar ook voor wie delen in het geloof van Abraham, die de vader is van ons allen. Er staat immers geschreven: ‘Ik maak je de vader van vele volken.’ En hij is dit ten overstaan van God, die de doden levend maakt en in het leven roept wat niet bestaat. In Hem stelde hij zijn vertrouwen. Zelfs toen alle hoop vervlogen was, bleef Abraham hopen en geloven dat hij de vader van vele volken zou worden, zoals hem was beloofd: ‘Zo talrijk zullen je nakomelingen zijn.’ 

Psalm 105, 5-9 + 42-43

Refr.: Gedenkt de wonderen die God heeft gedaan.

Gedenk de wonderen die God heeft gedaan,
de oordelen die Hij heeft uitgesproken,
nageslacht van Abraham, zijn dienaar,
kinderen van Jakob, door Hem verkozen.

Hij is de Heer, onze God,
zijn besluiten gelden over de hele aarde.
Tot in eeuwigheid zal Hij gedenken
zijn belofte aan duizend geslachten,
het verbond dat Hij sloot met Abraham
en voor Isaak bevestigde met een eed.

Hij dacht aan zijn heilig woord,
gegeven aan Abraham, zijn dienaar,
Hij liet zijn volk in vreugde vertrekken,
zijn uitverkoren volk jubelend gaan.

Alleluia. (ps. 119, 18)
Neem de sluier van mijn ogen – dan zal ik zien
hoe wonderlijk mooi uw wet is.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Lucas 12, 8-12

Bij ons doopsel hebben wij de Geest van Christus ontvangen. Zijn ingevingen kunnen wij naast ons neerleggen, wij kunnen Hem teleurstellen, zelfs verloochenen. Deze zonden tegen de heilige Geest noemt Lucas de zwaarste. Inderdaad, dit neigt naar fundamentele ontrouw.

Jezus sprak tot de menigte:
‘Iedereen die Mij erkent bij de mensen, zal ook door de Mensenzoon worden erkend bij de engelen van God. Maar wie Mij verloochent bij de mensen, zal verloochend worden bij de engelen van God. En iedereen die kwaadspreekt van de Mensenzoon zal vergeving ontvangen. Maar wie lastertaal spreekt tegen de heilige Geest zal geen vergeving ontvangen.
Wanneer ze jullie voor de synagogen en de autoriteiten en het gerecht slepen, vraag je dan niet bezorgd af hoe of waarmee je je moet verdedigen of wat je moet zeggen, want de heilige Geest zal jullie op dat moment ingeven wat je moet zeggen.’

Van Woord naar leven

We kennen Jezus als iemand die de belichaming is van Gods barmhartigheid. Zelf was Hij, tot op het kruis, altijd opnieuw bereid vergeving te schenken. Doorheen woord en daad maande Hij de mensen ook aan zelf zo in het leven te staan. Vergeven, zeven maal zeventig maal; altijd dus.

Of toch niet altijd?
Vandaag die moeilijke zin: ‘Wie lastertaal spreekt tegen de heilige Geest zal geen vergeving ontvangen.’ 

Laten we biddend trachten te begrijpen wat deze woorden willen zeggen.

Een eerste belangrijke zaak is: Het is geen aanmaning aan ons adres om in bepaalde omstandigheden niet te vergeven. De opdracht dus voor ieder van ons om altijd opnieuw bereid te zijn te vergeven blijft onaangeroerd.

Je zou dan kunnen denken: Het is aan God om te bepalen of Hij in bepaalde omstandigheden wel of niet vergeeft. Nee, dat staat er niet. Er staat: ‘… zal geen vergeving ontvangen’. Er staat niet dat God niet vergeeft. Er staat dat je schijnbaar in bepaalde omstandigheden geen vergeving ‘kan’ ontvangen. Hoe moeten we dat begrijpen?

Gods Geest ontvangen we allemaal. God stort voortdurend zijn heilige Geest uit over de Kerk, over de mensheid. En velen zijn zich daarvan gelovig bewust. Ze openen er hun handen en hart voor. Ze zijn bereid hun geweten erdoor te laten vormen. Om de eenvoudige reden dat men diep vanbinnen aanvoelt dat de Geest ons op alle vlakken in het leven in de juiste richting plaatst, ons juist doet denken, en als het goed is ons ook juist doet handelen. Wel, ‘lastertaal’ spreken tegen de heilige Geest – zoals het evangelie van vandaag dat verwoordt – is geproefd hebben van de heilige Geest, om Hem dan uit te spuwen. Het is genade ontvangen, je daarvan bewust zijn, en dit tegelijkertijd weigeren. Het is het uitdrukkelijke besluit je niet te bekeren. Het is, bij wijze van spreken, tot God zeggen: ‘Ik weet wie Ge zijt, Ge hebt U kenbaar gemaakt, maar weet dat ik U niet nodig heb. Ik wil U niet’. Op deze wijze sluit de mens zich totaal af van God, zelfs in die mate dat Hij zich sluit voor de vergeving die God schenken wilt. In die zin kan hij, door z’n eigen toedoen, geen vergeving, en genezing ontvangen.

Dus als Jezus zegt ‘Wie lastertaal spreekt tegen de heilige Geest zal geen vergeving ontvangen’, dan heeft Hij het over die mensen die er zelf voor kiezen in een absolute weigering te leven wat betreft het ontvangen van Gods vergeving, terwijl ze goed weten dat God wilt en kan vergeven. Dit laatste is inderdaad een absolute lastering aan het adres van de heilige Geest.

Ik denk, geliefde mensen, dat deze woorden ongeveer die betekenis hebben.
Vergeef me wanneer ik er naast zit.

In alle bescheidenheid wil ik me nog even op nog gladder ijs begeven. Ik denk namelijk dat wij bij ons aards sterven iets soortgelijks zullen meemaken. Ik denk dat ieder mens de genade zal ontvangen te mogen en te kunnen inzien waar hij fout zat in zijn leven op aarde. En daar God een en al barmhartigheid is zal Hij doorheen zijn Zoon zijn hart wagenwijd openzetten om ieder van ons te ontvangen: vergevend en genezend, en wel te volle. Maar we zullen vrij zijn ons in zijn armen te werpen, of niet. Er zal namelijk ook de mogelijkheid zijn om Gods vergeving te weigeren, terwijl – bij wijze van spreken – God voor ons staat met zijn armen wijd open. Die weigering, wel, dat is de hel. Het is de absolute weigering Gods barmhartigheid te ontvangen. God wilt de mens binnen laten in zijn Rijk, maar de mens kan weigeren. Wat kan Hij nog meer doen?
Dit alles zeg ik in de grootse voorzichtigheid. Het is een moeilijke materie.

Een mooi weekend voor u allen.

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer God,
geef dat wij mogen leven vanuit uw Geest, die ons leert te onderscheiden waar het op aan komt, die ons de kracht verleent ‘ja’ te zeggen tot U. Geef ons een biddend hart, opdat wij, in uw Zoon, steeds mogen kiezen voor wat goed is, afstand nemend van het kwaad, voor goed en altijd.
In Christus’ naam. Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.