zaterdag in week 3 door het jaar
We ervaren allemaal wel eens periodes van dorheid in onze relatie met de Heer, momenten waarop ons gebed leeg aanvoelt en God stil lijkt te blijven. Het evangelie van vandaag confronteert ons met deze beproeving: de storm op het meer en de slapende Jezus weerspiegelen onze eigen angst en twijfel in dorre tijden. Ook Abraham en Sara, over wie we in de eerste lezing horen, werden uitgedaagd om op God te vertrouwen zonder zekerheid of zichtbare bevestiging. Hun geloof was niet gebaseerd op wat zij zagen, maar op de belofte van een betere toekomst. Zo nodigen deze lezingen ons uit om te blijven geloven, ook als God ver weg lijkt. In de stilte zuivert Hij ons hart en leidt Hij ons dieper in zijn aanwezigheid.
In ‘Van Woord naar Leven’ gaan we op dit laatste dieper in. We lezen het evangelie in het licht van ‘De Donkere Nacht’ van Johannes van het Kruis.
Uit de brief aan de Hebreeën 11, 1-2 + 8-19
Geloof is de kern van ons vertrouwen in Gods beloften, zelfs wanneer we de vervulling ervan nog niet zien. In deze lezing ontdekken we hoe Abraham en andere geloofsgetuigen bereid waren op Gods woord te vertrouwen en op weg te gaan, in de zekerheid dat Hij een betere toekomst voor hen had voorbereid.
Broeders en zusters,
Geloof is de zekerheid dat alles waarop we hopen werkelijkheid wordt, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien.
Om hun geloof werden de mensen uit vroeger tijden geprezen. Door zijn geloof ging Abraham, toen hij geroepen werd, gehoorzaam op weg naar een plaats die hij als erfenis zou ontvangen, en hij ging op weg zonder te weten waarheen. Door zijn geloof trok hij naar het land dat hem beloofd was maar hem nog niet toebehoorde. Samen met Isaak en Jakob, mede-erfgenamen van de belofte, woonde hij daar in tenten omdat hij uitzag naar de stad met fundamenten, door God zelf ontworpen en gebouwd. Door haar geloof ontving ook Sara, hoewel ze onvruchtbaar was gebleven en niet meer in de bloei van haar leven was, de kracht om een kind voort te brengen, en wel omdat ze vertrouwde op degene die de belofte had gedaan. Zo bracht één man, wiens kracht al gestorven was, ontelbaar veel nakomelingen voort, zo veel als er sterren aan de hemel zijn en zand op het strand langs de zee.
Zij allen zijn in geloof gestorven; wat hun beloofd was hebben ze geen werkelijkheid zien worden, ze hebben slechts een glimp ervan begroet, en ze zeiden van zichzelf dat zij op aarde leefden als vreemdelingen en gasten. Door zo te spreken lieten ze blijken op doorreis te zijn naar een vaderland. En daarmee bedoelden ze niet het vaderland waaruit ze weggetrokken waren, anders waren ze daarheen wel teruggekeerd. Nee, ze keken reikhalzend uit naar een beter vaderland: het hemelse. Daarom schaamt God zich er niet voor hun God genoemd te worden en heeft Hij voor hen een stad gereedgemaakt.
Door zijn geloof kon Abraham, toen hij op de proef werd gesteld, Isaak als offer opdragen. Hij die de beloften had ontvangen, was bereid zijn enige zoon te offeren. Terwijl er tegen hem gezegd was: ‘Alleen door Isaak zul je nageslacht krijgen,’ zei hij bij zichzelf dat het voor God mogelijk moest zijn iemand uit de dood op te wekken, en daarom kreeg hij hem ook terug, bij wijze van voorafbeelding.
Tussenzang: Lucas 1, 69-75
Refr.: Geprezen zij de Heer, de God van Israël, omdat Hij omziet naar zijn volk en het bevrijdt.
Een reddende kracht heeft Hij voor ons opgewekt£
uit het huis van David, zijn dienaar,
zoals Hij van oudsher heeft beloofd
bij monde van zijn heilige profeten:
bevrijding uit de hand van onze vijanden,
uit de greep van allen die ons haten.
Zo toont Hij zich barmhartig jegens onze voorouders
en herinnert Hij zich zijn heilig verbond:
de eed die Hij gezworen had aan Abraham, onze vader,
dat wij, bevrijd van onze vijanden
en vrij van angst, Hem dienen zouden,
oprecht en toegewijd, ons leven lang.
Vers voor het evangelie (Mt 11, 25)
Alleluia.
Ik loof U, Vader, Heer van hemel en aarde,
omdat U deze dingen
aan eenvoudige mensen hebt onthuld.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Marcus 4, 35-41
Dit evangelie confronteert ons met onze eigen angst en twijfel in moeilijke momenten. Het daagt ons uit om, net als de leerlingen, te ontdekken wat het betekent om echt op Jezus te vertrouwen, ook als Hij stil lijkt te blijven.
Aan het eind van de dag, toen het avond was geworden, zei Jezus tegen zijn leerlingen: ‘Laten we het meer oversteken.’
Ze lieten de menigte achter en namen Hem mee in de boot waarin Hij al zat, en voeren samen met de andere boten het meer op. Er stak een hevige storm op en de golven beukten tegen de boot, zodat die vol water kwam te staan. Maar Hij lag achter in de boot op een kussen te slapen. Ze maakten Hem wakker en riepen: ‘Meester, kan het U niet schelen dat we vergaan?’
Toen Hij wakker geworden was, sprak Hij de wind bestraffend toe en zei tegen het water: ‘Zwijg! Wees stil!’
De wind ging liggen en het water kwam helemaal tot rust.
Hij zei tegen hen: ‘Waarom zijn jullie zo angstig? Geloven jullie nog steeds niet?’
Ze werden bevangen door grote schrik en zeiden tegen elkaar: ‘Wie is Hij toch, dat zelfs de wind en het water Hem gehoorzamen?’
Van Woord naar leven
WANNEER GOD LIJKT TE ZWIJGEN
(Bij Mc 4, 35-41)
Vandaag wil ik met u het evangelie van deze dag lezen in het licht van een boek dat Johannes van het Kruis heeft geschreven, genaamd De Donkere Nacht. Dit werk is een commentaar op een zelfgeschreven gedicht, waarin hij de innerlijke reis van de ziel beschrijft – een weg door nacht en stilte naar een diepere vereniging met God. Ik pretendeer niet De Donkere Nacht ten volle te doorgronden, maar toch wil ik een poging wagen om het evangelie van vandaag te bekijken vanuit dit boek.
Johannes van het Kruis, een karmeliet en mysticus uit de 16e eeuw, schreef De Donkere Nacht in een tijd van grote persoonlijke en spirituele beproeving. Gevangen en vervolgd om zijn hervormingsgezinde idealen, ondervond hij aan den lijve wat het betekent om God te zoeken in een schijnbare afwezigheid. De Donkere Nacht getuigt van een diepe innerlijke reis, waarin de ziel door nacht en stilte wordt gezuiverd om tot een diepere vereniging met God te komen.
We lezen in het evangelie van vandaag hoe de leerlingen geconfronteerd worden met een storm op het meer. Jezus slaapt, terwijl de golven hun boot overspoelen. In paniek maken ze Hem wakker: ‘Meester, kan het U niet schelen dat we vergaan?’ Jezus staat op, bestraft de wind en brengt het water tot rust. Dan vraagt Hij: ‘Waarom zijn jullie zo angstig? Geloven jullie nog steeds niet?’
Deze storm is niet zomaar een natuurramp; het is een spiegel voor ons leven. Ook wij kennen momenten waarop we het gevoel hebben dat God zwijgt, terwijl ons gebed dor en leeg aanvoelt. Deze stormen zijn niet de uiterlijke beproevingen van het leven, maar de innerlijke strijd waarin we de Heer nauwelijks of niet meer ervaren, waarin we onszelf en zelfs Hem in twijfel trekken. Dit is de nacht waarin God ons uitnodigt om Hem te blijven zoeken, zonder de steun van gevoelens en sferen.
Johannes beschrijft hoe God dorheid toelaat om onze relatie met Hem te zuiveren. In de nacht wordt de ziel ontdaan van haar afhankelijkheid van troost en emotionele zekerheid, zodat zij leert om God niet omwille van zichzelf, maar omwille van Hem lief te hebben. Dit proces is pijnlijk, omdat wij vaak gewend zijn ons geloof te voeden met gevoelens, inzichten en ervaringen.
De nacht in ons gebedsleven kan aanvoelen als leegte, alsof God ons heeft verlaten. Maar in werkelijkheid trekt Hij zich niet terug – integendeel. Hij is bezig ons te vormen. Door de stilte zuivert Hij ons verlangen en leert Hij ons om in Hem geworteld te zijn, ook als we niets voelen.
Wanneer Jezus in de boot zegt: ‘Zwijg! Wees stil!’, spreekt Hij niet alleen tot de storm, maar ook tot ons hart. En maak je vooral geen illusies: de storm zal niet meteen bedaren, zoals dit in het evangelie wél het geval is. De nacht zal niet snel een einde kennen. Het kan weken, maanden, jaren duren. Deze langdurige stilte kan een kwelling lijken, een gevoel van totale verlatenheid oproepen, maar het is één grote uitnodiging tot een diepere intimiteit met God. Het is een sterven aan onszelf, aan onze behoefte aan zekerheid en controle. In deze heilige nacht groeit ons vertrouwen niet door wat we ervaren, maar door de overgave aan de Ene die ons blijft dragen, ook als wij Hem niet voelen.
De ziel die deze nacht doorstaat, wordt gezuiverd van alles wat haar van God scheidt. Het is de weg van diepe overgave, een geloof dat niet langer afhankelijk is van tastbare zekerheid, maar volledig verankerd is in Gods ondoorgrondelijke aanwezigheid. Het is de weg van de liefde, die niet meer zoekt naar bevestiging, maar eenvoudigweg rust in de zekerheid dat God altijd nabij is. ‘God is, laat dat volstaan,’ zal Johannes’ tijdgenote Theresia van Avila bevestigen.
Voor wie ‘vecht’ met een langdurig dor gebedsleven kan ik alleen maar aanraden De Donkere Nacht van Johannes van het Kruis, of commentaren daarop, te lezen. Het brengt je tot de kern van onze godsrelatie.
Laten we bidden
Heer,
wanneer uw stilte mij omhult,
vorm mij dan in vertrouwen en overgave.
Zuiver mijn hart van alles wat mij van U scheidt,
leer mij lief te hebben zonder te eisen,
te geloven zonder te zien,
te rusten in uw aanwezgheid.
U, Heer, bent. Moge dat volstaan.
Amen.
Geliefde mensen, laten we niet bang zijn voor droogte in onze relatie met de Heer. Mogen we deze stilte omarmen als een weg van innerlijke zuivering, in het vertrouwen dat God ons daarin leidt.
Een mooi weekend,
kris
Om mee op weg te gaan
Ervaar je soms dat God zwijgt, juist wanneer je naar Hem verlangt? Vlucht dan niet uit het gebed, maar blijf in de stilte, ook als die leeg aanvoelt. Vertrouw erop dat deze droogte een tijd van diepe genade is, waarin God in het verborgene werkt. Sta Hem toe je te zuiveren van alles wat overbodig is, tot alleen Hij overblijft. Laat Hem alle franjes van je wegnemen, totdat je innerlijk naakt voor Hem staat. Het zal een feest van licht zijn.
Blog ‘Van Woord naar leven’
Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.
Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.