zaterdag in week 30 door het jaar

Uit de brief van Paulus aan de christenen van Rome 11, 1-2 + 11-12 + 25-29

Wanneer God iemand roept maakt Hij dat niet ongedaan.

Broeders en zusters,
heeft God zijn volk soms verstoten? Beslist niet. Ik ben immers zelf een Israëliet, een nakomeling van Abraham, afkomstig uit de stam Benjamin. God heeft zijn volk, dat Hij al van tevoren uitgekozen heeft, niet verstoten. Of weet u niet wat de Schrift over Elia zegt, hoe hij Israël bij God aanklaagt?
Maar nu vraag ik weer: ze zijn toch niet gestruikeld om ten val te komen? Dat in geen geval, maar door hun overtreding konden de andere volken worden gered en daarop moesten zij afgunstig worden. Maar als hun overtreding al een rijke gave voor de wereld is en hun falen een rijke gave voor de andere volken, hoeveel rijker zal de gave dan niet zijn wanneer zij voltallig deelnemen.
Er is, broeders en zusters, een goddelijk geheim dat ik u niet wil onthouden, omdat ik wil voorkomen dat u op uw eigen inzicht afgaat. Een deel van Israël is onbuigzaam geworden, en dat blijft zo totdat de andere volken voltallig zijn toegetreden. Dan zal heel Israël worden gered, zoals ook geschreven staat: ‘De redder zal uit Sion komen, en wentelt dan de schuld af van Jakobs nageslacht. Dit is mijn verbond met hen, wanneer Ik hun zonden wegneem.’ Omwille van u zijn ze Gods vijanden geworden door het evangelie af te wijzen, maar toch blijven ze Gods geliefden omwille van de aartsvaders, die Hij heeft uitgekozen. De genade die God schenkt neemt Hij nooit terug, wanneer Hij iemand roept maakt Hij dat niet ongedaan. 

Psalm 94, 12-15 + 17-18

Refr.: Nooit zal de Heer zijn volk verstoten.

Gelukkig de mens, Heer, die U onderricht,
die U onderwijst in uw wetten.
Hij zal rust vinden in kwade dagen,
terwijl voor de wettelozen een kuil wordt gegraven.

Nee, de Heer zal zijn volk niet verstoten,
zijn liefste bezit niet verlaten.
De rechtspraak voegt zich weer naar het recht,
de oprechten van hart sluiten zich aan.

Had de Heer mij niet geholpen,
dan woonde ik al in de stilte van het graf.
Toen ik dacht: Mijn voet glijdt weg,
hield uw trouw mij staande, Heer.

Vers voor het evangelie (Lc 8, 15)

Alleluia.
Zalig zij die het woord Gods dat zij hoorden
in een goed en edel hart bewaren
en vrucht voortbrengen door hun standvastigheid.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Lucas 14, 1 + 7-11

In het kader van een maaltijd op sabbat brengt Lucas enkele tafelgesprekken van Jezus. Hier gaat het over het kiezen van een plaats. De hooghartige Farizeeën hadden de voornaamste plaatsen ingenomen. Jezus’ houding getuigt van goddelijke eenvoud en nederigheid.

Toen Jezus op sabbat in het huis van een vooraanstaande farizeeër was, waar Hij voor een maaltijd was uitgenodigd, werd Hij scherp in het oog gehouden. Hij vertelde de genodigden een gelijkenis, want Hij had gezien hoe ze de ereplaatsen voor zichzelf kozen.
Hij zei tegen hen: ‘Wanneer u door iemand wordt uitgenodigd voor een bruiloft, kies dan niet de ereplaats, want misschien is er wel iemand uitgenodigd die voornamer is dan u, en dan moet uw gastheer tegen u zeggen: “Sta uw plaats aan hem af.” Dan zult u beschaamd de minste plaats moeten innemen. Als u wordt uitgenodigd, kies dan de minste plaats, zodat uw gastheer tegen u zal zeggen: “Vriend, kom toch dichterbij!” Dan wordt u eer betoond ten overstaan van iedereen die samen met u aanligt. Want wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.’

Van Woord naar leven

Van HOOG naar LAAG, van LAAG naar HOOG
(Bij Lc 14, 1. 7-11)

Beste lezers, dit schrijf ik nu wel ‘lezers’, maar in feite is het geen leeslesje. Onze teksten zijn een kleine toelichting op een thema uit de Bijbelteksten van deze dag. Elk stukje uit de Bijbel roept niet alleen zomaar wat gedachten op, maar vraagt ook om de woorden dieper in jezelf toe te laten. Als we de tijd nemen om het verhaal te laten bezinken, dan kan het zijn dat een tekst die je al lang kent, ineens een nuance laat zien die je er nooit eerder in ontdekt hebt. Eigenlijk moet je op de tekst kauwen, zoals je op gewone voedingsartikelen kauwt. Hoe beter je kauwt, des te beter kan hetgeen je in je mond hebt verteren. Zo ook met woorden uit de Schrift. Natuurlijk is daarbij goed kauwen niet voldoende. Als de Geest ons niet te hulp komt, blijft het kauwen een natuurlijk proces. Vaak is het dan denken over, of een soort studie. Dan heeft het meestal met kennis te maken. Op zich niets mis mee, maar met denken bereik je niet het ziele-niveau, en daar gaat het allereerst om. We hebben daar de Geest voor nodig. Het is goed om voor het ‘lezen’ een eenvoudig gebed te bidden tot de Geest, dat Hij/Zij bij je aanwezig mag komen en er Zijn/Haar licht op mag laten schijnen.

Vandaag lezen we bij Lucas een verhaal waar ik soms vragen bij heb, een gelijkenis. Jezus is in het huis van een vooraanstaande farizeeër die Hem voor een maaltijd uitgenodigd heeft. Is Jezus zo bevriend met deze voorname man, of wil de farizeeër hem op de proef stellen? Dat gebeurt immers wel vaker.
Jezus is een goed waarnemer en je zou zeggen, ook een beetje een psycholoog, zonder dat Hij daarvoor gestudeerd heeft. Hij ziet de mensen binnenkomen, allemaal farizeeën lijkt het wel. Ze zoeken zich een mooi plaatsje uit, helemaal vooraan. Jezus waarschuwt, dat ze misschien beter wat lager kunnen gaan zitten, want het zou toch heel vervelend zijn als ze straks moeten opstaan om plaats te maken voor een hoger persoon. Het schaamrood zou hun wangen kleuren. Andersom zou het kunnen gebeuren dat, indien ze een lage plaats hadden gekozen, uitgenodigd zouden worden hogerop te gaan zitten.

Waar ik dan moeite mee heb bij dit voorbeeld is het feit dat mensen verdeeld worden in hoger en lager, voornamer en minder voornaam. Zo kennen we Jezus niet. Voor Jezus zijn alle mensen gelijk. Hij maakt geen onderscheid tussen rijk of arm, man of vrouw, hooggeplaatste of eenvoudige arbeider. Zijn toehoorders maken blijkbaar dat onderscheid wel. Als Jezus toch dit verhaal op deze manier vertelt, past Hij zich aan aan de denkwijze van zijn hoorders, is me nu duidelijk geworden.

Als we naar Jezus kijken, dan zien we dat Hij, al was Hij Zoon van God, toch de laagste plaats heeft gekozen, Hij is mens geworden, en is vernederd in zijn menszijn. Dat alles geeft Hij in dit verhaal nu niet als voorbeeld. Het moet zich deels ook nog voltrekken. Jezus blijft eenvoudig, heeft geen enkele pretentie. Zegt niet: ‘Kijk Mij eens, Ik doe dat heel anders.’
De conclusie van zijn verhaal, mogen de Farizeeën zelf trekken. Jezus geeft zijn samenvatting zelf al aan met de woorden:
Wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.
Zouden Farizeeën dit nu al kunnen begrijpen?

Hij, Jezus, is de minste geworden van alle mensen. Uiteindelijk is het zijn Vader die Hem heeft verhoogd.
Hoe moeilijk is het voor ons om de minste te worden, en ook hoe onlogisch als we immers allemaal gelijk zijn in ons ‘schepsel zijn’, onafhankelijk van onze status. Het gaat in dit verhaal om de houding van eenvoud. We hoeven ons niet bezorgd te maken dat we niet gezien zouden worden. Het evenwicht wórdt hersteld zien we in het leven van Jezus. Van Hoog naar Laag, van Laag naar Hoog. We behoeven er niet voor te vechten of ons er druk over te maken of we aan onze trekken komen, maar gewoon dienstbaar klaar staan voor de ander, wie het ook is.

In de Brief van Paulus aan de Filippenzen (2, 3-5) lezen we meer over dit onderwerp, dat komt vast een andere keer aan de orde.

Laten we bidden

Jezus heeft ons voorgeleefd
om bij keuzemogelijkheden
niet de hoogste plaats in te nemen.
Het geheim van zijn leven is
dat Hij, via de weg van de vernedering
uiteindelijk tot volle glorie is gekomen.
Goede Vader, leer ons,
om niet vanuit geldingsdrang te leven,
maar vanuit eenvoud en dienstbaarheid,
door Jezus, de dienaar bij uitstek.
Amen

Beste mensen, op naar de maaltijd en naar het kiezen van eigen plek aan de ‘tafel’ die ons bereid is. Het blijft een keuze waar we gaan zitten.
Ricky Rieter

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.