zaterdag in week 4 van de veertigdagentijd

Uit de profeet Jeremia 11, 18-20

De Heer onthulde mij een plan waar ik geen weet van had; Hij liet mij zien wat de mannen uit Anatot in de zin hadden. Daarvóór was ik zo argeloos als een lam dat naar de slachtbank wordt geleid. Ik wist niet dat ze tegen mij dit plan hadden gesmeed: ‘Laten wij die boom met al zijn vruchten vellen, hem uit het land der levenden wegkappen, dan wordt zijn naam nooit meer genoemd.’
‘Maar, Heer van de hemelse machten, rechtvaardige rechter, U die hart en nieren doorgrondt, laat mij zien dat U zich op hen wreekt. U leg ik mijn zaak voor.’

Tussenzang: Ps 7, 2-3 + 9-12

Refr.: Heer, mijn God, bij U schuil ik.

Heer, mijn God, bij U schuil ik,
bevrijd mij van mijn vervolgers, red mij,
ze zullen mij nog verscheuren als leeuwen,
mij meesleuren zonder dat iemand mij redt.

Heer, rechter van de wereld.
Doe mij recht, Heer, ik ben onschuldig,
mij treft geen blaam.
Roep de goddelozen een halt toe
en wees de rechtvaardige tot steun.

U die hart en nieren doorgrondt
bent een rechtvaardige God.
God is het schild dat mij beschermt,
Hij bevrijdt de oprechten van hart.
God is een rechtvaardige rechter,
Hij bestraft het kwaad, elke dag.

Vers voor het evangelie: ps 51, 12a + 14a

Schep, o God, een zuiver hart in mij,
red mij, geef mij de vreugde van vroeger.

Uit het evangelie volgens Johannes 7, 40-53

Toen de mensen in de menigte Jezus’ woorden hoorden, zeiden ze: ‘Dit moet wel de profeet zijn.’ Anderen beweerden: ‘Het is de messias,’ maar er werd ook gezegd: ‘De messias komt toch niet uit Galilea? De Schrift zegt toch dat de messias uit het nageslacht van David komt en uit Betlehem, waar David woonde?’ Zo ontstond er verdeeldheid in de menigte, en sommigen wilden Hem grijpen, maar niemand deed Hem iets.
De dienaren van de hogepriesters en de farizeeën gingen terug. Toen hun werd gevraagd: ‘Waarom hebben jullie Hem niet meegebracht?’ antwoordden ze: ‘Nog nooit heeft een mens zo gesproken!’ Maar de farizeeën zeiden: ‘Hebben jullie je ook al laten misleiden? Er is toch geen enkele leider of farizeeër tot geloof in Hem gekomen? Alleen de massa die de wet niet kent – vervloekt zijn ze!’
Maar Nikodemus, die destijds bij Jezus was geweest, iemand uit hun eigen kring, zei: ‘Onze wet veroordeelt iemand toch pas als hij gehoord is en als bekend is wat hij heeft gedaan?’ Ze zeiden tegen hem: ‘Kom jij soms ook uit Galilea? Kijk het maar na, dan zul je zien dat er uit Galilea geen profeet kan komen.’
Iedereen ging terug naar huis.

Van Woord naar leven

LEVEND IN DE ADEM GODS
(Bij Joh 7, 40-53)

Het evangelie van vandaag vertelt ons dat de toenmalige religieuze leiders Jezus niet konden aanvaarden als de messias. Ze namen zichzelf, en bijzonder hun eigen redeneren, als norm van het al dan niet aanvaarden van Jezus als dé Christus. Het is een vrucht van een soort verlichtingsdenken (ja, toen al …) waar het eigen redeneren het centrum wordt van wat jezelf als ‘waarheid’ ziet. Wat gevaarlijk is … want de kans is groot dat je op deze wijze de dingen niet meer ziet zoals ze zijn. Het eigen ‘ik’, het eigen denken, staat centraal, en het ‘ik’ bepaalt wat al dan niet waar is.

Het moet gezegd, dit laatste is een zeer moeilijke materie. De waarheidsvraag is iets van alle tijden. Toch heeft Jezus ons iets gegeven dat ons al een heel stuk op weg kan helpen. En dat ‘iets’ is iets dat aan Hem, en aan de Vader gelijk is: namelijk de heilige Geest. Hij zal ons in de volle waarheid brengen … zo heeft Jezus beloofd.

De heilige Geest is de adem van God, die ons zijn in de juiste richting plaatst zoals God dat voor ons het beste acht. Bedoeling, en kunst is, om in die Adem te gaan staan, Hem zelf in en uit ademen, veel verder en dieper dan onze longen, maar tot in het diepst van onze ziel.

Niet wij, maar God … daarover gaat het. Niet wat wij denken over Hem is van belang, maar enkel wat Hij is. Een soort fenomenologie van het transcendente zeg maar. God is zoveel groter dan de beperktheid van ons eigen denken. Het is daarom zeer gevaarlijk te denken dat je weet hoe God in elkaar zit, wat Hij wil, enz …
Anderzijds mogen we, of moeten we, ons ‘zijn’ afstellen op Hem, opdat we diep vanbinnen zouden aanvoelen wat God met ons voorheeft met de bedoeling hierop ‘ja’ te zeggen.

Leven in de Geest vraagt op de eerste plaats thuis komen in de stilte van het gebed, aanbiddend aanwezig zijn voor de altijd grotere God, knielend voor zijn Aangezicht, je laten bestralen of bevruchten door Hem. Het is voor Hem staan als een arme, een bedelaar, als een waarlijk nederig mens.

Laten we bidden

Heer Jezus,
moge uw Geest ons in de juiste richting plaatsen,
in zuiverheid gekeerd naar de Vader.
Mogen we van Hem ontvangen,
in Hem levend,
in Hem liefhebbend.
Door U, met U, in U.
Amen.

Een gezegende zaterdag,
kris


Vragen om mee op weg te gaan

Welke rol speelt de heilige Geest in mijn leven wat betreft het aannemen van de ‘waarheid’?

Hoe kan ik in de wereld van vandaag standvastig blijven in mijn geloof in de waarheid van Christus, ondanks eigen twijfel of tegenstand rondom mij?


Blog ‘Van Woord naar leven’

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.

Klik hier voor de blog.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.