zaterdag na 1 jan

Uit de eerste brief van Johannes 5, 14-21

God verhoort het gebed van wie zich eerlijk en in geloof tot Hem wendt. Johannes spoort daarom de christenen aan tot het gebed. Zij moeten echter bidden als kinderen van God en niet in zonde leven. Dit verdiept hun inzicht in de kennis van de waarachtige God.

Vrienden,
wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden, in de zekerheid dat Hij naar ons luistert als we Hem iets vragen dat in overeenstemming is met zijn wil. En omdat we weten dat Hij naar ons luistert, wat we Hem ook vragen, weten we ook dat we alles al hebben gekregen wat we Hem gevraagd hebben. 
Als iemand zijn broeder of zuster een zonde ziet begaan die niet tot de dood leidt, moet hij voor hem of haar bidden en zo de zondaar het leven geven. Dit geldt wanneer er sprake is van een zonde die niet tot de dood leidt. Er bestaat ook zonde die wel tot de dood leidt. In dat geval geldt mijn aansporing om te bidden niet. Alle onrecht is zonde, maar niet elke zonde leidt tot de dood.
We weten dat iemand die uit God geboren is niet zondigt. Want wie uit God geboren is kan zichzelf beschermen, zodat het kwaad geen vat op hem heeft. We weten dat wij uit God voortkomen, terwijl de hele wereld in de macht is van hem die het kwaad zelf is. 
We weten ook dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht heeft gegeven om de ware God te kennen. En wij zijn in Hem, omdat we in zijn Zoon Jezus Christus zijn. Hij is de ware God, Hij is het eeuwige leven. Kinderen, wees op uw hoede voor de afgoden.


Psalm 149, 1-6a + 9b

Refr.: De Heer vindt vreugde in zijn volk, Hij kroont de vernederden met de zege.

Zing voor de Heer een nieuw lied,
roem Hem te midden van zijn getrouwen.
Laat Israël verheugd zijn over zijn machtige maker,
het volk van Sion juichen om zijn koning.

Laten zij dansend zijn Naam loven,
bij lier en tamboerijn voor Hem zingen.
Ja, de Heer vindt vreugde in zijn volk,
Hij kroont de vernederden met de zege.

Laten zijn getrouwen juichen in luister,
nog jubelen als zij te ruste gaan,
met een lofzang voor God op de lippen.
Dat is de glorie voor al zijn getrouwen.


Vers voor het evangelie

Alleluia.
De luister van deze dag
is een licht om ons heen;
komt allen de Heer aanbidden,
gij volkeren en naties,
want vandaag verscheen
een groot licht op aarde.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Johannes 2, 1-12

Te Kana doet Jezus het eerste wonder van zijn openbaar leven: een teken voor het geloof. Het wijnwonder brengt overvloedige zegening over het liefdeverbond van twee mensen; maar het is ook een openbaring van Jezus’ messiaanse zending en heerlijkheid.

Op de derde dag was er een bruiloft in Kana, in Galilea. De moeder van Jezus was er, en ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd. 
Toen de wijn bijna op was, zei de moeder van Jezus tegen Hem: ‘Ze hebben geen wijn meer.’ 
‘Vrouw, wat wilt u van Me?’ zei Jezus. ‘Mijn tijd is nog niet gekomen.’ 
Daarop sprak zijn moeder de bedienden aan: ‘Doe maar wat Hij jullie zegt, wat het ook is.’ 
Nu stonden daar voor het Joodse reinigingsritueel zes stenen watervaten, elk met een inhoud van twee à drie metrete. Jezus zei tegen de bedienden: ‘Vul de vaten met water.’
Ze vulden ze tot de rand. 
Toen zei Hij: ‘Schep er nu wat uit, en breng dat naar de ceremoniemeester.’
Dat deden ze. 
En toen de ceremoniemeester het water dat wijn geworden was, proefde – hij wist niet waar die vandaan kwam, maar de bedienden die het water geschept hadden wisten het wel – riep hij de bruidegom en zei tegen hem: ‘Iedereen zet zijn gasten eerst de goede wijn voor en als ze dronken zijn de minder goede. Maar u hebt de beste wijn tot nu bewaard!’ 
Dit heeft Jezus in Kana, in Galilea, gedaan als eerste teken; Hij toonde zo zijn grootheid en zijn leerlingen geloofden in Hem.
Daarna ging Hij naar Kafarnaüm, met zijn moeder, zijn broers en zijn leerlingen, en daar bleven ze een paar dagen.

Van Woord naar leven

Gisteren hoorden we hier nog dat we God beslist veel vreugde geven wanneer we onze roeping tot liefde daadwerkelijk gestalte geven. Vandaag horen we een sleutel om deze weg te gaan. Namelijk de woorden van Maria ter harte nemen: ‘Doe maar wat Jezus jullie zegt, wat het ook is’.

Wie leeft in innige verbondenheid met de Heer, weet dat wonderen iets van elke dag zijn. En dan heb ik het over het wonder van de liefde. Het is toch gewoon wonderlijk dat je vanuit Gods aanwezigheid kunt liefhebben; één met Jezus, in zijn naam. Niet?

Eigenlijk gaat het hier om twee wonderen. Het wonder van te mogen/kunnen liefhebben in zijn naam, en de vruchten van dit wonder wat ook een wonder is. Doorheen het liefhebben laat je namelijk toe dat de Heer de ander aanraakt, en wel genadevol. Als we in het evangelie lezen dat ‘Hij als weldoende rond trekt’ mogen we dat gerust lezen dat Hij dat door ons heen doet, de ander liefhebbend en aanrakend.

Doe maar wat Jezus jullie zegt, wat het ook is. Je kan je dan de vraag stellen: Allemaal goed en wel, maar hoe hoor je de Heer? Hoe beluister je Hem? Concreet kan dit op velerlei wijzen, doch vooral de innerlijke gesteltenis is belangrijk: Ben ik geopend voor de Heer? Ben ik arm? Kan ik zelf zwijgen? Heb ik de stilte lief? Kan ik de dorheid omarmen? Kan ik het kruis zo aanschouwen dat het een bron van genade wordt? Mag mijn hart het nieuwe Jeruzalem zijn waar de Heer verrezen is, en wel zo dat ik toelaat dat ik deelgenoot wordt van zijn Pasen?

In wezen gaat het om godsontmoeting. In relatie treden en leven met Hem. Me toevertrouwen aan zijn persoon. Innig verbonden. Om in Hem mijn diepste identiteit te vinden. In deze stroming gaan staan, als een gebed, een dans, een feest, zonder einde.

Het is geen feest met toeters en bellen. Vaak is het zelfs een feest getekend door Jezus’ kruis. ‘Leven van liefde’, zo zegt Theresia van Lisieux ‘is niet op deze wereld je tent opslaan op de Taborberg, maar het is mét Jezus de weg van Calvarie gaan en het kruis zien als een schat.’ In Jezus’ kruis de liefde ontmoeten, van Hem de liefde ontvangen, om te doen wat we te doen hebben, met de diepste consequenties dat christelijke liefde soms met zich kan meebrengen.

Maar in de diepte is het altijd een feest, een dans met de Heer.

Ja, laat ons doen wat de Heer vraagt, wat het ook is.

Een mooi weekend,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer,
ook als ik slaap, ook als ik geen zin heb, ook als alles me tegenzit, kom me toch maar halen. Neem me mee naar de dansvloer van het leven, en dans met mij. Dans met mij uw liefde. Doe me smelten in U. Ja Heer, laat me in U ieder schepsel beminnen; ten diepste.
Oh m’n Heer.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.