zondag 1 van de advent – C

Uit de profeet Jeremia 33, 14-16

De koninklijke erfopvolging in het huis van David was onderbroken. De beloften aangaande de troon leken ijdel te worden. God blijft nochtans trouw aan zijn beloften. Jeremia had het reeds verkondigd. Nu verzekert de profeet dat deze hoop geen ontgoocheling wordt. Zie, de eerste tekenen kondigen zich aan.

De dag zal komen – spreekt de Heer – dat Ik de belofte die Ik het volk van Israël en Juda heb gedaan, gestand zal doen. Op die dag, in die tijd, zal Ik aan Davids stam een rechtmatige telg laten ontspruiten, die recht en gerechtigheid in het land zal handhaven. Dan wordt Juda verlost en de inwoners van Jeruzalem zullen veilig wonen. En de naam van de stad zal zijn “De Heer is onze gerechtigheid”. 


Psalm 25, 4 + 5 + 8 + 9 + 10 + 14

Refr.: Tot U, Heer, richt ik mijn geest.

Maak mij, Heer, met uw wegen vertrouwd,
leer mij uw paden te gaan.

Wijs mij de weg van uw waarheid en onderricht mij,
want U bent de God die mij redt,
op U blijf ik hopen, elke dag weer.

Goed en rechtvaardig is de Heer:
Hij wijst zondaars de weg.

Wie nederig zijn leidt Hij in het rechte spoor,
Hij leert hun zijn paden te gaan.

Liefde en trouw zijn de weg van de Heer
voor wie de wetten van zijn verbond onderhouden.

De Heer is een vriend van wie Hem vrezen,
Hij maakt hen vertrouwd met zijn verbond.


Uit de eerste brief van Paulus aan de Tessalonicenzen 3, 12 – 4, 2

Wij vorderen in heiligheid wanneer wij universeel wederzijdse liefde uitstralen. Wie zo leeft zal bij de wederkomst van Christus binnengaan in de gemeenschap van de heiligen.

Broeders en zusters,
moge de Heer uw liefde voor elkaar en ieder ander groter maken, zodat uw liefde even overvloedig wordt als onze liefde voor u. Moge de Heer u door die liefde kracht geven, zodat u zuiver en heilig voor onze God en Vader zult staan wanneer onze Heer Jezus komt met al zijn heiligen. In de naam van de Heer Jezus vragen we u met klem te leven zoals wij het u hebben geleerd, dus zo dat het God behaagt. U doet dat al, maar wij sporen u aan het nog veel meer te doen. U kent de voorschriften die wij u op gezag van de Heer Jezus hebben gegeven. 


Alleluia. (Ps. 85, 8)
Toon ons uw trouw, Heer,
en geef ons uw hulp.
Alleluia.



Uit het evangelie volgens Lucas 21, 25-28 + 34-36

Kosmische verwarring, onheil op aarde, mensen die verkeren in panische schrik: beelden die het einde van een wereld oproepen, maar ook de komst van een nieuwe wereld aankondigen. Het zijn tekenen die Christus’ voorafgaan. Wie waakzaam leeft en zijn kracht zoekt in gebed heeft niets te vrezen. Met een gerust hart mag hij voor zijn Redder verschijnen.

Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Dan zullen er tekenen zijn aan de zon en de maan en de sterren, en op aarde zullen de volken sidderen van angst voor het gebulder en het geweld van de zee; de mensen zullen bezwijken van angst om wat er met de wereld zal gebeuren, want de hemelse machten zullen wankelen. Maar dan zullen ze op een wolk de Mensenzoon zien komen, bekleed met macht en grote luister. Wanneer dat alles staat te gebeuren, richt je dan op en hef je hoofd, want jullie verlossing is nabij!
Pas op dat jullie hart niet afgestompt raakt door de roes en de dronkenschap en de zorgen van het dagelijks leven, zodat die dag jullie overvalt, onvoorspelbaar als een val die dichtklapt. Want plotseling zal hij komen over allen die waar ook op aarde wonen. Wees waakzaam en bid onophoudelijk dat je kracht ontvangt om te ontkomen aan de dingen die gebeuren gaan en om voor de Mensenzoon te kunnen verschijnen.’

Van Woord naar leven

Vandaag, op deze eerste adventszondag, zegt Jezus: ‘Wees waakzaam en bid onophoudelijk’.

Driemaal komt Jezus langs: Te Bethlehem, in ons leven hier en nu, en bij zijn grote wederkomst. Dit driemaal komen is voor ieder van ons van fundamenteel belang.

Jezus’ eerste komst is geschiedkundig belangrijk. Moest Jezus niet lichamelijk hier op aarde geboren zijn… we zouden spreken over een geestelijk gebeuren wat al snel herleid kan worden tot een soort spiritueel bezig-zijn zonder werkelijke incarnatie. Nee, de Heer is geboren te Bethlehem, uit een vrouw wiens naam Maria was, met een voedstervader die Jozef heette, en Hij heeft hier op aarde rondgelopen, gegeten en gedronken, geleefd, gepredikt, opgeroepen, wonderen verricht. Hij is gestorven en verrezen. Ook wat dit laatste betreft heeft Hij zich gedurende een korte tijd getoond aan velen.
De geschiedkundige Jezus… Niet onbelangrijk!

Het tweede komen van Jezus is zijn komst in ons hart, in de ander, doorheen concrete situaties, in ons leven hier en nu. Om nog maar te zwijgen over zijn aanwezigheid in het Woord, de sacramenten, de grote gemeenschap (zijn mystiek lichaam zoals we dat zo graag noemen) de Kerk, enz…
Jezus’ aanwezigheid hier en nu… Belangrijk!

Het derde komen van Jezus is zijn wederkomst waarvan we niet weten wanneer het zal gebeuren. Hij zal komen ‘op een wolk, bekleed met macht en grote luister’, zo lezen we vandaag in het evangelie. Of het letterlijk zo zal gaan… dat weten we niet. Maar dàt Hij zal komen: dat weten we wel.
Jezus’ wederkomst… Niet onbelangrijk!

Wel, met betrekking tot deze drievoudige komst zegt Jezus ons vandaag: ‘Wees waakzaam, bid onophoudelijk’.

Het is een oproep om met innerlijke aandacht door het leven te gaan, om alert te zijn, oog en oor en hart te hebben voor Jezus’ komen. Het is zo belangrijk. Want ineens kan Hij er staan, in ontelbaar verschillende gedaanten: doorheen het Woord uit de Schrift, in de zang of de stilte van ons gebed, in het putje van de nacht alsook bij het moment van ons opstaan, in onze partner, onze kinderen, onze medezuster of-broeder, in bedelaars, vluchtelingen, verschoppelingen, op de werkvloer of thuis, op straat en bij de bakker, in momenten waar vergeving roept, in bittere harten die smachten naar licht, in haatdragende mensen die verlangen naar ontdooiing, in de pijn van een pandemie, in de eenzaamheid van een stervende, in de schittering van kunst, in de schoonheid van de natuur, in de droogte van de woestijn, in de donkerte van de nacht, in de warmte van de middag,… overal en op zoveel plaatsen en wijzen.
Ja, oog hebben voor zijn komen vanuit een innerlijke alertheid. Zo belangrijk.

Maar dus ook aandacht hebben wat betreft Jezus’ grote wederkomst. Met wat gaat Hij ons bezig vinden? Wat of wie waren we aan het dienen? Hoe stond het met het ingaan op onze lusten, het voeden van ons ego, het aandikken van onze beurs, het profiteren van anderen? Ja, hoe waren we aan het leven? Lieten we toe dat Jezus inspraak mocht hebben in ons bezig zijn? Mocht Hij voor ons een levensgids zijn? Lieten we toe dat Hij mocht schaven aan ons leven? Kreeg Hij die plaats dat Hij het hart mocht zijn van ons bestaan? Mocht Hij Gods vlam zijn in ons leven?
Als Hij er plots zal ‘staan’, zal Hij ons bezig zien geëngageerd voor Gods rijk, of zal Hij enkel een troosteloos iemand vinden die enkel z’n eigen ego aan het bevredigen is?

Wanneer wij deze oproep tot alertheid leggen op ons adventsthema ‘leven in het licht van de Heer’, mogen we stellen dat waakzaamheid wel degelijk te maken heeft met leven in Gods licht. Zoals gezegd heeft waakzaamheid (met betrekking tot het komen van de Heer) te maken met alertheid, met innerlijke bereidheid Hem welkom te heten, met beschikbaarheid Hem te ontvangen. Wie zich afwendt van Gods licht dooft in zichzelf het vuur van de alertheid. God beschijnt ieder van ons, Hij belicht ons binnenste, juist om ons in staat te stellen aandachtig te kunnen zijn voor zijn komen. Dit belichten is geen uitwendig gebeuren, maar het voltrekt zich van binnenuit. Het is het licht van de heilige Geest, Gods innerlijke bezieling die Hij bewerkstelligt in ons diepste binnenste. Zich toevertrouwen aan Gods Geest, zich laten leiden door Gods bezieling, zal je in ware alertheid brengen. Immers de Geest wendt ons naar God, de Geest opent ons voor Gods komen, de Geest maakt ons bereid én beschikbaar Gods komen welkom te heten.

‘Leven in het licht van de Heer’ is dus leven in de gave van Gods heilige Geest die je van binnenuit zal doen wenden naar God, met een alertheid die nodig is te kunnen ‘zien’, te kunnen welkom heten, met een verwachting die vervuld zal zijn van werkelijke liefde.

Bid onophoudelijk… vraagt het evangelie van vandaag. Dagelijks gebed, het gebed levend houden doorheen de dag, op onze knieën en tussen de kookpotten, is de sleutel om tot ware alertheid te komen. Het is je geven aan de Geest die ons in staat stelt het gebed van Christus toe te laten. Het is de Geest die je hele zijn zal leggen in het grote ‘ja’ van Christus tot de Vader.

Lieve mensen, moge deze adventstijd ons tot waakzame mensen maken; mensen die oog hebben voor Gods komen, kijkend naar het komend kerstfeest, maar ook nu reeds in ons leven van elke dag.

Laat ons bidden in deze dagen, misschien iets meer of dieper dan anders. Mogen we bidden dat God ons, de Kerk, en de hele mensheid, genadig mag zijn en ons het verlangen mag schenken Hem te ontmoeten, om vanuit Hem te leven, zijn dorst te lessen, Hem voor elkaar te baren.

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Maria, goede Moeder,
graag wijden we deze adventstijd toe aan U. Help ons wakker te zijn voor de Heer, uitkijkend naar Hem, zoals een verliefde uitkijkt naar haar of zijn geliefde. Bid voor ons, goede Moeder, ga ons voor in ons gebed, opdat de Geest ons in het gebed van Christus mag brengen. Moge Hij ons opnemen in zijn ja-woord tot de Vader.
In zijn naam. Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.