zondag 2 door het jaar – B

De godslamp was nog niet gedoofd. Toen riep de Heer Samuel. ‘Ja, hier ben ik,’ antwoordde Samuel. Hij liep snel naar Eli toe en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet geroepen. Ga maar slapen.’
Toen Samuel weer lag te slapen, riep de Heer hem opnieuw. Samuel stond op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet geroepen, mijn jongen. Ga maar weer slapen.’
Samuel had de Heer nog niet leren kennen, want de Heer had zich niet eerder aan hem bekendgemaakt door het woord tot hem te richten.
Opnieuw riep de Heer Samuel, voor de derde keer. Samuel stond op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’
Toen begreep Eli dat het de Heer was die de jongen riep. Hij zei tegen Samuel: ‘Ga maar weer slapen. Wanneer je wordt geroepen, moet je antwoorden: “Spreek, Heer, uw dienaar luistert.”’
Samuel legde zich weer te slapen, en de Heer kwam bij hem staan en riep net als de voorgaande keren: ‘Samuel! Samuel!’ En Samuel antwoordde: ‘Spreek, uw dienaar luistert.’
Samuel groeide op. De Heer stond hem bij en liet al zijn woorden in vervulling gaan.

Tussenzang uit psalm 40

(tekst onder geluidsfragment)

Refr.: Zie Heer, ik kom om uw wil te doen.

Met groot vertrouwen heb ik op de Heer gehoopt
en Hij sloeg acht op mij.
Hij legde in mijn mond een nieuw gezang,
een lied voor onze God.

Gij hebt geen offer of geschenk gewild,
Gij hebt mijn oor geopend;
Gij vraagt geen brandoffer, geen zoenoffer van mij;
dus zei ik: ‘Ja, ik kom!’

Want in de boekrol staat van mij geschreven
dat ik uw wil volbreng.
Mijn God, dat is het wat ik wil,
uw wet staat in mijn hart geschreven.

Aan velen heb ik uw rechtvaardigheid bekend gemaakt,
ik hield mijn lippen niet gesloten,
Heer, Gij weet het.

Broeders en zusters,
het lichaam is er voor de Heer en de Heer is er voor het lichaam. God heeft de Heer opgewekt, en door zijn macht zal Hij ook ons opwekken. Weet u niet dat uw lichaam een deel is van het lichaam van Christus?
Maar wie zich met de Heer verenigt wordt met Hem één geest. Ga ontucht uit de weg! Geen enkele andere zonde die een mens kan begaan tast het lichaam aan, maar wie ontucht pleegt zondigt tegen het eigen lichaam. Of weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de heilige Geest, die in u woont en die u ontvangen hebt van God? Weet u niet dat u niet van uzelf bent? U bent gekocht en betaald, dus bewijs God eer met uw lichaam.

Vers voor het evangelie (1 Sam 3, 9b; Joh 6, 68b)

Alleluia.
Spreek, Heer, uw dienaar luistert;
U spreekt woorden die eeuwig leven geven.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Johannes 1, 35-42

De volgende dag stond Johannes er weer met twee van zijn leerlingen. Toen hij Jezus voorbij zag komen, zei hij: ‘Daar is het lam van God.’
De twee leerlingen hoorden wat hij zei en gingen met Jezus mee.
Jezus draaide zich om, en toen Hij zag dat ze Hem volgden, zei Hij: ‘Wat zoeken jullie?’
‘Rabbi,’ zeiden zij tegen Hem (dat is in onze taal ‘meester’), ‘waar verblijft U?’
Hij zei: ‘Kom maar mee, dan zul je het zien.’
Ze gingen met Hem mee en zagen waar Hij onderdak had gevonden.
Het was ongeveer twee uur voor zonsondergang, en ze bleven die dag bij Hem.
Een van de twee die gehoord hadden wat Johannes zei en Jezus gevolgd waren, was Andreas, de broer van Simon Petrus. Meteen zocht hij zijn broer Simon op, en hij zei tegen hem: ‘Wij hebben de messias gevonden,’ (dat is Christus, ‘gezalfde’) en hij nam hem mee naar Jezus.
Jezus keek hem aan en zei: ‘Jij bent Simon, de zoon van Johannes, maar voortaan zul je Kefas heten.’ (Dat is Petrus, ‘rots’.)

Van Woord naar leven

KOM EN ZIE
(Bij Joh 1, 35-39)

In Huize Vincent in Tielrode (het woonzorgcentrum waar ik werk) vieren we iedere vrijdagvoormiddag eucharistie. Het is altijd een mooi gebeuren. Gewoonlijk zijn we met zo’n zeventigtal. Omdat we met zoveel zijn – en onze huiskapel niet al te groot is –  bouwen we telkens onze cafetaria om tot een heuse gebedsruimte. Het altaar plaatsen we zo dat iedereen er in een brede kring rond kan. Fijn is het te ervaren dat er interactie plaats vindt tussen volk en voorgangers. Er is verbinding, er is deelname. Liturgie ten top.

Met de priester wissel ik week aan week af wat de homilie betreft. En deze week was het mijn beurt.
Ik zei het volgende tegen onze mensen:

Neem nu dat Jezus hier bij  in ons in de Meerpaal (zo noemen we onze cafetaria) komt binnenwandelen en we zouden Hem de vraag stellen: ‘Heer, waar verblijft U?’, zou Hij misschien hetzelfde antwoorden als tot die twee leerlingen: ‘Kom maar mee, dan zul je het zien.’ 

Maar wat betekent voor ons nu dat meegaan en dat zien?
Wel, ik nodigde onze bewoners uit eens diep in de ogen te kijken van de persoon die naast hen zat, zowel links als rechts. Ik vroeg hen in de ogen te kijken met de ogen van het geloof. En ik zei: Als je dan heel diep en aandachtig kijkt zul je in de blik van de ander Jezus ontmoeten die zegt: ‘Hier ben ik, en Ik vraag je Mij lief te hebben’.

Het komt erop neer in de naaste Jezus te ontmoeten die je appeleert lief te hebben. Dus we hoeven niet ver te lopen om Jezus te zoeken of te vinden. In elke medemens die we – waar dan ook – ontmoeten mogen we Christus ontwaren die ons oproept lief te hebben. Hierop ingaan geeft niet enkel zin en betekenis aan je leven, maar het zal je ook ten diepste gelukkig maken omdat je diep vanbinnen zal weten dat je een antwoord hebt gegeven aan een oproep: óns antwoord aan de oproep van God om zijn liefde heel concreet gestalte te geven in onze omgang met elkaar.

Beslist is er veel méér te zeggen over dit ‘kom en zie’. Maar voor onze bewoners hield ik het bij deze oproep. Want zo eenvoudig kan het (ook) zijn.

Moesten we we met z’n allen Jezus ontmoeten in elkaar als een goddelijke bedelaar naar liefde, en als we daar dan nog eens ‘ja’ op zouden zeggen ook … dan geven we het evangelie handen en voeten. En is dat niet de bedoeling van de Blijde Boodschap?

Laten we bidden

Heer  Jezus,
U ontmoeten in elkaar
geeft zin en betekenis aan ons leven;
U die door de ander naar ons toekomt
als een bedelaar naar liefde.
Mogen we,
in de liefde van de Geest,
deze oproep beantwoorden
met een fris en blij ‘ja’.
Moge alzo Gods Rijk gestalte krijgen
in het concrete leven ons gegeven.
In uw naam.
Amen.

Zegen over deze zondag.
Met een genegen groet,
kris

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.
Na ‘goedkeuring’ (er bevinden zich wel eens kapers op de kust) worden de reacties geplaatst.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.