zondag 2 in de advent – A

Uit de profeet Jesaja 11, 1-10

Dit gedicht tekent ons de voornaamste trekken van de komende Messias. Hij is de Zoon van David en ontvangt van God zijn profetische geest. Hij zal de heiligheid van de Heer openbaren door rechtvaardigheid te doen heersen onder de mensen. Overal in het land brengt Hij de kennis van God en op die manier herstelt Hij de vrede van het paradijs. De belofte van deze grootse toekomst onthult nu reeds de ernst, waarmee we vandaag moeten leven.

Uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei. De geest van de Heer zal op hem rusten: een geest van wijsheid en inzicht, een geest van kracht en verstandig beleid, een geest van kennis en ontzag voor de Heer. Hij ademt ontzag voor de Heer; zijn oordeel stoelt niet op uiterlijke schijn, noch grondt hij zijn vonnis op geruchten. Over de zwakken velt hij een rechtvaardig oordeel, de armen in het land geeft hij een eerlijk vonnis. Hij tuchtigt de aarde met de gesel van zijn mond, met de adem van zijn lippen doodt hij de schuldigen. Hij draagt gerechtigheid als een gordel om zijn lendenen en trouw als een gordel om zijn heupen.
Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden. Een koe en een berin grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw eet stro, net als een rund. Bij het hol van een adder speelt een zuigeling, een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang.
Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg. Want kennis van de Heer vervult de aarde, zoals het water de bodem van de zee bedekt.
Op die dag zal de telg van Isaï als een vaandel voor alle volken staan. Dan zullen de volken hem zoeken en zijn woonplaats zal schitterend zijn.


Antwoordpsalm 72

Refr.: Rechtvaardigheid zal in zijn dagen ontbloeien.

Mijn God, verleen de koning uw wijsheid,
de koningszoon uw rechtvaardigheid.
Hij moge uw volk rechtvaardig besturen,
uw armen met billijkheid.

Rechtvaardigheid zal in zijn dagen ontbloeien
en welvaart alom tot het einde der maanden.
Regeren zal hij van zee tot zee,
vanaf de rivier tot de grens van de aarde.

De arme die steun vraagt, zal hij bevrijden,
de ongelukkige zonder hulp.
Hij zal zich ontfermen over misdeelden,
de zwakken schenkt Hij weer levensmoed.

Voor eeuwig blijve zijn naam geprezen,
in ere zolang als er dagen zijn.
Die naam zal een zegenspreuk zijn op aarde,
want hem prijzen alle volken gelukkig.


Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 15, 4-9

God is trouw aan Israël en zijn erbarmen voor de volkeren is groot. Hij vergeet zijn beloften niet en breidt ze zelfs uit over een steeds bredere horizon. Wanneer wij elkaar aanvaarden, hebben we een betrouwbare houvast in ons bereik om ons op Hem die komen zal voor te bereiden en Hem te ontvangen.

Broeders en zusters,
alles wat vroeger is geschreven, is geschreven om ons te onderwijzen, opdat wij door te volharden en door troost te putten uit de Schriften zouden blijven hopen. Moge God, die ons doet volharden en ons troost geeft, u de eensgezindheid geven die Christus Jezus van ons vraagt. Dan zult u eendrachtig en eenstemmig lof brengen aan de God en Vader van onze Heer Jezus Christus.
Aanvaard elkaar daarom ter ere van God, zoals Christus u heeft aanvaard. Ik zeg u dat Christus een dienaar van de Joden is geworden om te tonen dat God trouw is en om de beloften aan hun voorouders waar te maken, en dat Christus, om te tonen dat God barmhartig is, ook gekomen is om de andere volken in staat te stellen God te loven, zoals geschreven staat: ‘Daarom zal ik U prijzen te midden van de volken, een loflied zingen ter ere van uw naam.’ 


Vers voor het evangelie (Lc 3, 4b + 6)

Alleluia.
Maak de weg van de Heer gereed,
maak recht zijn paden
en al wat leeft zal zien
hoe God redding brengt.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Matteüs 3, 1-12

Er is geen verschil tussen de boodschap van Johannes en die van Jezus. Waar het doopsel van de Voorloper echter alleen maar een dringende oproep was tot algehele bekering, daar is het optreden van de Messias de voltrekking van het oordeel. Hij komt de mensen redden door Gods kracht. Ieder ogenblik kan de Dag van de Heer komen en daarom staan we voor een dubbele opdracht: wij moeten ons persoonlijk bekeren en wegen banen voor Hem, die ons redt.

In die tijd trad Johannes de Doper op in de woestijn van Judea. Hij verkondigde: ‘Kom tot inkeer, want het koninkrijk van de hemel is nabij!’ Dit was de man over wie de profeet Jesaja sprak toen hij zei: ‘Een stem roept in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden.”’ 
Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij voedde zich met sprinkhanen en wilde honing. Uit Jeruzalem, uit heel Judea en uit de omgeving van de Jordaan stroomden de mensen toe en ze lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, waarbij ze hun zonden beleden.
Toen hij zag dat veel farizeeën en sadduceeën op zijn doop afkwamen, zei hij tegen hen: ‘Addergebroed, wie heeft jullie wijsgemaakt dat je het komende oordeel kunt ontlopen? Breng liever vruchten voort die tonen dat jullie tot inkeer gekomen zijn. En denk niet dat je bij jezelf kunt zeggen: Wij hebben Abraham als vader. Want ik zeg jullie: God kan uit deze stenen kinderen van Abraham verwekken! De bijl ligt al aan de wortel van de boom: iedere boom die geen goede vruchten voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. Ik doop jullie met water als teken van jullie inkeer, maar na mij komt iemand die machtiger is dan ik; ik ben het zelfs niet waard om zijn sandalen voor Hem te dragen. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur; Hij houdt de wan in zijn hand, Hij zal zijn dorsvloer reinigen en zijn graan in de schuur bijeenbrengen, maar het kaf zal Hij verbranden in onblusbaar vuur.’

Van Woord naar leven

Bij Paulus lezen we vandaag: ‘Aanvaard elkaar ter ere van God.’

Overwal waar mensen samen komen, samen werken of samen wonen, zou deze zin goed zichtbaar aan de muur moeten hangen. In gezinnen, op werkvloeren, in kloostergemeenschappen, tijdens parochievergaderingen, in klaslokalen,…

Aanvaard elkaar ter ere van God; een levensopdracht. Je moet verdomd diep liefhebben om dit te kunnen waarmaken. Meer zelfs: enkel de liefde zal ons in staat stellen elkaar ten diepste te aanvaarden.

Heel dikwijls (en we zijn ons daarvan niet altijd bewust) verwachten wij van de anderen dat zij zijn zoals wij zijn, dat zij denken zoals wij denken, dat ze handelen zoals wij dat zouden doen. We ontkennen dat snel, maar diep vanbinnen speelt dit sterker dan we doorgaans vermoeden. Het is moeilijk de ander in zijn anders-zijn te beminnen.

Elke gehuwde weet dit, maar ik vermoed ook iedere religieus die in een communiteit woont, of zij die om de zoveel tijd samenkomen in parochiaal verband. Het anders-zijn in de andere… Het is een lastige materie.

En toch kan deze weg een weg van vreugde zijn. Om de eenvoudige reden dat liefde vreugde geeft; in jezelf, in de ander, én in het samen-zijn. Aanvaarding van en door de ander schept gemeenschap, en gemeenschap is per definitie in de diepte vreugde. Niet aanvaarden drijft uiteen.

Aanvaard elkaar ter ere van God, zo staat er. Ter ere van God. Dat betekent dat we door elkaar te aanvaarden God eer toezingen. Met andere woorden: God vraagt van ons dat we elkaar aanvaarden, dat we niet uiteen drijven maar dat we gemeenschap scheppen en beleven. Ten diepste is het een belichaming van het Drie-eenheids-gebeuren.

Elkaar aanvaarden… wil dat dan zeggen dat we àlle eigenaardigheden van de ander moeten aanvaarden? Nee, dat denk ik dus niet. Als de ander bijvoorbeeld steeds opnieuw een zonde bedrijft, hoeven we dat niet te aanvaarden; niet die zonde, wél die mens. En dat maakt het juist moeilijk, maar in de diepte ook schoon. Elke mens, ook de zondige, is waard bemind te worden, al was het maar omdat ieder mens een kind van God is. En liefde, enkel de liefde, is daarvoor de sleutel.

Jezus leefde vanuit die sleutel. Hij beminde ieder. Hij bemint ook u en mij, ook met onze eigenaardigheden, en zelfs met onze zondekens of neigingen daartoe. In zijn ogen zijn we een kind van God, en dus waard bemind te worden. En daar Christus liefde is, bemint Hij ieder van ons.

Zo staat het er ook: ‘Aanvaard elkaar zoals Christus u heeft aanvaard’.
Laten we een voorbeeld nemen aan Jezus. Meer: laten we ons vanbinnen diep verinnigen met Hem, opdat wij vanuit Hem, in en door Hem, de ander beminnen en aanvaarden in zijn diepste mens-zijn.

Zoals ik zei: niet makkelijk, geen romantiek. Maar wel mogelijk; en diep vruchtbaar voor onze gemeenschappen, onze gezinnen, Kerk en samenleving.

Enkel leven met de intentie dat je hoopt dat iedereen elkaar aanvaard zoals hij is, is niet genoeg. Je moet je hoop handen en voeten geven doorheen het dagelijks leven. Anders blijft je hoop een wolk ergens boven in de lucht zonder gevolgen. Hoop vraagt bekering van het hart, een engagement naar de ander toe.

Johannes de Doper roept in het evangelie vandaag op tot bekering. Wel, moge de oproep van Paulus elkaar te aanvaarden ter ere van God, ons aanzetten tot diepe bekering daar waar we het lastig hebben elkaar te aanvaarden. Vrede staat ons te wachten.

Een mooie 2e adventszondag,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer,
Leer ons elkaar beminnen in ons anders-zijn.
Mogen wij zo uw liefde belichamen voor elkaar, en voedsel zijn voor Kerk en samenleving.
In uw naam.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.