zondag 2 in de veertigdagentijd – A

Uit het boek Genesis 12, 1-4a

De roeping van Abraham.

De Heer zei tegen Abram: ‘Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat Ik je zal wijzen. Ik zal je tot een groot volk maken, Ik zal je zegenen, je naam veel aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn. Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou vervloekt, zal Ik vervloeken. In jou zullen alle volken op aarde gezegend worden.’
Abram trok weg uit Charan, zoals de Heer hem had opgedragen.

Gezongen antwoordpsalm 33

(tekst onder geluidsfragment)

Refr.: Geef ons Heer, uw barmhartigheid, zoals wij op U vertrouwen.

Oprecht is immers het woord van de Heer,
en al wat Hij doet is betrouwbaar.
Recht en gerechtigheid heeft Hij lief,
de aarde is vol van zijn mildheid.

Het oog van de Heer rust op hen die Hem vrezen,
die rekenen op zijn erbarming;
dat Hij hen ontrukken zal aan de dood,
bij hongersnood hen zal voeden.

Wij stellen al onze hoop op de Heer,
Hij is onze hulp en ons schild.
Laat uw erbarmen, Heer over ons dalen
zoals ons vertrouwen uitgaat naar U.

Uit de tweede brief van Paulus aan Timoteüs 1, 8b-10

Geroepen tot een heilige taak.

Dierbare,
deel in het lijden voor het evangelie, met de kracht die God je geeft. Hij heeft ons gered en ons geroepen tot een heilige taak, niet op grond van onze daden, maar omdat Hij daartoe uit genade besloten had. Deze genade was ons al vóór alle tijden gegeven in Christus Jezus, maar nu is ze bekend geworden doordat onze redder Christus Jezus is verschenen, die de dood heeft vernietigd en onvergankelijk leven heeft doen oplichten door het evangelie.

Vers voor het evangelie (Mt 17, 5)

Een stralende wolk overdekte hen,
en uit de wolk klonk een stem:
‘Dit is mijn geliefde Zoon,
in Hem vind Ik vreugde.
Luister naar Hem!’ 

Uit het evangelie volgens Matteüs 17, 1-9

Gedaanteverandering.

Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze alleen waren. Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante, zijn gezicht straalde als de zon en zijn kleren werden wit als het licht. 
Plotseling verschenen aan hen Mozes en Elia, die met Jezus in gesprek waren. 
Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: ‘Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als U wilt zal ik hier drie tenten maken, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia.’ 
Hij was nog niet uitgesproken of een stralende wolk overdekte hen, en uit de wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde. Luister naar Hem!’ 
Toen de leerlingen dit hoorden, werden ze overvallen door een hevige angst en wierpen ze zich ter aarde. 
Jezus kwam dichterbij, raakte hen aan en zei: ‘Sta op, wees niet bang.’ 
Ze keken op en zagen niemand meer, Jezus was alleen.
Toen ze de berg afdaalden, gebood Jezus hun: ‘Praat met niemand over wat jullie hebben gezien voordat de Mensenzoon uit de dood is opgewekt.’ 

Van Woord naar leven

Een stralende wolk overdekte hen, en uit de wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde. Luister naar Hem!’ 

Geliefde mensen,
ik zou u op een moment willen wijzen tijdens de eucharistieviering waar wij iets soortgelijks meemaken als wat Petrus, Jakobus en Johannes beleefden daar op de berg Tabor. Het is het moment van de zogenaamde ‘elevatie’: het opheffen van de hostie door de priester vlak na de consecratie. Wat wij dáár mogen aanschouwen is Christus in al zijn glorie; een letterlijk ‘schitterend’ moment tijdens de viering. Moesten we daar ten diepste in opgaan … we zouden misschien – bij wijze van spreken – ook onze tenten willen opslaan om bij dit moment te blijven, om het vast te houden. Maar dat is – misschien jammer genoeg – niet de realiteit van het leven. Weldra is de misviering afgelopen en zullen we weer huiswaarts moeten keren. Net zoals Jezus met de drie leerlingen de berg terug afdaalden, zullen we op het einde van de viering door de priester gezonden worden het kerkgebouw te verlaten om het dagelijks leven (dat soms ruw en hard kan zijn) weer op te nemen.

Het zou bijzonder spijtig zijn dat de eucharistieviering een eilandgebeuren zou zijn in ons leven, een glorieus moment los van het dagelijks bestaan. Nee, het is wel degelijk de bedoeling dat de mis (met de communie, het Woord, het samen bidden) het hart zou zijn van ons christelijk leven. In de eucharistieviering worden we (in tijd althans) even weggetrokken uit het dagelijks bestaan, maar het is wel degelijk de bedoeling dat het leven geeft aan ons leven, en wel vanuit God die we zo sterk mochten ervaren toen we het Woord beluisterden (en als het goed is ook de verkondiging), toen we Christus ontvingen in de communie, toen we de Geest voelden waaien in ons gezamenlijk en persoonlijk gebed. In de liturgie laten we de hemel spreken, en wel op zo’n wijze dat God zélf neerdaalt in ons samenzijn, in onze harten, in onze levens. Vanuit deze (gods)ontmoeting mogen we dan leven, bidden, elkaar graag zien.

In die zin zijn we ten diepste geroepen eucharistische mensen te zijn: vanuit Christus; in Hem – met Hem – door Hem – ons leven geven en breken voor God en medemens.

Wat ons vastenthema betreft ‘Mijn kracht openbaart zich juist ten volle wanneer iemand zwak is’: ook in de eucharistieviering kennen we een uitdrukkelijk moment waarin we de Heer mogen welkom heten in ons onvermogen, en dat is de schuldbelijdenis. Centraal in deze bede staat het ontvangen van Christus mét zijn barmhartigheid die in het hart van ons onvermogen zichzelf zal schenken om ons tot deelgenoot te maken van zijn Pasen.

Voor zij die vandaag naar de mis gaan: ik wens ieder van u een genadevolle godsontmoeting toe. Moge het je leven ten diepste bezielen.

Laten wij bidden …

Vader,
mogen wij,
wanneer we naar de hostie kijken,
niet enkel de Heer zien in zijn glorie,
maar mogen wij ook U beluisteren
wanneer Gij dán tot ons zegt:
‘Dit is mijn geliefde Zoon,
luister naar Hem’.
Moge uw Woord, én ons antwoord,
de diepste vreugde zijn van ons bestaan.
In Christus, onze Heer.
Amen.

Een zalige zondag,
kris

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.