zondag 21 door het jaar – A

Uit de profeet Jesaja 22, 20-23

‘Ik zal hem de sleutel overhandigen van het huis van David’.

Zo spreekt de Heer tot Shebna, de overste van de tempel:
‘Op die dag zal Ik mijn dienaar Eljakim, de zoon van Chilkia, ontbieden. Ik zal hem met uw gewaad kleden en hem uw gordel omdoen; uw macht draag Ik aan hem over. Hij zal als een vader zijn voor de inwoners van Jeruzalem en het volk van Juda. Ik zal hem de sleutel overhandigen van het huis van David; wanneer hij opendoet, kan niemand sluiten, wanneer hij sluit, kan niemand openen. Ik zal hem bevestigen, als een pin in stevige grond; voor zijn familie zal hij als een erezetel zijn.’

Gezongen antwoordpsalm 138

(Tekst onder geluidsfragment)

Refr.: Uw uitgestrekte hand, Heer, is mijn redding, vergeet het maaksel van uw handen niet.

U wil ik prijzen, Heer, uit heel mijn hart,
omdat Gij naar mijn bidden hebt geluisterd.
Te midden van de engelen zing ik voor U
en werp mij neer, gebogen naar uw tempel.

U prijs ik om uw goedheid en uw trouw,
want verder dan uw faam gaat
hebt Gij woord gehouden.
Verhoor mij elke dag dat ik U aanroep,
dan geeft Ge mij weer nieuwe kracht.

De Heer is de verhevene die let op de geringe,
maar op de trotse neerziet van omhoog.
Uw goedheid, Heer, blijft duren zonder einde;
vergeet het maaksel van uw handen niet.

Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 11, 33-36

Alles is door God ontstaan, alles is door Hem geschapen.

Broeders en zusters,
hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen. Wie kent de gedachten van de Heer, wie was ooit zijn raadsman? Wie heeft Hem iets gegeven dat door Hem moest worden terugbetaald?’ Alles is uit Hem ontstaan, alles is door Hem geschapen, alles heeft in Hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen.

Vers voor het evangelie (Mt 16, 18)

Alleluia.
Jij bent Petrus,
en op die rots zal Ik mijn kerk bouwen; 
de poorten van het dodenrijk
zullen haar niet overweldigen.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Matteüs 16, 13-20

‘Ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop Ik mijn kerk zal bouwen’.

Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg Hij zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’ 
Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’ 
Toen vroeg Hij hun: ‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’ 
‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. 
Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel. En Ik zeg je: jij bent Petrus, en op die rots zal Ik mijn kerk bouwen; de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen. Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven; alles wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en alles wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.’ 
Daarop verbood Hij de leerlingen ook maar tegen iemand te zeggen dat Hij de messias was.

Van Woord naar leven

WIE BEN IK VOLGENS JULLIE ?

De overweging van vandaag is ontleend aan Preken.be

Als men iemand moed wil inspreken zegt men wel eens dat hij niet mag twijfelen. We hebben het vaak over ‘een rotsvast geloof’, over ‘een geloof dat bergen verzet’. Mensen met een diep en rotsvast geloof zijn inderdaad in staat tot grote daden. Het geloof van de meeste mensen is echter aarzelend, twijfelend, zoekend. Ik geloof zelfs dat dit eigen is aan het geloof.

Jezus besefte heel goed dat de vele mensen die Hij ontmoette problemen hadden rond zijn persoon: Wie is eigenlijk die Jezus van Nazareth? Dat is vandaag niet anders.

Heel veel mensen hebben bewondering voor Hem. Hij was een bij uitstek sociaal mens, iemand die opkwam voor de zwakken. Hij is dan het voorbeeld dat moet nagevolgd worden. Dat is inderdaad ook zo.
Anderen vinden dat Hij een wijs man is, een mens met een gezond verstand, evenwichtig, die steeds het juiste oordeel wist te vellen. Dat is inderdaad zo.
Weer anderen vinden dat Hij de meest integere man is die men zich kan indenken. Hij was niet om te kopen. Hij was eerlijk tot in het uiterste. Zo was Hij inderdaad.
Moslims beweren dat hij een groot profeet was, en zij vereren Hem als dusdanig.

Anderen belijden dat Hij de Zoon van God is, de Messias, de verlosser van de wereld. Dit geloof spreken we elke zondag uit. Maar we geloven ook dat Hij mens is, de zoon van Maria. Hierover hebben theologen en kerkvaders eeuwen lang gediscussieerd. Wie is die Jezus die nu nog zoveel mensen samen brengt die de Kerk vormen van deze tijd, tweeduizend jaar na de komst van die Jezus. Begrijpen wij wel wat wij zeggen?

In een debat over de toekomst van die kerk zei iemand: de kerk is in haar zending geslaagd. Vroeger was het de Kerk die voor de armen zorg droeg. Nu doet het OCMW dat.
Vroeger was het de kerk die ziekenhuizen en verzorgingsinstellingen oprichtte waarin duizenden religieuzen hun leven wijdden aan ziekenzorg en verpleging . Nu is er de ziekteverzekering die dit mogelijk maakt.
Vroeger zorgde de Kerk ervoor dat er overal scholen waren. Nu zijn er vele anderen die dat ook doen.
Vroeger was de Kerk draagster van cultuur. De kathedralen waren de grote cultuurtempels. Nu hebben we in bijna elke gemeente een cultureel centrum.
De conclusie van sommigen, van velen is, dat de Kerk haar taak volbracht heeft. Operatie geslaagd, zeggen ze. We hebben de Kerk niet meer nodig, voegen ze er aan toe.

Is dat wel zo? De eerste zending van de Kerk is niet te werken aan een betere, meer rechtvaardige, gezonde maatschappij. De allereerste zending van de Kerk bestaat erin de geest van Jezus Christus wakker te houden bij de mensen opdat zij zich zouden inzetten voor een betere wereld, het Rijk Gods midden onder ons. Gelovigen – dat zijn de mensen die geloven zoals Petrus – hebben als opdracht het vuur brandend te houden. Jezus Christus blijft de inspiratiebron. Hij is de ziel, de bron en de uiteindelijke norm van ons doen en laten.Wij geloven immers dat God liefde is, en dat wij ons moeten blijven spiegelen aan die liefde die geen grenzen kent. Hij is de absolute waarde waaraan we ons kunnen optrekken. Dat is wat ik zou noemen de toegevoegde waarde van ons geloof.

Jezus Christus is de openbaring van een God die altijd en zonder limiet van mensen houdt. Als we die openbaring vergeten en deze niet meer als maatstaf nemen, dan is de kans groot dat wij ook niet meer leven van zijn geest. Als de Kerk zou verdwijnen zal de herinnering aan Jezus Christus en zijn boodschap ook verdwijnen. Als wij nu hier samen zijn, dan is dit te danken aan de vele generaties die met vallen en opstaan getuigenis hebben afgelegd van Jezus Christus. De wereld zal natuurlijk verder draaien zonder die herinnering, zonder dat verwijzen naar Jezus Christus, waarvan we getuigen dat Hij de Openbaring is bij uitstek van de menslievende God. Men waarschuwt ons de laatste jaren voor een wereld waarin de wetten van de natuur niet meer gerespecteerd worden. De opwarming van de wereld belooft niets goeds voor de toekomst. Ik denk echter dat door de Godsverduistering onze wereld kil en koud zal worden.

Ik kom terug op de vraag van Jezus: ‘Wie ben Ik volgens jullie?’ Ik zou nu zeggen: U bent het teken van God, de openbaring van een God die liefde is, bovenmate. In een mate die ons verstand te boven gaat. U bent diegene die ons wakker houdt, die ons inspireert, die ons bezielt om de droom van God in deze wereld waar te maken.

Als ik dat over Hem zeg, dan heb ik al een hele stap gezet. Want dat houdt in dat we ons engageren om werk te maken van zijn Rijk midden onder ons. Dat wil zeggen dat wij onze manier van leven aan het evangelie, aan de acht zaligsprekingen, aan het Magnificat willen blijven toetsen. Die geest moet midden onder ons blijven leven en daartoe moeten we elkaar bemoedigen. Geloven kunnen we immers niet alleen. Om te geloven moeten we kunnen rekenen op elkaar. En daarvoor moeten we gemeenschap vormen, moeten we Kerk vormen.

Houd er het vuur in!

Laat ons bidden

Vader,
Jezus vraagt ook aan ons:
‘Wie ben Ik volgens jullie?’
Moge ons antwoord onstaan
vanuit uw heilige Geest in ons,
zodat wij in genade,
verenigd met Christus,
uw liefde mogen zijn.
In zijn naam.
Amen.

Een gezegende zondag voor ieder van u.
Van harte, kris

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.