zondag 24 door het jaar – A

Uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach 27, 30 – 28, 7

De geschiedenis van het verbond is die van een voortdurende vergeving, steeds opnieuw. Ieder van ons is geroepen deze goddelijke barmhartigheid na te volgen.

Wrok en woede zijn afschuwelijk, een zondig mens geeft eraan toe.
Wie wraak neemt, zal de wraak van de Heer ondervinden, de Heer zal zijn zonden zeker niet vergeten.
Vergeef je naaste het onrecht dat hij deed, dan worden, als je bidt, ook jou je zonden vergeven.
Hoe kan een mens die woede koestert tegen een ander bij de Heer om verzoening vragen?
Hoe kan een mens die geen erbarmen heeft met zijn medemens bidden om vergeving voor zijn eigen zonden?
Je bent maar een mens: als je in je woede volhardt, wie zal dan je zonden vergeven?
Denk aan het einde en wees niet langer vijandig, denk aan je dood en vergankelijkheid, en houd je aan de geboden.
Denk aan de geboden en koester geen wrok tegen je naaste, denk aan het verbond met de Allerhoogste en zie fouten door de vingers.

Gezongen antwoordpsalm 103

(tekst onder geluidsfragment)

Refr.: De Heer is steeds barmhartig, zijn genade onbeperkt.

Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,
zijn heilige Naam uit het diepst van uw wezen!
Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,
vergeet zijn weldaden niet!

Hij is het die u uw schulden vergeeft,
die u geneest van uw kwalen.
Hij is het die u van de ondergang redt,
die u omringt met zijn gunst en erbarmen.

Hij blijft niet voortdurend verwijten maken,
Hij is niet voor eeuwig vertoornd.
Hij handelt met ons niet zoals wij verdienen,
vergeldt ons niet onze schuld.

Zo wijd als de hemel de aarde omspant,
zo alomvattend is zijn erbarmen.
Zo ver als de afstand van oost tot west,
zo ver verdrijft Hij van ons de zonde.

Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 14, 7-9

Hij die geschreven heeft ‘Voor mij is leven Christus’, belijdt hier opnieuw zijn geloof: ons toebehoren aan de verrezen Heer verandert het leven en zelfs de dood.

Broeders en zusters,
niemand van ons leeft voor zichzelf, en niemand van ons sterft voor zichzelf. Zolang wij leven, leven we voor de Heer; en wanneer wij sterven, sterven we voor de Heer. Dus of we nu leven of sterven, wij zijn van de Heer. Immers, Christus is gestorven en weer tot leven gekomen om te heersen over de doden en de levenden.

Vers voor het evangelie (Joh 13, 34)

Alleluia.
Ik geef jullie een nieuw gebod:
heb elkaar lief.
Zoals Ik jullie heb liefgehad,
zo moeten jullie elkaar liefhebben.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Matteüs 18, 21-35

In het oog van God is elk van ons een schuldenaar, die niet kan betalen. Maar in zijn goedheid heeft God heel onze schuld zomaar kwijtgescholden. Dat is liefde. Omwille van deze royale vergeving zijn ook wij geroepen onze broeders en zusters te vergeven: altijd, oprecht en geheel.

Petrus kwam bij Jezus staan en vroeg: ‘Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?’
Jezus antwoordde: ‘Niet tot zevenmaal toe, zeg Ik je, maar tot zeventig maal zeven.
Daarom is het met het koninkrijk van de hemel als met een koning die afrekening wilde houden met zijn dienaren. Toen hij daarmee begonnen was, bracht men iemand bij hem die hem tienduizend talent schuldig was. Omdat hij niets kon terugbetalen, gaf zijn heer bevel dat de man samen met zijn vrouw en kinderen en alles wat hij bezat verkocht moest worden, zodat de schuld kon worden ingelost. Toen wierp de dienaar zich aan de voeten van zijn heer en smeekte hem: “Heb geduld met mij, ik zal u alles terugbetalen.” Zijn heer kreeg medelijden, hij liet hem vrij en schold hem de geleende som kwijt.
Toen deze dienaar naar buiten ging, trof hij daar een van zijn mededienaren, die hem honderd denarie schuldig was. Hij greep hem bij de keel en zei: “Betaal me alles wat je me schuldig bent!” Toen wierp deze zich voor hem neer en smeekte hem: “Heb geduld met mij, ik zal je terugbetalen.” Maar hij wilde daar niet van weten, integendeel, hij liet hem gevangenzetten tot hij de hele schuld zou hebben afbetaald.
De andere dienaren hadden gezien wat er gebeurde. Ze waren zeer ontdaan en gingen naar hun heer om hem alles te vertellen. Daarop liet de heer hem bij zich roepen en hij zei tegen hem: “Je bent een slechte dienaar. Heel die schuld heb ik je kwijtgescholden, omdat je me erom smeekte. Had jij dan geen medelijden moeten hebben met je mededienaar, zoals ik medelijden had met jou?” En zijn heer was zo kwaad dat hij hem in handen van de folteraars gaf tot hij de hele schuld zou hebben terugbetaald.
Zo zal mijn hemelse Vader ook ieder van jullie behandelen die zijn broeder of zuster niet van harte vergeeft.’

Van Woord naar leven

OVER DE KRACHT VAN VERGEVING

Onderstaande overweging is van de hand van Romain Debbaut

Meer en meer leven we in een wereld van onvrede en ellende. Kijk naar de barbaarse oorlog in Oekraïne. Ook in Afrika volgt de ene staatsgreep na de andere. Tegenstanders van regimes worden vermoord. Er is veel onderling wantrouwen, zelfs vijandschap. Velen beschuldigen elkaar onterecht van valsheid, onbetrouwbaarheid, zelfs misdrijven. Social media zijn dikwijls vergaarbakken van leugens, haat, wrok en keiharde standpunten, die meer dan eens leiden tot de zelfmoord van de slachtoffers van al die haatberichten. Politieke tegenstanders weigeren naar elkaar te luisteren, racisme en vreemdelingenhaat zijn schering en inslag. En om het helemaal erg te maken lijken weinigen zich te willen inzetten om de hardheid waarin we leven te verzachten.

Maar is dat wel zo? Is er echt niemand die wil luisteren naar de wijsheid van Jezus Sirach die in de eerste lezing zegt: ‘Wrok en woede zijn afschuwelijk, een zondig mens geeft eraan toe.’ En is er ook niemand die luistert naar Jezus die zegt ‘Niet tot zevenmaal toe, maar tot zeventigmaal zevenmaal moet je iemand vergeven.’ En Hij vertelt in dat verband de prachtige parabel van de koning die een van zijn dienaren tienduizend talenten kwijtscheldt. En dat was niet niets! Tienduizend was het hoogste getal in het oude Griekenland, en talent was de hoogste geldwaarde. Het kwam neer op zesduizend daglonen, dus op twintig jaar werken. Vertaald naar vandaag veegt die koning dus de spons over enkele honderden miljarden euro’s schuld die zijn dienaar heeft. En daarmee wordt duidelijk dat die koning geen aardse vorst is, maar de goddelijke Koning van hemel en aarde. En die goddelijke Koning is grenzeloos vergevensgezind.

Maar als God zo mild en zo liefdevol omgaat met onze tekorten, zijn ook wij geroepen mild en liefdevol te zijn tegenover mensen die dat niet zijn. De parabel maakt duidelijk dat God echt niet op de loer ligt om ons en andere mensen te betrappen op, en te straffen voor, fouten en tekortkomingen. Maar hij maakt ook duidelijk dat God van ons verlangt dat ook wij vergevensgezind zijn. Dat blijkt uit het feit dat Hij wél optreedt tegen de knecht als andere dienaren hem vol verontwaardiging melden wat die heeft uitgespookt met een medeknecht die een klein beetje schuld bij hem heeft uitstaan.

Het is dus goed als we met andere ogen kijken naar de wereld om ons heen. Niet altijd klaarstaan met oordeel en veroordeling van al de onaangename dingen om ons heen. Haat niet beantwoorden met haat, fout niet met minachting en straf, en vijandschap niet met vijandschap. We moeten ons niet laten leiden door gramschap en wrok, maar door de liefde die God ons geeft en die Hij ook van ons vraagt.

Jezus Sirach heeft honderd procent gelijk wanneer hij zegt dat wrok en gramschap iets afschuwelijks zijn, want ze maken de wereld en de maatschappij onleefbaar. Probeer je je leven maar eens voor te stellen als je je altijd door woede en wrok zou laten leiden: je zou geen gelukkig moment meer kennen, want het enige wat zou tellen is wraak en gramschap. Geen tijd voor liefde, voor vrede, voor vreugde, voor gezellig samenzijn, voor geluk. Alleen maar voor haat, voor woede, voor wraaklust. En dat is echt geen tijd om naar uit te zien, want ons hart verlangt naar liefde en vrede, en ons verstand zegt dat we daar geen schijn van kans voor hebben als we fouten en tekortkomingen van anderen niet kunnen vergeven. Wat zou het goed zijn, wat zou de wereld echt veranderen, als wij en al onze mensen naar een heerlijke wereld van liefde, vrede en vreugde zouden streven.

Laten we bidden

Heer,
moge ons hart gelijken op het Uwe:
altijd opnieuw bereid tot vergeving.
Trek ons in de gloed van uw liefde,
in het vuur van uw genade,
opdat wij vanuit U
mogen beminnen en vergeven;
altijd en overal.
In uw naam.
Amen.

Een vreugdevolle verrijzenisdag,
kris

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.