zondag 25 door het jaar – C

Uit de profeet Amos 8, 4-7

Geld is zulk een tiran en het gebruik ervan is zulk een toetssteen voor de echtheid van het hart, dat de profeten er altijd een van de voornaamste domeinen in zagen, waar de ware godsdienst getest wordt. Wie de arme uitsluit, kan God niet dienen.

Jullie die de armen kwaad willen berokkenen en uit zijn op de ondergang van de machtelozen van dit land, luister! Jullie zeggen: ‘Wanneer is de dag van de nieuwemaan voorbij, zodat we weer koren kunnen verkopen? Wanneer de sabbat, zodat we weer graan kunnen verhandelen?’ Jullie maken de efa kleiner, jullie maken de sjekel zwaarder en jullie knoeien met de weegschaal. Jullie kopen de zwakken voor een handvol zilver, de armen voor een paar sandalen, en jullie zeggen: ‘Ook het kaf verkopen we als graan!’ Dit zweert de Heer bij de trots van Jakobs volk: Nooit zal Ik een van jullie daden vergeten. 


Gezongen antwoordpsalm 113

(tekst onder geluidsfragment)

Refr.: Loof nu de Heer die de kleinen verheft.

Loof nu, dienaars des Heren,
loof de naam van de Heer.
De naam van de Heer zij geprezen
vandaag en in eeuwigheid.

Wie is als de Heer onze God,
hoog boven de sterren gezeten?
Die van omhoog overziet
het hemelgewelf en de aarde.

Die machtelozen stilt uit het stof,
van vuilnishopen de armen weghaalt.
Om hen in de kring van de vorsten te plaatsen,
te midden der machtigen van zijn volk.


Uit de eerste brief van Paulus aan Timoteüs 2, 1-8

Ten beste spreken en danken is een plicht voor ieder christen. Hij zal veel bidden voor alle mensen, speciaal voor hen die zware verantwoordelijkheid dragen, om allerlei goede dingen te bekomen, maar bijzonder voor de vrede. Deze voorbede krijgt zijn betekenis en werkdadigheid in Christus, middelaar en redder van allen.

Dierbare,
allereerst vraag ik dat er voor alle mensen gebeden wordt, dat er smeekbeden, voorbeden en dankgebeden voor hen worden uitgesproken. Bid voor alle koningen en gezagsdragers, opdat we rustig en ongestoord kunnen leven, in alle vroomheid en waardigheid. Dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze redder, die wil dat alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen. 
Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die zichzelf gegeven heeft als losgeld voor allen, als het getuigenis voor de vastgestelde tijd. 
Om dit te verkondigen ben ik als apostel aangesteld. Ik spreek de waarheid, ik lieg niet – ik ben aangesteld als leraar voor de heidense volken, om hun het geloof en de waarheid te onderwijzen.
Ik wil dat de mannen overal waar ze bidden de handen vol toewijding opheffen, zonder wrok of onenigheid.


Vers voor het evangelie

Alleluia.
Spreek, Heer, uw dienaar luistert;
uw woorden zijn woorden van eeuwig leven.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Lucas 16, 1-13

Wanneer het heil wordt aangereikt, moeten wij alles doen om het te verwerven, met evenveel doorzicht en handigheid als een rentmeester zich uit de slag trekt en zijn toekomst veilig stelt. Wat het geld betreft, is de beste belegging het uitdelen aan de armen. Wij moeten onze meester weten te kiezen, God dienen en ons niet slaaf maken van het geld.

Jezus richtte zich tot zijn leerlingen:
‘Er was eens een rijke man die een rentmeester had en te horen kreeg dat de rentmeester zijn eigendommen verkwistte. De rijke man riep de rentmeester bij zich en zei tegen hem: “Wat hoor ik over jou? Leg verantwoording af van je beheer, want je kunt niet langer rentmeester blijven.” Toen zei de rentmeester bij zichzelf: Wat moet ik doen nu mijn heer mij het beheer afneemt? Werken op het land kan ik niet, en voor bedelen schaam ik me. Maar ik weet al wat ik moet doen om ervoor te zorgen dat de mensen, wanneer ik van mijn beheerderstaak ben ontheven, mij bij hen thuis ontvangen. Een voor een riep hij de schuldenaars van zijn heer bij zich. De eerste vroeg hij: “Hoeveel bent u mijn heer schuldig?” “Honderd vaten olijfolie,” antwoordde de schuldenaar. De rentmeester zei tegen hem: “Hier is uw schuldbewijs, ga zitten en maak er gauw vijftig van.” Daarna vroeg hij aan de volgende schuldenaar: “En u, hoeveel bent u schuldig?” “Honderd balen graan,” luidde het antwoord. De rentmeester zei: “Hier is uw schuldbewijs, maak er tachtig van.” En de heer prees de oneerlijke rentmeester omdat hij slim had gehandeld. De kinderen van deze wereld gaan immers slimmer met elkaar om dan de kinderen van het licht. 

Ook Ik zeg jullie: maak vrienden met behulp van de valse mammon, opdat jullie in de eeuwige tenten worden opgenomen wanneer de mammon er niet meer is.
Wie betrouwbaar is in het geringste, is ook betrouwbaar als het om veel gaat, en wie oneerlijk is in het geringste, is ook oneerlijk als het om veel gaat. Als jullie onbetrouwbaar blijken in de omgang met de valse mammon, wie zal jullie dan werkelijk belangrijke dingen toevertrouwen? En als jullie onbetrouwbaar blijken met wat een ander toebehoort, wie zal jullie dan geven wat jullie zelf toekomt? 
Geen enkele knecht kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon.’

Van Woord naar leven

Op het eerste zicht komt dit evangelie stroef over. Maar bij herlezing merk je dat er veel waarheid in zit.

Eigenlijk zegt Jezus: wees zo creatief in de liefde dan dat sommige mensen creatief zijn in het kwade. ‘Neem een voorbeeld aan hen, doe zoals zij’, zegt Jezus.

Als je ziet hoeveel energie, geld, tijd wordt besteed aan het uitoefenen van het kwaad… het is te gek voor woorden. Moest al die energie, dat geld en die tijd besteed worden aan de opbouw van Gods Rijk, wat zou de wereld mooi zijn.

Maar jammer genoeg besteedt men dikwijls meer aandacht aan de geldduivel (de mammon) dan aan de liefde. En die twee kun je, zoals Jezus duidelijk zegt, niet tegelijk dienen.

Onlangs las ik nog in De Standaard dat men in Oostenrijk met zware graafmachines een hele gletsjer aan het wegscheppen is om twee skibanen met elkaar te verbinden. Goed voor het toerisme, maar vooral: geld in ’t bakske. Triestig toch hoe de natuur verkracht wordt voor puur geldgewin. Of denk aan de miljarden die jaarlijks besteed worden aan wapenhandel, aan verkoop van oorlogstuig; voor geld en macht. Intriest. Denk aan de tijd die men geeft, en de zorgvuldigheid die men heeft, bij het verbouwen van wiet en andere drugs, om deze door ‘de kleine man’ op de straat te verkopen met megawinsten voor de drugsbaronnen. Zo triest. Ja, er wordt hard gewerkt voor het binnenhalen van het geld. Men is ongelofelijk creatief als het daar op aankomt.

En van deze mensen mogen wij leren, zegt Jezus ons vandaag. Hij prijst uiteraard niet het kwade dat zij doen, maar wel de vernuftigheid en de toewijding die men aan de dag legt om de geldduivel te dienen.

Vandaag wordt de vraag aan ieder van ons gesteld, aan ons als Kerk, aan onze regeringen wereldwijd: gaan we in ons leven God dienen of de mammon? Gaan we leven voor de liefde, of voor de macht, het bezit, het geld?

Laat ons niet een beetje kiezen voor het ene en een beetje voor het andere. Laat ons ten volle en radicaal kiezen voor God, voor de liefde, voor zijn Rijk hier op deze wereld. Laten we dit in onze huiskring, op onze werkvloeren, en waar dan ook.

Laten we dit samen doen. Als Kerk kunnen we het verschil maken. Zeker weten. Maar dan moeten we wel kiezen, radicaal, en van harte, God, en dus de liefde, dienend.

Een mooie zondag,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus,
wees Gij de ziel van ons bestaan, opdat ons leven gericht mag zijn op de liefde. Ja, mogen we die weg gaan; radicaal en van harte.
In uw naam. Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.