zondag 27 door het jaar – C

Uit de profeet Habakuk 1, 2-3 + 2, 2-4

De rechtvaardige leeft door zijn trouw.

Hoe lang nog, Heer, moet ik om hulp roepen en luistert U niet, moet ik ‘Geweld!’ schreeuwen en brengt U geen redding? Waarom toont U mij dit onheil en ziet U deze ellende aan? Ik zie slechts verwoesting en geweld, opkomende twist en groeiende tweedracht.

Dit was het antwoord van de Heer. Schrijf dit visioen op, grif het duidelijk in platen, zodat het in een oogopslag te lezen is. Het visioen wacht tot zijn tijd gekomen is, het getuigt ervan, het liegt niet. Ook al is het nog niet vervuld, wacht maar, het komt zeker, het zal niet uitblijven. Wie niet oprecht is kwijnt weg, maar de rechtvaardige zal leven door zijn trouw.


Gezongen antwoordpsalm 95

(tekst onder geluidsfragment)

Refr.: Luister heden naar Gods stem; wees niet halsstarrig.

Kom, laat ons de Heer met gejubel begroeten,
juichen wij toe de rots van ons heil.
Laat ons verschijnen voor Hem met een lofzang,
Hem met liederen eren.

Kom, werpen wij ons aanbiddend ter aarde,
knielen wij neer voor Hem die ons schiep.
Hij is onze God en wij zijn volk,
Hij is de herder en wij zijn kudde.

Luister heden dan naar zijn stem:
‘Wees niet halsstarrig als eens in Meriba,
waar uw vaderen Mij wilden tarten
ofschoon zij mijn daden hadden gezien.’


Uit de tweede brief van Paulus aan Timoteüs 1, 6-8 + 13-14

Bewaar het goede dat je is toevertrouw door de heilige Geest

Dierbare,
ik je aan het vuur brandend te houden van de gave die God je schonk toen ik je de handen oplegde. God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid. Schaam je er dus niet voor om van onze Heer te getuigen; schaam je ook niet voor mij, die omwille van Hem gevangenzit, maar deel in het lijden voor het evangelie, met de kracht die God je geeft. Neem als richtsnoer de heilzame woorden die je van mij hebt gehoord, houd vast aan het geloof en de liefde die we in Christus Jezus hebben. Bewaar door de heilige Geest, die in ons woont, het goede dat je is toevertrouwd.


Vers voor het evangelie

Alleluia.
Uw woord is waarheid, Heer.
Wijd ons toe in de waarheid.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Lucas 17, 5-10

Heer, geef ons meer geloof…

De apostelen zeiden tegen de Jezus: ‘Geef ons meer geloof!’ 
De Heer zei: ‘Als jullie geloof hadden als een mosterdzaadje, zouden jullie tegen die moerbeiboom zeggen: “Trek je wortels uit de grond en plant jezelf in de zee!” en hij zou jullie gehoorzamen. Als iemand van jullie een knecht heeft die ploegt of de kudden weidt, dan zal hij, wanneer die thuiskomt van het land, toch niet tegen hem zeggen: “Kom aanliggen en eet mee”? Zal hij niet veel eerder tegen hem zeggen: “Maak iets te eten voor me klaar, doe je gordel om en bedien me terwijl ik eet en drink, en daarna kun je zelf eten en drinken”? Hij bedankt de knecht toch niet omdat die gedaan heeft wat hem is opgedragen? Hetzelfde geldt voor jullie; wanneer jullie alles gedaan hebben wat jullie is opgedragen, zeg dan: “Wij zijn maar eenvoudige knechten, we hebben enkel onze plicht gedaan.”’

Van Woord naar leven

‘Geef ons meer geloof.’

Dat is wat de apostelen vragen aan Jezus. Een beetje geloof is dus niet voldoende, nee, het moet echt meer zijn dan een beetje.

En ‘meer’ is een begrip dat we allemaal kennen, want ook wij verlangen dikwijls naar meer. Maar het gaat dan heel waarschijnlijk niet over meer geloof, maar over meer geld, meer gezondheid, meer geluk in de liefde en in de lotto, meer vakantie enzovoort. Maar zelden ‘meer geloof’, want dat zou te veel van ons eisen. Immers, hoe dieper en oprechter ons geloof is, hoe meer we Jezus echt volgen. We weten wat het inhoudt: dat is bovenal houden van God, en evenveel houden van onze naasten als van onszelf, en dat is niet altijd gemakkelijk, ook al weten we dat we niet van God kunnen houden als we niet van onze naasten houden.

Precies daarin ging Jezus grenzeloos ver: Hij was er altijd voor zijn medemensen, wie ze ook waren: man of vrouw, oud of jong, ziek of gezond, rijk of arm, zondaar of vrome. En Hij veroordeelde nooit. ‘Ga heen en zondig voortaan niet meer’, was het enige wat Hij zei tegen de overspelige vrouw die de schriftgeleerden en de farizeeën bij Hem hadden gebracht met de vraag haar te stenigen, want dat moest volgens de wet van Mozes. Maar dat moest helemaal niet volgens de wet van Jezus, want die bestond uit maar één woord, en dat was liefde. Liefde die niet tot oordeel leidt, maar tot breken en delen, tot een luisterend oor en een warm hart. Liefde die een teken is van meer geloof. Een geloof dat zo sterk is dat het bergen verzet en wonderen verricht, zoals die moerbeiboom die zijn wortels losrukt en zichzelf in de zee plant.

Een geloof dat ook op onszelf gericht is, zodat het ons sterk genoeg maakt om wonderbare dingen te doen. Zoals altijd streven naar vrede. Altijd aandacht te hebben voor onze medemensen. Echt breken en delen. Respect hebben voor mens en natuur. Zelfs kunnen vergeven.

Evident dit alles zeker niet. We leven immers in een stormachtige wereld. Een wereld die ons wellicht tot dezelfde wanhopige vragen leidt als die van de profeet Habakuk in de eerste lezing. Waarom-vragen en Hoelang nog-vragen. Waarom moet er zoveel ellende zijn? Waarom voert Rusland oorlog tegen Oekraïne en Europa? Waarom zijn er miljoenen vluchtelingen? Waarom laat God dat allemaal toe? Hoelang gaat al die ellende nog duren?

Het antwoord op die vragen is eenvoudig: die ellende zal er zijn zolang zoveel machthebbers zichzelf tot god verheffen. Geen god van liefde en vrede, maar van haat, van  machtsmisbruik, van wreedheid, van oorlog en geweld. Een mensonwaardige god die de God van liefde en vrede wil uitroeien.

Het is duidelijk dat in zo een wereld een sterk geloof als dat van een mosterdzaadje nodig is. Een geloof zo diep en zo sterk dat het blijft zoeken naar Gods wegen van liefde en vrede, hoe vreselijk de wereld ook toegetakeld wordt. Maar we staan daar niet alleen voor. ‘Bewaar door de heilige Geest het goede dat je is toevertrouwd’, zegt Paulus in de tweede lezing. Nee, we staan er echt niet alleen voor. Laten we dus ons uiterste best doen om te leven vanuit een sterk en diep geloof; een geloof in de liefde van de Geest, diep verbonden met de Heer.

Bron: Preken.be

Een vredevolle zondag,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Vader,
wij bidden om standvastigheid, om een diepgeworteld leven in Christus. Opdat wij, vanuit onze verbondenheid met de Heer, U en onze naaste ten diepste mogen liefhebben, en wel in álle omstandigheden.
Door Christus, onze Heer.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.