zondag 33 door het jaar – C

Uit de profeet Maleachi 3, 19-20a

De zon van de gerechtigheid gaat op.

Die dag zal zeker komen, brandend als een oven. Wie hoogmoedig zijn of wie zich goddeloos gedragen, zullen dan slechts stoppels zijn die door de hitte van die dag worden verschroeid – zegt de Heer van de hemelse machten. Geen wortel of tak zal er van hen overblijven. Maar voor jullie die ontzag voor mijn Naam hebben zal de zon van de gerechtigheid, die genezing in haar vleugels draagt, stralend opgaan. 


Gezongen antwoordpsalm 98

(Tekst onder geluidsfragment)

Refr.: De Heer komt als rechter der volken.

Zing voor de Heer bij de citer,
met citer en psalterspel.
Laat schallen trompet en bazuin
en juich voor de Heer, uw koning.

De zee stemt in met al haar gedierte,
de aarde met al wat daar leeft.
De beken klateren bijval,
de bergen jubelen mee.

Zij groeten de Heer, die nabij komt,
die nadert als rechter der aarde.
Rechtvaardig bestuurt Hij de wereld,
de volken met billijkheid.


Uit de tweede brief van Paulus aan de Tessalonicenzen 3, 7-12

Wij moeten de wederkomst van Christus niet afwachten in onrust en ledigheid. De echte manier om ons voor te bereiden op het einde der tijden is, naar het voorbeeld van Paulus, onze menselijke taken gewetensvol vervullen.

Broeders en zusters,
u weet zelf wat het betekent ons na te volgen. Toen we bij u waren, hebben we ons dagelijks werk niet verwaarloosd en op niemands kosten geleefd. Integendeel, we hebben ons ingezet en ingespannen, dag en nacht hebben we gewerkt om niemand van u tot last te zijn. Niet dat we geen aanspraak konden maken op uw ondersteuning, maar we wilden onszelf tot voorbeeld stellen, zodat u ons zou navolgen. 
Toen we bij u waren, hebben we herhaaldelijk gezegd dat wie niet wil werken, niet zal eten. We horen dat sommigen van u hun werk verwaarlozen, dat ze zich niet nuttig maken maar hun tijd verdoen met nutteloze bezigheden. Op gezag van de Heer Jezus Christus dragen wij dergelijke mensen nadrukkelijk op rustig hun werk te doen en hun eigen brood te verdienen.


Vers voor het evangelie

Alleluia.
Weest waakzaam,
want gij weet niet
op welk uur de Mensenzoon komt.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Lucas 21, 5-19

Men moet catastrofale gebeurtenissen niet te vlug zien als tekens van een nakend wereldeinde; dat ontmoedigt enkel maar. De leerlingen moeten daarentegen weten, dat de vervolgingen, die zij ondergaan omwille van Christus, slechts de stuiptrekkingen zijn van een wereld die aan het verdwijnen is. De tijd van de Kerk is geen tijd van berekeningen, maar van volharding in het geloof.

Toen er gesproken werd over de tempel, over de mooie stenen en wijgeschenken waarmee hij versierd was, zei Jezus: ‘Wat jullie hier zien … er zullen dagen komen waarop geen steen op de andere zal blijven; alles zal worden afgebroken.’
Ze stelden Hem toen de vraag: ‘Meester, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen we het herkennen?’
Jezus zei: ‘Let op, laat je niet misleiden. Want er zullen velen komen die mijn naam gebruiken en zeggen: “Ik ben het,” of: “De tijd is gekomen.” Volg hen niet! Als jullie berichten horen over oorlog en opstand, raak dan niet in paniek. Die dingen moeten eerst gebeuren, maar dat is nog niet meteen het einde.’ 
Hij vervolgde: ‘Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken en het ene koninkrijk tegen het andere, er zullen zware aardbevingen komen en hongersnoden en epidemieën alom, en er zullen aan de hemel grote en verschrikkelijke tekenen verschijnen. Maar eerst zullen jullie worden mishandeld en vervolgd en uitgeleverd aan de synagogen, jullie zullen worden opgesloten in de gevangenis en worden voorgeleid aan koningen en gouverneurs omwille van mijn Naam. Dan zullen jullie moeten getuigen. Bedenk wel dat jullie je verdediging niet moeten voorbereiden. Want Ik zal jullie woorden van wijsheid schenken die door geen van je tegenstanders kunnen worden weerstaan of weersproken. 
Zelfs je ouders en broers, verwanten en vrienden zullen je uitleveren, en ze zullen sommigen van jullie ter dood laten brengen. Jullie zullen door iedereen worden gehaat omwille van mijn Naam. 
Maar geen haar van je hoofd zal verloren gaan. 
Red je leven door standvastigheid!’

Van Woord naar leven

Stel je het volgende eens voor. Je bezoekt een mooie kathedraal. Je staat in bewondering voor de architectuur, voor de kleurrijke glasramen waardoor het zonlicht het interieur betovert en verwarmt. Je kijkt naar de frisse bloemen en je snuift de wierookgeur op die van de zondagsdienst is blijven hangen. Je gaat er bij zitten en je geniet. Dan komt een jonge man naar je toe en fluistert in je oor: ‘Maak je vooral geen illusies, er komt een tijd dat er van dit gebouw niets meer zal overblijven dan enkele stenen’. Ongeveer zo begint het evangelie van vandaag.
Er wordt ook nog over andere angstwekkende dingen gesproken: oorlogen, besmettelijke ziekten, hongersnoden, vervolgingen. Er wordt gesproken over haat en geweld, tot zelfs in de eigen families. Geen evangelie om echt vrolijk van te worden.

De tekst geeft echter aan dat dit niet direct tekenen van het einde van de wereld hoeft te zijn. Al deze dingen zijn trouwens reeds gebeurd sinds mensenheugenis. En zij gebeurden ook in de tijd dat dit evangelie geschreven werd. De tempel werd verwoest, de leerlingen moesten vervolgingen en doodstraf ondergaan. Horen en zien wij nu niet dezelfde angstaanjagende gebeurtenissen zoals oorlog en geweld, aardbevingen, droogteperioden, pandemieën,…

Zogenaamde profeten kondigen ook vandaag het einde van de wereld aan. Maar laat je niet door hen misleiden, zo waarschuwt het evangelie.

Jezus had zeker ook niet de bedoeling zijn volgelingen angstig te maken. Hij wilde hen, en daarmee ook ons, eerder bemoedigen: geen haar van je hoofd zal verloren gaan. Je hoeft niet bang te zijn, het komt er alleen op aan getuigenis te geven.

Welke getuigenis moeten wij, christenen, geven in deze bedreigde wereld? Wat staat ons te doen als wij schrikaanjagende dingen zien gebeuren? Op de eerste plaats moeten wij proberen moedig deze spanningen te dragen, zowel het dreigend onheil in de wereld als de huidige crisis in de Kerk. We mogen ons zeker niet in een glazen kastje terugtrekken of de Kerk de rug toekeren. Het is zelfs niet menselijk, zeker niet christelijk als wij de wagen maar naar de afgrond laten rollen en egoïstisch gaan denken. Willen wij iets doen voor een betere wereld dan moeten wij midden in de spanningen van de wereld blijven staan.

Als gelovigen kunnen wij ons vastklampen aan de beloften van de Heer en op onze plaats kleine stappen van gerechtigheid zetten. Ons geloof zegt ons dat God mensen nodig heeft. Hij verwacht mijn inzet om op te komen tegen elk onrecht en wegen te zoeken naar vrede, gerechtigheid en zorg voor de schepping.

Dit alles, zegt Jezus, zal uitlopen op het geven van getuigenis. Wij moeten in deze wereld de hoop en de zekerheid levendig houden dat God het nooit opgeeft. Hij draagt zorg voor ons zodat zelfs geen haar van ons hoofd zal gekrenkt worden. Ook als de feiten schijnbaar deze beloften tegenspreken, blijven wij nog geloven, zoals de psalmist zegt: “Ook al zou Hij mij doden, ik blijf op Hem vertrouwen.” In de grootste nood van de ballingschap verkondigde Jesaja aan heel het volk van Israël deze godsspraak van de Heer: “Wees niet bevreesd, want Ik heb u verlost, u geroepen bij uw naam, gij zijt van Mij. Trekt gij door water, Ik ben bij u. Gaat gij door rivieren, zij overspoelen u niet. Want Ik ben Jahweh, uw Redder. Gij zijt kostbaar in mijn ogen, zo waardevol, Ik heb u lief. Wees niet bevreesd want Ik ben bij u.” Mochten wij aan deze ontredderde wereld maar een beetje van deze blijde boodschap verkondigen, dat zou voor haar heilzaam zijn. Wij staan niet aan het einde van de wereld, als de wereld zich maar keert naar haar God.

Als je nog eens een mooie kerk bezoekt en ze bewondert, denk eraan dat ook gij een bouwsteen zijt van de levende Kerk. Door ons wil God een stad van vrede opbouwen.

Bron: Preken.be

Een vredevolle zondag,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Vader,
mogen wij in deze tijd die jammer genoeg vaak getekend is door oorlogen en vele onrechtvaardigheden van U blijven getuigen, door – in naam van de Heer – heel uitdrukkelijk en daadwerkelijk te kiezen voor de liefde, met een bijzondere genegenheid voor de armen. In eenvoud en blijheid.
Door Christus, onze Broeder en Heer.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.