zondag 4 in de advent – A

Uit de profeet Jesaja 7, 10-14

De koning van Juda en zijn dynastie worden met de ondergang bedreigd. In deze tragische omstandigheden wil hij enkel nog rekenen op de macht van militaire bondgenootschappen. Van Godswege brengt de profeet hem een teken van hoop. Het is een broos teken, want het gaat slechts om de geboorte van een kind, erfgenaam van de troon. Maar het is tegelijk een teken van sterke hoop, want God is met dit kind. Op wie stellen wij ons vertrouwen?

De Heer liet verder tegen Achaz zeggen: ‘Vraag om een teken van de Heer, uw God, hetzij uit de diepte van het dodenrijk hetzij uit de hoge hemel.’ 
Maar Achaz antwoordde: ‘Nee, ik zal geen teken vragen, ik zal de Heer niet op de proef stellen.’ 
Toen antwoordde Jesaja: ‘Luister, huis van David. Is het u niet genoeg mensen te tergen? Moet u nu ook mijn God tergen? Daarom zal de Heer zelf u een teken geven: de jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel noemen.’ 


Gezongen antwoordpsalm 24

(tekst onder geluidsfragment)

Refr.: Open de poorten voor de koning der glorie.

Aan God hoort de aarde en al wat erop is,
de aardschijf en al wat daar woont.
Want Hij heeft haar op het water gegrondvest,
haar vastgelegd op de zee.

Wie zal beklimmen de berg van de Heer,
wie in zijn heiligdom staan?
Die rein is van handen en zuiver van hart,
zijn zinnen niet zet op wat kwaad is.

Hij zal gezegend zijn door de Heer,
door God, zijn heil, gerechtvaardigd.
Zo doet het geslacht dat zich richt tot Hem,
dat staat voor het aanschijn van Jakobs God.


Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 1, 1-7

Geboren naar het vlees, zou Jezus alleen maar Messias zijn van de stam van David. Geboren naar de Geest, aangewezen als Zoon van God door zijn verrijzenis, is Hij de Messias geworden van alle volkeren. In Hem zijn wij geroepen tot heiligheid.

Van Paulus, dienaar van Christus Jezus, geroepen tot apostel en uitgekozen om het evangelie van God te verkondigen, dat al bij monde van zijn profeten in de heilige geschriften is beloofd: het evangelie over zijn Zoon – als mens voortgekomen uit het nageslacht van David, aangewezen als Zoon van God en met macht bekleed door de heilige Geest, toen Hij opstond uit de dood –, Jezus Christus, onze Heer. Hij heeft mij de genade geschonken apostel te zijn, opdat ik omwille van zijn naam aan alle volken gehoorzaamheid en geloof zou verkondigen – ook aan u, die geroepen bent door Jezus Christus. Aan allen in Rome, geliefden van God, geroepen om zijn heiligen te zijn. Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus.


Vers voor het evangelie

Alleluia.
O Adonaï (Heer), 
Leider van Israëls huis;
Gij zijt aan Mozes verschenen
in het brandend braambos
en hebt hem de Wet gegeven op de Sinaï.
Kom nu en bevrijd ons
met sterke hand.
Alleluia.


Uit het evangelie volgen Matteüs 1, 18-24

In tegenstelling tot koning Achaz stelt Jozef vertrouwen in het verontrustende teken van het kind dat op mysterieuze wijze werd ontvangen door Maria. Dank zij Jozef, die stamt uit het geslacht van David, zal Jezus tot het koningshuis behoren. Door zijn geloof, zal hij aan het kind de naam kunnen geven die het toekomt: Jezus, wat betekent ‘God redt’.

De afkomst van Jezus Christus was als volgt.
Toen zijn moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde, bleek ze zwanger te zijn door de heilige Geest. Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was, wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in stilte te verstoten. Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer, die zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest. Ze zal een zoon baren. Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’ 
Dit alles is gebeurd omdat in vervulling moest gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: ‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal betekent: ‘God is met ons’. 
Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had opgedragen: hij nam zijn vrouw bij zich.

Van Woord naar leven

Stel: je bent verliefd, meer: je bent verloofd. En ineens komt je geliefde naar je toe met de mededeling dat ze in verwachting is. ‘Oh schat, niet boos zijn, het is niet wat je denkt. Ik ben in verwachting door de heilige Geest’. Hoe zou je reageren?

Jozef, een welopgevoed en rechtschapen man, wilde het proper oplossen, en in stilte van haar scheiden; haar dus niet openlijk in opspraak brengen. Wat hem ten diepste sierde.

Ik denk dat God even in zijn wijze haren moet gekrabd hebben… Wat nu? Dat gaat hier niet goed komen…
Hij kwam op het lumineuze idee Jozef een droom te schenken waarin een engel hem tot rust kon brengen en waardoor hij, hopelijk dan toch, de waarheid zou aannemen. Wat Jozef ook deed. En hij nam, zo lezenn we, Maria tot zijn vrouw.
Het goddelijk plan kon doorgaan.

Ik vermoed dat na dit gebeuren tussen Maria en Jozef geen enkele vrouw meer schoorvoetend naar haar lief is moeten stappen met de woorden dat ze in verwachting is geraakt door de heilige Geest.

En toch…
Er gebeuren zaken rondom ons die wel degelijk het gevolg zijn van het waaien van de heilige Geest. En net als Jozef zullen ook wij meermaals die innerlijke twijfel gewaar worden van: ‘Is het wel waar? Moet ik dit nu echt aannemen? Vraagt God dit van mij?’
Oh ja, dit gebeurt zo vaak.

Hoeveel momenten laten wij voorbijgaan waar God zijn stem laat horen diep in ons geweten waar Hij vraagt: ‘Heb lief’.
Zo dikwijls zijn we als de priester en de Leviet die voorbijgaan aan de gewonde man aan de kant van de weg en de liefdadigheid overlaten aan een ander, in de hoop dat er toch een barmhartige Samaritaan langs komt.
We moeten ons niet onnodig op de borst slaan, maar laat ons gewoon eerlijk zijn: we hebben vaak niet lief waar we zouden kunnen liefhebben. We zijn ofwel lui, ofwel angstig ons eigen ikje te verliezen.

En dan mogen we diep in onszelf God beluisteren die zoiets zal zeggen als: ‘Wees niet bang, de heilige Geest is hier werkzaam. Heb geen angst je toe te vertrouwen aan de liefde en aan wat Ik wil. Heb geen angst jezelf te verliezen. Je zult juist jezelf vinden. Jezelf, waarvan Ik heb gezegd dat Ik het geschapen heb naar mijn beeld en gelijkenis.’

Geliefde mensen, de heilige Geest is meer werkzaam dan we doorgaans vermoeden. Als je kijkt met de ogen van de Heer, met een hart getekend door barmhartigheid, met een ziel die haar thuis heeft in God, zul je diep in je en rondom je het waaien van de Geest duidelijk gewaar worden. Hij zal je doen verlangen de liefde te omarmen, haar ten diepste te belichamen, je schenkend aan de Heer die op je wacht dit ‘in Hem’ toe doen.

Je zal een sterke boom worden geworteld in God, met vele vele takken die uitgroeien tot een grote kruin waar vele vogels in komen nestelen, etend van de vruchten van uw ja-woord tot God, voorbij alle angst en twijfel jezelf te verliezen.

Heel graag wens ik je een vredevolle vierde adventszondag.

Van harte, kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God,
open ons hart, verruim ons verstand, spreek in ons geweten, opdat wij U zouden zien waar Gij tot ons komt in uw Zoon. Mogen wij dan in beweging komen, de liefde omarmend, in innige verbondenheid met Christus.
Kom heilige Geest. Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.