zondag 5 in de paastijd – C

Uit de Handelingen van de Apostelen 14, 21-27

Om de gestorven en verrezen Christus te verkondigen (3e paaszondag) en om het evangelie te prediken (4e paaszondag) heeft de Kerk nood aan structuren die de duurzaamheid van haar zending verzekeren. Op het einde van hun missiereis sporen Paulus en Barnabas de gemeenschappen die zij stichtten aan om te volharden in hun christelijk leven, doorheen alle vervolgingen. En voor zij van hen weggaan, stellen zij er verantwoordelijken aan.

In Derbe verkondigden Paulus en Barnabas het evangelie en ze maakten er veel leerlingen. Daarna keerden ze terug naar Lystra en vervolgens naar Ikonium en Antiochië. Ze bemoedigden de leerlingen en spoorden hen aan te volharden in het geloof, maar wezen hun erop ‘dat wij pas na veel beproevingen het koninkrijk van God binnen kunnen gaan’. 
In elke gemeente stelden ze oudsten aan, en na gevast en gebeden te hebben bevalen ze hen aan bij de Heer, in wie ze nu geloofden. 
Na hun reis door Pisidië kwamen ze in Pamfylië, waar ze in Perge Gods boodschap verkondigden. Vervolgens reisden ze verder naar Attalia. 
Van daar gingen ze per schip naar Antiochië, de stad waar ze aan Gods genade waren toevertrouwd toen hun de taak was opgelegd die ze nu hadden volbracht. Daar aangekomen riepen ze de gemeente bijeen en brachten verslag uit van alles wat God door hen tot stand had gebracht. Ze vertelden hoe Hij voor alle volken de deur naar het geloof had geopend. 


Gezongen antwoordpsalm 145

(tekst onder geluidsfragment)

Refr.: U wil ik loven, mijn God en Koning.

De Heer is vol liefde en medelijden,
lankmoedig en zeer goedgunstig.
De Heer is bezorgd voor iedere mens,
barmhartig voor al wat hij maakte.

Uw werken zullen U prijzen, Heer,
uw vromen zullen U loven.
Zij roemen de glorie van uw heerschappij,
uw macht verkondigen zij.

Zij maken uw kracht aan de mensen bekend,
de pracht van uw koninkrijk.
Uw rijk is een rijk voor alle eeuwen,
uw heerschappij geldt voor ieder geslacht.


Uit het boek Apocalyps 21, 1-5a

Jezus gaf een nieuw gebod, waarborg van een vernieuwd leven. Het slotvisioen van de Apocalyps toont ons de nieuwe wereld, waar de liefde van God voor zijn volk ontluikt, in een innige en eindeloze aanwezigheid.

Ik, Johannes, zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. 
Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’
Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak Ik nieuw!’


Vers voor het evangelie: Joh. 13, 34

Alleluia.
Ik geef jullie een nieuw gebod,
zegt de Heer: heb elkaar lief.
Zoals Ik jullie heb liefgehad,
zo moeten jullie elkaar liefhebben. 
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Johannes 13, 31-33a + 34-35

Christus, omhooggeheven aan het kruis, is vandaag in glorie verheven. Toch begint hier voor de Kerk een harde periode. In geloof moet zij ervaren hoe iemand aanwezig kan zijn in afwezigheid. De wederzijdse liefde onder christenen verzekert en openbaart de blijvende aanwezigheid van de Verrezene in onze wereld, totdat Hij wederkomt.

Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Nu is de grootheid van de Mensenzoon zichtbaar geworden, en door Hem de grootheid van God. Als Gods grootheid door Hem zichtbaar geworden is, zal God Hem ook in die grootheid laten delen, nu onmiddellijk. 
Kinderen, Ik blijf nog maar een korte tijd bij jullie. Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals Ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.’

Van Woord naar leven

Het evangelie van deze zondag voert ons terug naar de bovenzaal en laat ons opnieuw luisteren naar de eerste woorden van het lange betoog dat Jezus die avond voor zijn leerlingen hield. Ondanks hun, en onze, zwakheden weet Jezus dat de leerlingen, als ze leven naar zijn woorden, niet zullen ten onder gaan aan mogelijke angst, en dat zij elke vorm van kwaad zullen overwinnen.

Aan het eind van zijn betoog vertrouwt Hij de leerlingen toe aan de Vader. En daarmee leert Jezus ons bidden voor de gemeenschap, zoals ook Hij bad voor zijn eerste gemeenschap.

En om zijn hele boodschap in een paar woorden samen te vatten zegt Hij tot hen: ‘Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals Ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben.’ Het woord ‘nieuw’ betekent ultiem, definitief, voor altijd geldig. Kortom, het hele evangelie wordt samengevat in de liefde voor elkaar, die dezelfde moet zijn als die van Jezus.

De liefde waartoe de leerlingen, en met hen ook wij, worden opgeroepen is niet zomaar een liefde. Het is geen gevoel dat uit onszelf of uit eigen maatstaven voortkomt. Het komt niet voort uit ons karakter of uit eigen kracht. De liefde waartoe wij geroepen zijn is die van Jezus zelf. Jezus herhaalt niet gewoon wat in Leviticus staat dat je uw naaste moeten liefhebben als jezelf, maar Hij preciseert: ‘Zoals Ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben’, dat wil zeggen: met een liefde die geen grenzen kent en zelfs zover gaat dat je je leven geeft voor de ander.

Jezus wil dat wij die liefde aannemen, én beleven. Het is de juist de beleving van zijn liefde dat de leerlingen, en ons, tot échte leerlingen maakt.

Jezus voegt eraan toe dat, wanneer we zo zijn liefde beleven, ook als dusdanig zullen worden herkend: ‘Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.’

Die liefde wordt ons geschonken in de eucharistie. Ook wij ontvangen, zoals de leerlingen bij het Laatste Avondmaal, zijn Woord en Brood. Telkens wanneer wij  rond de tafel van de Heer samenkomen worden wij door Hem opgenomen in zichzelf en door onze toewijding aan Hem worden wij getransformeerd tot zijn liefde.

De liefde van Jezus verandert ons wezenlijk, en maakt ons tot een volk dat alles ‘nieuw’ maakt, zoals we vandaag lezen in het boek Apocalyps. We zullen bedroefden troosten, zieken genezen, armen steunen, hoop geven aan wie zich verloren voelen, verwelkomen wie uitgestoten wordt,…

Het nieuwe gebod is dat van de broederlijkheid en van de vrede. Jezus heeft het aan het hart van de gemeenschap geschonken. Laten we dat hart tot het onze maken.

Een mooie en gezegende verrijzenisdag,

kris

Vandaag liet ik me inspireren aan woorden van Vincenzo Paglia uit ‘Het Woord van God elke dag 2022’

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Vader,
leer ons – in Christus – lief te hebben zoals Hij ons – in U – liefheeft. Maak ons deelgenoot van jullie liefde voor elkaar en de hele mensheid. Opdat Gij, Vader, door ons handelen, een gezicht moogt krijgen in deze wereld.
In Christus, onze Heer.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.