Zonder H.Geest geen liefde en vreugde, maar gewoonte en droefheid

In zijn (laatste) catechese over het gebed tijdens de algemene audiëntie van woensdag 17 maart 2021 sprak de paus over bidden en de Drie-eenheid.

Geliefde broeders en zusters, goedendag!

Vandaag beëindigen we de catechese over het gebed als relatie met de allerheiligste Drie-eenheid, in het bijzonder met de Heilige Geest.

De eerste gave in elk christelijk bestaan is de heilige Geest. Hij is niet een van de vele gaven. Hij de fundamentele Gave. De Geest is de gave die Jezus beloofd heeft ons te zenden. Zonder de Geest is er geen relatie met Christus en met de Vader. Immers, het is de Geest die ons hart opent voor de aanwezigheid van God en die het aantrekt in de draaikolk van liefde die het hart zelf van God is. Wij zijn niet slechts gasten en pelgrims op deze aarde. We zijn ook gasten en pelgrims in het mysterie van de Driee-eenheid. We zijn zoals Abraham die, toen hij eens drie passanten in zijn tent ontving, God ontmoette. Als we in waarheid God kunnen aanroepen en Hem Abba – Papa noemen, dan is dat omdat de Heilige Geest in ons woont. Hij verandert ons in de diepte en doet ons de ontroerende vreugde ervaren door God als echte kinderen bemind te worden. Al het geestelijke werk in ons met betrekking tot God wordt verricht door de Heilige Geest, die gave.

De Geest werkt in ons om ons christelijke leven verder te voeren naar de Vader, met Jezus.

Drievuldigheidsgeheugen

De Catechismus zegt hierover: Elke keer wanneer we tot Jezus beginnen te bidden, brengt de Heilige Geest, door zijn voorkomende genade, ons op het spoor van het gebed. Als Hij bij ons Christus in herinnering brengt en ons zo leert bidden, waarom zouden wij dan niet tot Hem zelf bidden? Daarom nodigt de Kerk ons uit om elke dag de Heilige Geest af te smeken, in het bijzonder aan het begin en aan het einde van elke belangrijke handeling. (n. 2670). Dat is het werk van de Geest in ons. Hij brengt ons Jezus in herinnering en brengt Hem bij ons aanwezig. We mogen zeggen dat Hij ons Drievuldigheidsgeheugen is, het geheugen van God in ons – dat Hij Jezus aanwezig brengt zodat Hij niet herleid wordt tot een personage uit het verleden. Dat wil zeggen: de Geest brengt Jezus tegenwoordig in ons bewustzijn. Mocht Christus slechts in de verleden tijd bestaan, dan zouden wij alleen en verdwaald in de wereld staan. We zouden Jezus wel herinneren, ginds, ver weg, maar het is de Geest die Hem hier en nu, op dit ogenblik, in ons hart brengt. In de Geest is alles levend: aan de christenen van alle plaatsen en tijden wordt de mogelijkheid geboden Christus te ontmoeten. De mogelijkheid wordt geboden Christus niet slechts als een historisch personage te ontmoeten. Neen.

Het is de Geest die Christus in onze harten brengt. Hij is het die ons Christus helpt ontmoeten. Hij is niet veraf. De Geest is met ons.

Jezus blijft zijn leerlingen vormen door hun hart te veranderen, zoals Hij deed met Petrus, met Paulus, met Maria van Magdala, met alle apostelen. Waarom is Jezus aanwezig? Omdat de Geest Hem in ons brengt.

Nederige getuigen

Dit is de ervaring van de vele bidders: mannen en vrouwen die de Heilige Geest heeft gevormd naar de maat van Christus, in de barmhartigheid, in de dienstbaarheid, in de catechese … Het is een genade dergelijke mensen te kunnen ontmoeten. Men stelt dan vast dat in hen een ander leven leeft, hun blik kijkt verder. We denken hierbij niet slechts aan monniken, kluizenaars. Ze bestaan ook onder gewone mensen, mensen die een lange geschiedenis van gesprek met God hebben geweven, soms met innerlijke strijd die het geloof uitzuivert. Die nederige getuigen hebben God gezocht in het Evangelie, in de eucharistie die ze ontvingen en aanbaden, in het gelaat van de broeder in moeilijkheden. Zij bewaren zijn aanwezigheid als een verborgen vuur.

Het vuur van de Geest

De eerste taak van de christenen is precies het vuur brandend te houden dat Jezus op aarde heeft gebracht (cf. Lc 12,49). Wat is dat vuur? Het is de liefde, de Liefde van God, de Heilige Geest. Zonder het vuur van de Geest doven de profetieën, droefheid haalt het van vreugde, gewoonte vervangt de liefde, dienst verandert in slaafsheid. We denken hierbij aan het licht dat brandt bij het tabernakel waar de eucharistie wordt bewaard. Ook wanneer het kerkgebouw leeg is en de avond valt, ook wanneer het kerkgebouw gesloten is, blijft dat licht branden, het blijft gloeien. Men ziet niemand en toch brandt het voor de Heer. Zo is de Geest in ons hart. Hij is altijd aanwezig zoals dat licht.

De Geest als inwendige Meester van het gebed

In de Catechismus staat ook: De Heilige Geest, wiens zalving ons hele wezen doordringt, is ook de inwendige Meester van het christelijke gebed. Hij is de bewerker van de levende traditie van het gebed. Zeker, er zijn zoveel wegen in het gebed als er biddende mensen zijn, maar het is dezelfde Geest die in allen en met allen handelt. Het is in de gemeenschap van de Heilige Geest dat het christelijke gebed het gebed wordt van de Kerk. (n. 2672). Vaak gebeurt het dat wij niet bidden, geen zin hebben in het gebed, of vaak bidden we als papegaaien, met de mond, maar het hart ver weg. Dat is het moment om tot de Geest te zeggen: Kom, kom Heilige Geest, verwarm mijn hart. Kom en leer mij bidden, leer me naar de Vader te kijken, naar de Zoon te zien. Leer mij de weg van het geloven. Leer mij liefhebben en vooral leer mij leven met een houding van hoop.

Het komt erop aan voortdurend de Geest te roepen om in onze levens aanwezig te zijn.

Kom, Heilige Geest

Het is dus de Geest die de geschiedenis van Kerk en wereld schrijft. Wij zijn onbeschreven bladzijden, bereid om zijn schrift te ontvangen. En in ieder van ons ontwerpt de Geest originele werken, want nooit is de ene christen geheel identiek aan de andere. Op het eindeloze veld van de heiligheid, doet de ene God, de Triniteit der Liefde, een verscheidenheid van getuigen bloeien. Allen gelijk in waardigheid, maar ook enig in de schoonheid die de Geest heeft voortgebracht in ieder van hen die door Gods barmhartigheid zijn kinderen geworden zijn.

Laten we het niet vergeten. De Geest is aanwezig, aanwezig in ons.

Laten we naar de Geest luisteren, laten we de Geest roepen – Hij is de gave, het geschenk dat God ons geschonken heeft. En laten we Hem zeggen: Heilige Geest, ik ken je gelaat niet – we kennen Hem niet – maar ik weet dat jij de kracht bent, dat jij het licht zijt, dat jij bekwaam zijt om mij verder te doen gaan en mij te leren bidden. Kom Heilige Geest. Dat is een mooi gebed: Kom, Heilige Geest.

Bron: Kerknet.be