Zwijgen om opnieuw te kunnen spreken

Het leven is een snelweg van woorden. Kan ik nog zwijgen? Een goed vastenpuntje, vindt Mark Van de Voorde, die zijn woorden hier zorgvuldig afweegt.

Zelfs al zien we elkaar niet fysiek sinds corona, de woorden vliegen ons van ’s morgens tot ’s avonds om de oren. Oor in oor uit meestal. Ze schallen uit de radio, de televisie, de zoomvergadering, de telefoon, de e-mails, de smsjes en de appjes. Iedereen heeft een mening of een bezwaar of een kanttekening of een geweldig idee. Leuk maar ook lastig.

Kunnen we ook nog zwijgen? Ik moet die vraag allereerst aan mezelf stellen. Want ik zit zelf te racen op die woordensnelweg.

Minder praat verkopen, dat kan iets voor de veertigdagentijd zijn: even zwijgen om opnieuw te kunnen spreken.

Zwijgen kan heilzaam zijn. Zwijgen is door de eeuwen heen erkend als een plaats van heling. De monnik heeft altijd al het stilvallen van de eigen mond ervaren als een mogelijkheid om de eigen emoties tot rust te laten komen. Hij weet: wanneer hij over zijn ergernis blijft bazelen, rakelt hij haar steeds weer op.

Onze honger ‘stillen’ is een manier om te zeggen dat we een hapje nemen: door iets te eten leggen we onze honger stil. Onze almaar b(r)abbelende mond stil krijgen is evenwel moeilijker dan een hapje nemen.

We kunnen de stilte slechts uithouden, als we de honger van onze ziel door God laten ‘stillen’.

Daarvoor moeten we eerst halt toeroepen aan de vele woorden die naar ons toestromen. Dan worden we weliswaar ook met onszelf geconfronteerd. Die zelfontmoeting is niet altijd aangenaam. We ontdekken dan ook de ergernis, de woede, de ontgoocheling en de schuldgevoelens die we onder woorden hebben bedolven. Zwijgen vergt dus moed, de moed om bij al die onrust stil te staan en ze te aanvaarden als iets van onszelf.

Moeilijker nog is het om de woorden stil te krijgen die in ons hoofd rondspoken. Ook een innerlijke waterval van woorden kan de toegang tot de grot van ’s mensen diepste wezen verhinderen. Zwijgen betekent dus ook vrij worden van het lawaai van onze gedachten en emoties. Zwijgen wordt zo een Sesam, open u  tot onszelf gesproken.

Ten slotte kunnen we proberen om in ons gebed sprakeloos te worden. Als we kunnen bidden zonder woorden, bereikt de stilte de leegte die God mag vullen. Te veel gebedswoorden kunnen God buitensluiten. We kunnen met mooie woorden God op armlengte van ons afhouden. Pas als we erin slagen woordeloos voor God te staan, geven we Hem de mogelijkheid ons toe te spreken.

Het gebed bereikt zijn hoogtepunt – niet ik maar Hij spreekt –  als woorden overbodig zijn geworden.

Het tijdelijk afleggen van woorden brengt ons ook bij onszelf en laat ons toe een rijker mens te worden. Of zoals de Engelse dichter Tennyson het zei: Zo bouwen we aan het wezen dat we zijn. Ten diepste drinkend in de ziel der dingen, worden we noodzakelijkerwijze wijs.

Mozes en Elia bij Jezus, een beeld dat boekdelen spreekt

Op de tweede zondag van de veertigdagentijd vertelt de evangelielezing over de gedaanteverandering van Jezus. Jezus gaat met enkele leerlingen de berg op om te bidden. Tijdens dat biddend zwijgen en zwijgend bidden verandert zijn gelaat. Het straalt, schrijft Marcus. De binnenkant van Jezus, zijn echte ik, komt naar buiten.

Het verhaal vertelt ook dat Mozes en Elia aan Hem verschijnen. Niet toevallig die twee. Mozes staat voor vrijheid en wet, Elia voor profetie. Wie uit de overdaad van woorden stapt en Gods Woord binnenlaat, wordt een vrij mens die zeggen durft waar het op staat (wet) en toekomst van hoop wijzen kan (profetie). Zwijgen brengt taal naar boven. Uit zwijgen opgedoken, worden onze woorden wijze woorden, onze taal een taal van leven, ons spreken een kracht.

Bron: Kerknet.be